Bijlage no. 38.
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1907. Bijl. HO. 3$
WIJZIGING der verordening betreffende
den rang enz. der ambtenaren
aan de Gasfabriek (Gem.bl. no.
26 van 1905).
Aan den Gemeenteraad.
Van de Commissie van bijstand voor de gemeen
telijke gasfabriek heeft ons, ingevolge de in Uwe
Vergadering door den voorzitter dier Commissie
reeds gedane toezegging, een voorstel bereikt tot
herziening van de minima en maxima der salarissen
van den eersten en den tweeden klerk aan die fabriek.
Pas sinds 1903 komt de regeling dezer bezoldi
gingen in de betreffende verordening voor en is,
alleen met deze verandering dat het maximum voor
den eersten klerk van 858.op 900.is ge
bracht, doch overigens ongewijzigd, in de nieuwe ver
ordening van 1905, gemeenteblad no. 26, overgegaan.
Vóór 1903 was de regeling van het getal en de
bezoldiging van de klerken en bedienden, van welke
de tegenwoordige titularissen, in 1882 benoemd, in
den loop des tijds respectievelijk van 624.tot
900.en van 208.tot 624.zijn opge
klommen de tweede klerk trouwens in verschil
lende functiën geheel aan Burgemeester en
Wethouders overgelaten.
Het voorstel der Commissie strekt nu om de
betrekking van eersten klerk voortaan in plaats
van met 650.tot 900.gelijk thans, te be
zoldigen met 750.tot 1000.en die van
tweeden klerk met ƒ500.tot ƒ804.nu 416.
tot 624.Uit aanmerking dat de aan bedoelde
ambtenaren opgedragen werkzaamheden voor het
tegenwoordige niet langer geacht kunnen worden
met de bestaande bezoldiging voldoende beloond te
zijn, kunnen wij ons hiermede vereenigen, zoodat
wij de eer hebben U voor te stellen de door de
Commissie in overweging gegeven wijzigingen in
de betreffende verordening aan te brengen en daar
toe te nemen het in ontwerp volgend besluit.
Leeuwarden, 20 November 1907.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
ZIMMERMAN, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
ONTWERP.
De Raad der gemeente Leeuwarden
Overwegende dat herziening der bezoldiging van
den eersten en den tweeden klerk ten kantore der
gemeentelijke gasfabriek wenschelijk is
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wet
houders
besluit
I. Art. 8 der Verordening, regelende den rang,
het getal, de bezoldiging en de wijze van benoeming
van de ambtenaren en bedienden, belast met de
exploitatie der gemeentelijke gasfabriek, in dien zin
te wijzigen, dat in de tweede zinsnede van het
eerste lid in plaats van
650.— tot 900.
wordt gelezen
750.— tot 1000.—"
en in de derde zinsnede van dat lid in de plaats
van
416.— tot 624.—"
wordt gelezen
„f 500.— tot 800.—".
II. te bepalen dat de sub I bedoelde wijziging
in werking treedt den 1 Januari 1908.
Leeuwarden, 190
De Raad voornoemd,
249