ONTWERP. 128 129 Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1907. Bijl. no. 13. De Raad der gemeente Leeuwarden Gelet op het Koninklijk besluit van 31 October 1826; Gezien het voorstel van Burgemeester en Wet houders Besluit vast te stellen het navolgend REGLEMENT voor de Stads-Bank van Leening te Leeuwarden. Art. 1. Do stads-bank van leening te Leeuwarden, be staande uit een hoofd- en hulpkantoor, is eene gemeentelijke instelling ter voorkoming van armoede, welke onder toezicht van burgemeester en wethou ders wordt beheerd door eene commissie van admi nistratie. Art. 2. De commissie van administratie bestaat uit vijf leden. De Burgemeester of het daartoe door hem aan te wijzen lid van het dagelijksch bestuur heeft in de vergaderingen der commissie een adviseerende stem. Art. 3. De leden worden benoemd door den gemeenteraad, voor den tijd van vijf jaren. Met 1 Januari van elk jaar treedt een lid, volgens daarvan op te maken rooster, af. Jaarlijks vóór 1 November zendt de commissie aan den Raad eene aanbeveling van minstens twee personen, welke door Burgemeester en Wethouders met een gelijk getal wordt vermeerderd. Het aftredend lid is weder benoembaar, doch wordt bij herbenoeming „jongste lid". Bij tusschentijds uitvallen van een der leden wordt de aanbeveling ter benoeming ten spoedigste opgemaakt en aan den Raad ingezonden op de wijze, als bij periodieke aftreding is bepaald. De tusschentijds benoemde treedt af op het tijd stip, waarop zijn voorganger zou moeten aftreden. Art. 4. De commissie benoemt uit haar midden een onder voorzitter en een secretaris. De onder-voorzitter of het oudste lid, dat hem bij verhindering ver vangt, roept de leden ter vergadering op. Hij is, bij afwezigheid van den Burgemeester of het door dezen aangewezen lid van het dagelijksch bestuur, belast met de leiding van de vergade ringen der commissie en met de uitvoering harer besluiten. De Burgemeester of het door dezen aangewezen lid van het dagelijksch bestuur roept de leden der commissie ter vergadering op, wanneer hij dit noodig acht. Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1907. Bijl. ftO. 13. Art. 5. De commissie vergadert minstens eenmaal per maand, op tijd en plaats door haar zelve te bepalen. Overigens regelt zij zelve de verdeeling harer werkzaamheden, die in een reglement van orde, door haar vast te stellen en aan den gemeenteraad mede te deelen, worden omschreven. Art. 6. De leden der commissie van administratie nemen hunne functiën waar zonder geldelijke belooning. Voor kosten van vergaderingen wordt jaarlijks eene som op de begrooting uitgetrokken. Art. 7. De commissie levert maandelijks aan Burgemeester en Wethouders een staat in van den geldelijken toestand en de werkzaamheden der bank. Art. 8. De commissie behoeft de machtiging van den gemeenteraad voor het opnemen van gelden, het aankoopen, vervreemden, verruilen, bezwaren of verpanden van onroerende goederen, inschrijvingen in een der Grootboeken der Nederlandsche Schuld of andere effecten, actiën en schuldvorderingen, het oprichten van nieuwe of vernieuwen van bestaande gebouwen, het doen van buitengewone met ver nieuwing gelijkstaande herstellingen en voor alle andere daden, die buiten het gewone beheer vallen. Art. 9. Alle ambtenaren en beambten der bank zijn aan de commissie vau administratie gehoorzaamheid verschuldigd. Het getal, de bezoldigingen en de borgtochten dezer ambtenaren en beambten worden door den gemeenteraad vastgesteld, de commissie gehoord. Art. 10. De eerste ambtenaar der bank voert den titel van directeur. Hij wordt benoemd door den ge meenteraad. De commissie zendt daartoe tijdig eene voordracht van drie personen in. Hij kan ten allen tijde worden geschorst en ontslagen: geschorst door Burgemeester en Wet houders en ontslagen door den gemeenteraad, in beide gevallen de commissie gehoord. Art. 11. De benoeming, schorsing en het ontslag van alle overige ambtenaren en beambten geschiedt door de commissie, den directeur gehoord. Van alle te dezer zake genomen besluiten wordt aan Burgemeester en Wethouders kennis gegeven. Art. 12. De directeur legt in handen van Burgemeester

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1907 | | pagina 65