Bijlage no. 3.
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden. 1907.
behalen, doch de gemeente, die aan de omgeving
die zij zelve hier. en met zooveel succes tot dusver, in
het leven riep, ongetwijfeld verplicht is zich af te
vragen, niet in de eerste plaats hoe handel ik het
goedkoopst, maar op welke wijze beantwoord ik, naast
het inachtnemen eener gepaste zuinigheid, mede aan
eischen van welstand.
U voor het gedetailleerde overzicht der verschillende
plannen naar de overgelegde stukken en teekeningen
verwijzende, hebben wij mitsdien de eer U voor te^
stellen te besluiten
In afwachting van hunne nadere voorstellen ten
aanzien van de op de begrooting voor 1907. aan- te
wijzen uitgaaf, Burgemeester en Wethouders ten be
hoeve van den bouw van een politieposthuis met
brugwachterswoning en afzonderlijke bovenwoning op
den hoek van de Kanaalstraat en den Grachtswal,
volgens de teekeningen en begrootingen, overgelegd
bij schrijven van den Directeur der Gemeentewerken
d.d. 22 October 1906, no. 1068/14- 55, een crediet
toe te staan van 16.000.
Leeuwarden, 2 Januari 1907.
Burgemeester en Wethouders van Leemvarden,
Z TMMERMAN, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
69
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1907. Bijl. no. 3.
NADER VOORSTEL inzake den aan de Woning-
vereeniging Leeuwarden van gemeentewege
te verleenen steun (Bijlage no. 20 van 1906).
Litt. A. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders.
Aan den Gemeenteraad.
Bij besluit Uwer Vergadering van 28 Augustus
van het vorige jaar werd goedgevonden
I. Ten behoeve van den aan de Woningveree-
niging Leeuwarden te verstrekken geldelijken
steun van gemeentewege aan te vragen uit 's Bijks
kas een voorschot, ten hoogste groot f 351,200.
en eene jaarlijksche bijdrage, ten hoogste groot
1457.57.
II. Onder voorbehoud dat het sub I gevraagde
wordt verstrekt, aan de Woningvereeniging voor
noemd van gemeentewege te verleenen
a. een voorschot, ten hoogste tot opgemeld
bedrag
h. een jaarlijksche bijdrage in de betaling der
50-jarige annuiteit van dat voorschot, ten hoogste
tot een bedrag van f 1715.14;
c. eene vaste jaarlijksche bijdrage van f 1200.
ter opheffing van bestaande woning-misstanden in
de gemeente.
III. Tot het geven aan voornoemde Vereoniging
van vergunning tot:
a. straataanleg op het kadastrale perceel, ge
meente Leeuwarden, sectie G no. 4832 c. a.
h. straataanleg op het kadastrale perceel, ge
meente en sectie als boven, nos. 5691 en 3476 c. a.
c. verbetering van straataanleg aan den Wis-
sesdwinger
en daartoe vastgesteld het in bijlage no. 20 van
dat jaar in ontwerp opgenomen besluit.
Naar aanleiding hiervan werd onder dagteekening
van den 22 November 1906 door Gedeputeerde
8taten tot (J gericht het schrijven, hieronder sub
litt. D afgedrukt, dat vervolgens naar ons college
om prae-advies werd gerenvoieerd.
Na kennisneming van de in dit schrijven vervatte
opmerkingen en van de daarbij tevens overgelegde
aan den Commissaris der Koningin gerichte mis
sive van den Inspecteur der Volksgezond
heid te Zwolle, den heer Faber, zijn wij te rade
gegaan Uwen Baad eenige wijzigingen in zijn
vorenbedoeld besluit van 28 Augustus 1906 voor
te stellen, doch meenden daartoe niet te mogen
overgaan, alvorens de Woningvereeniging, met de
gemeente de directe belanghebbende in deze aan
gelegenheid, hiermede in kennis te hebben gesteld
('-) Dit stuk is niet gedrukt, doch zal op de gewone wijze
voor de leden van den Raad ter visie liggen.
en ons van hare instemming te dezen opzichte te
hebben verzekerd. Blijkens haar schrijven van
16 Januari 1.1., in antwoord op onzen brief van 8
Januari te voren, onder litt. E hierna opgenomen,
kan zij zich met de voorgestelde wijzigingen ver
eenigen.
De herziening die wij U diensvolgens in over
weging geven Uw besluit van het vorig jaar
te doen ondergaan, komt ons in dezen onzen brief
in verband met het schrijven van Gedeputeerde
Staten en met het ontwerp-antwoord daarop (litt. C)
genoegzaam toegelicht voor, zoodat wij met verwij
zing daarnaar hier in 't algemeen meenen te kun
nen volstaan. Tot aanvulling moge alsnog het
volgende dienen.
Met de Woningvereeniging betreuren wij, dat
Gedeputeerde Staten geene vrijheid hebben kunnen
vinden de plannen, zooals zij waren aangeboden, in
hun geheel goed te keuren. Wij hadden gemeend,
dat de zeer ruime terminologie der wet de gelegen
heid openliet om eene verbetering als het plan
Wissesdwinger beoogde met hulp van het Bijk van
gemeentewege te steunen.
Nu bij het hoogere bestuur daartegen evenwel
bezwaar bestaat, schijnt het geraden te berusten en
geene weigering der goedkeuring uit te lokken,
die, bij den onzekeren uitslag van een eventueel
inroepen van het vernietigingsrecht der Kroon slechts
dit boven twijfel zou stellen, dat de totstandkoming
ook van de andere projecten, niet anders dan tot
schade der volkshuisvesting in deze gemeente, on
bepaald zou worden verschoven. Voorgesteld wordt
dus den gemeentelijken steun te beperken tot de
plannen A en B (Noord- en Zuidvliet).
In verband hiermede en met den thans opgenomen
eisch, dat door de Vereeniging ook de bijdrage in
het voortdurend onderhoud der straten (art 6 der
Bouwverordening) aan de gemeente zal worden be
taald, ondergaan de cijfers eenige niet onbolangrijke
veranderingen. Dit laatste bedrag, in onze aan de
Vereeniging gerichte missive op 8505.gesteld,
is bij nadere berekening gebleken f 8569.50 te moeten
luiden, waardoor het totaal voorschot en dientenge
volge mede de annuiteit en de bijdrage daarin, ver
geleken bij de in dat schrijven gegeven getallen,
nog iets worden gewijzigd. Dit verschil is in het
ontworp-besluit I (litt. B) in het oog gehouden. Mede
zijn de berekeningen der huuruitkomsten nogmaals
nauwkeurig nagegaan, enkele uitgaafposten, die
ten laste der huur-exploitatie komen, iets veranderd
en de opbrengst voorzichtigheidshalve op nagenoeg
het gemiddelde gesteld van het resultaat der destijds
gemaakte becijfering van do Woningvereeniging en
van den Hoofdopzichter, welke laatste voor plan A op
f 6479.20 en voor B op 9037.60, totaal op f 15516.80
Dit stuk is niet gedrukt, doch zal op de gewone wijze
voor de leden van den Raad ter visie liggen.
69