140 Bijlage no. 16. 141 Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1907. Art. 8. Zij, die de leerlingen ter school zenden en de leerlingen, zijn, voor zoover bij deze regeling daarop geene uitzondering is gemaakt, aan alle op dit onderwerp betrekking hebbende verordeningen onderworpen, welke thans voor de gemeentescholen te Leeuwarden bestaan of later worden vastgesteld. Art. 9. Het bestuur van elke gemeente kan deze gemeen schappelijke regeling met het einde van iederen cursus opheffen, mits van het voornemen daartoe aan het bestuur der andere gemeente kennis wordt gegeven, vóór den len Januari daaraan voorafgaande. Leeuwarden, 190 De Raad voornoemd Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1907. Bijl. 110. 1 NIEUW VOORSTEL tot reorganisatie der Burgeravondschool en onderbrenging van deze inrichting in het gebouw der Ambachtsschool. Aan den Gemeenteraad. De overtuiging dat het belang van een groot gedeelte der burgerij bij eene goede regeling van het burgeravondschool-onderwijs nauw is betrokken en dat dit belang bij het ongewijzigd voortbestaan der tegenwoordige inrichting niet het meest is gediend, heeft er ons in den loop van dit jaar toe doen overgaan de reorganisatie der school op nieuw ter hand te nemen, het voorstel waartoe (bijlage no. 19 van 1906) ten vorigen jare, na de aanneming van een niet in het kader passend amen dement-Tromp, door Burgemeester en Wethouders werd teruggenomen. Ondanks de tegenspraak, die bij de debatten in de vergadering van den 14 Augustus 1906 de in dat voorstel neergeschreven meening opriep, dat de tegenwoordige organisatie der school geeno bevrediging wekt, is ons oordeel ten deze nog onveranderd hetzelfde. Bij het aanbrengen van de gewenschte wijziging in het reglement der burgeravondschool (ontwerp I) is, gelijk in de rede ligt, thans evenwel zooveel mogelijk rekening gehouden met Uwe uitspraak, die reeds ten vorigen jare op enkele punten ver kregen is. In de eerste plaats betreft dit de vakken van onderwijs. Hetgeen dienaangaande thans wordt voorgesteld, is gelijk aan het toen reeds aange nomen artikel 1behoudens schrapping van do werktuigkennis en de kennis der bouwstoffen vakken van meer ondergeschikt belang trouwens, die allicht door den leeraar meer terloops bij de behandeling van andere onderwerpen ter sprake zullen kunnen worden gebracht, doch waaraan met het oog op het mede voorgestelde kleinere getal wekelijksche lesuren thans moeielijk weer een zelf standige plaats op den rooster kon worden toegekend. In overeenstemming met het evengenoemde amen dement-Tromp wordt de cursus-duur op vier jaar voorgesteld, terwijl voorts in de twee laagste klassen gedurende 12 uren, in de beido hoogste gedurende 15 uren per week les zal worden gegeven. Ook op dit laatste punt meenen wij blijkens do opmer kingen van de meeste sprekers in de vergadering van den 14en Augustus 1906, waar 17 wekelijksche lesuren een te groot getal werd geoordeeld, eene door Uwen Raad gewenschte richting te hebben ingeslagen. Het verdient daarom aanbeveling niet mede te gaan met de Commissie van Toezicht op het ^Middelbaar Onderwijs die, terecht, vermoe dende dat in de eerste en tweede klasse gedurende 6 avonden (en dus ook des Zaterdags) 2 uur les zal worden gegeven, van oordeel is dat dan ook de hoogste klassen, die 5 avonden telkens drie uur school hebben, dien dag niet behoeven vrij te blijven. Daarop voortredeneerende, betoogt zij de wensche- lijkheid van 17 lesuren voor de 3e en 4e klasse, ja eigenlijk behield zij ten dezen het liefst geheel het systeem van het vorige ontwerpde meerdere uron zouden dan, voornamelijk in de lagere klassen, aan het teekenonderwijs ten goede kunnen komen. Het is ons niet mogelijk geweest eene indeeling van den lesrooster te vinden, die alle partijen ge lijkelijk bevredigt en tevens aan elk vak voldoende recht laat wedervaren. Zoo hadden ook wij, evenals de Commissie, gaarne in de lagere klassen meer tijd voor het lijnteekenonderwijs beschikbaar gehad, doch bij den ten vorigen jare gebleken wensch om althans de jongere leerlingen niet langer dan twee uur 's avonds in school te houden (en dan is het geven van onderwijs op Zaterdagavond o. i. geen bezwaar) moest hiervan worden afgezien. Hetgeen op dit punt wordt nagelaten, moet in de latere jaren wederom worden ingehaald door, wellicht tegen den zin van sommigen, zij het dan niet met inbegrip van den Zaterdag, gedurende vijf avonden drie uur les te geven. De regeling, gelijk zij is ontworpen, komt ons in de gegeven omstandigheden ten slotte de meest gewenschte voor en, met afwij king van de meening dor Commissie van Toezicht, raden wij U aan haar aldus te aanvaarden. Het verdere ontwerp-reglement heeft de instem ming der Commissie, behoudens eenige wijzigingen van meer ondergeschikt belang, waarvan wij die in artikel 21 hebben overgenomen. Zij geeft van dat artikel eene, meer in de woorden dan in de strekking afwijkende van de aanvankelijk door ons voorgestelde, redactie aan de hand, waarbij de bewoordingen van het artikel gevolgd zijn zooals hot reeds geldt voor de middelbare Rijksscholen. Vergeleken bij het vroegere ontwerp (bijlage 1906 no. 19) hebben overigens alleen de artikelen 12 en 13 eene belangrijke herziening ondergaan. De over gangsexamens zijn daarbij, op het voetspoor van wat reeds bij het gymnasium was geschied, afge schaft en alleen het eind-examen is behouden en in overeenstemming met de wet, die het trouwens verplicht stelt, geregeld. Do wijzigingen in de artt. 10, 14, 18, 25, 27 en 28 van het oorspronkelijk voorstel zijn van bijkomstigen aard en vereischen geene nadere toelichting. Do ontwerpen II on III A en B zijn geheel van de voorstellen van verleden jaar overgenomen. Bij de behandeling is toenmaals een enkele stem opge gaan, die de invoering eener schoolgeldheffing voor het hier aan de orde gesteld onderwijs, als zijnde een daad van teruggang op den eens ingeslagen goeden weg, veroordeelde. Ten onrechte, naar het ons

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1907 | | pagina 71