Bijlage no. 12. 125 Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1907. verschuldigd geworden is van het verband kunnen worden bevrijd en overigens, waar de gemeente schuldenares is jegens den geldschieter, voor executie der verpande waarden geen vrees behoeft te worden gekoesterd Gezien het voorstel van Burgemeester en Wet houders, alsmede art. 137 der Gemeentewet Besluit met intrekking zijner besluiten van 11 December 1906, no. 432*/190 en 8 Januari 1907, no. 494R/2r de navolgende inschrijvingen op de Grootboeken der Nationale Werkelijke Schuld: op het drie procents Grootboek, zes honderd vijl tig gulden 650.-) ten name Leeuwarden (het Gemeentebestuur van) fonds voort spruitende uit de afkoopsom van grondpaehten en eeuwige renten, ingeschreven onder letter L, deel 5 no. 1279 drie duizend zes honderd gulden 3600.—) ten name Leeuwarden (het Gemeentebestuur van) fonds voortspruitende uit den afkoop van grafgelden, inge schreven onder letter L, deel 5 no. 1299 vier duizend een honderd vijftig gulden (ƒ4150. ten name Leeuwarden (het Gemeentebestuur van) fonds overdragtsom van grafgelden, ingeschreven onder letter L, deel 5 no. 1303; twee duizend gulden f 2000.—) ten name Leeu warden, (het Gemeentebestuur van) fonds, waarvan de revenuen zijn bestemd voor giften aan de armen, ingeschreven onder letter L deel 4 no. 1343 zestien duizend tweehonderd vijf tig gulden (ƒ16250. ten name Leeuwarden (het Gemeentebestuur van) fonds bijdragen van particulieren in het voort durend onderhoud der van hen overgenomen straten, ingeschreven onder letter L, deel 7 no. 2077 te zamen eene kapitale som van zes en twintig duizend zes honderd vijftig gulden f 26650.—); op het twee en een half procmts Grootboek, eene kapitale som van een honderd twaalf duizend gulden 112.000.ten name Leeuwarden (de Stad) ingeschreven onder letter L, deel 2 no. 572; op de wijze als is voorzien bij artikel 2 der Wet van 14 Januari 1815, Staatsblad no. 4, te doen strekken tot zekerheid voor met de Nederlandscho Bank aan te gane verbintenissen, opdat de gemeente, binnen de perken der begrooting en voor zoover het onderpand strekt, bij die instelling kan voor zien in hare tijdelijke behoefte aan kasgeld. Leeuwarden, 190 De Raad voornoemd. 124 Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1907. Bijl. no. 12. VOORSTEL van den heer G. W. Koopmans tot aanvulling van de artikelen 56 en 57 der Bouwverordening. Met verzoek dit voorstel in behandeling te nemen tegelijk met het ontwerp-wijziging der Bouwver ordening, heeft ondergeteekende de eer den Raad voor te stellen de artikelen 56 en 57 dier veror dening aan te vullen als volgt: Art. 56. De punt achter het 2e lid te vervangen door een komma en daarachter te laten volgen de woorden: „of voor zoover daarvan door Burgemeester en Wethouders vrijstelling is verleend. In dit laatste geval gelden de door hen te stellen nadere eischen". Art. 57. Aan artikel 57 toe te voegen een nieuw 2e lid, luidende „Dit verbod is niet van toepassing, voor zoover daarvan door Burgemeester en Wethouders vrijstel ling is verleend. In dat geval gelden de door hen te stellen nadere eischen." Leeuwarden, 27 Maart 1907. G. W. KOOPMANS, Lid van den Gemeenteraad.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1907 | | pagina 63