212
Bijlage no. 15.
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908.
Art. 10 bis.
Bij de aanvrage aan Burgemeester en Wethouders
om verlof tot afwezigheid wegens ziekte door een
hoofd der school of een onderwijzer wordt tevens eene
geneeskundige verklaring overgelegd, waaruit blijkt,
dat de betrokkene wegens ongesteldheid verhinderd
is zijne betrekking waar te nemen.
Bij afwezigheid wegens ziekte wordt de onder
wijzer het eerste jaar op kosten van de gemeente
vervangen gedurende het tweede jaar moet hij de
helft der kosten van zijne vervanging dragen en
over de volgende jaren do geheele kosten daarvan.
De afwezigheid wordt geacht onafgebroken te
hebben voortgeduurd, indien het verlof daartoe
binnen ééno maand, nadat de werkzaamheden liervat
zijn, opnieuw wegens ziekte wordt aangevraagd.
Ten aanzien van een hoofd der school of een
onderwijzer aan wien op 1 September 1906 verlof
tot afwezigheid wegens ziekte is verleend, worden
de in het tweede lid bedoelde termijnen geacht op
dien datum te zijn aangevangen.
Voor het geven van onderwijs in de gymnastiek
aan de school der vierde klasse wordt het in het
vorig lid genoemde bedrag van 30.tot 45.—
verhoogd."
III.
Art. lObis wordt genummerd art. 11.
Na het tweede lid wordt een nieuw lid ingelascht
luidende
„Heeft de afwezigheid langer geduurd dan drie
maanden, dan hervat do onderwijzer zijne werk
zaamheden niet eerder dan na inzending aan Burge
meester en Wethouders van eene geneeskundige
verklaring, waaruit blijkt, dat die hervatting kan
worden toegelaten, zoowel met het oog op de be
langen van het onderwijs, als van den onderwijzer
zelf en de leerlingen."
IV.
Art. 11 wordt genummerd art. 12 en het cijfer
„32" in het eerste lid vervangen door „33".
V.
Artt. 12, 13 en 14 worden onderscheidenlijk ge
nummerd 13, 14 en 15.
Het eerste lid van laatstgenoemd artikel wordt
gelezen als volgt
„De verordening wordt geacht in werking te zijn
getreden den 1 Januari 1908."
Het tweede lid vervalt.
VI.
Art. 15 wordt genummerd art. 16 en wordt ge
lezen als volgt
„Met het in werking treden dezer verordening
vervalt de verordening tot regeling der jaarwedden
en dor verdere inkomsten van het onderwijzend
personeel aan de scholen van openbaar lager onder
wijs te Leeuwarden, vastgesteld bij raadsbesluit
van 12 April 1904, goedgekeurd bij besluit van
Gedeputeerde Staten van Friesland, d.d. 2 Juni
d. a. v. no. 70, gelijk zij nader is gewijzigd."
Leeuwarden, 190
De Raad voornoemd
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. Bijl. HO. lö
WIJZIGING der verordening, regelende de
inrigting van het personeel der
politie in de gemeente Leeuwarden
(Gem.blad 1905 ne. 45 en 1906
no. 19).
Aan den Gemeenteraad.
In een schrijven van den burgemeester aan ons
college van 18 dezer no. 960 wordt het voorstel
gedaan een wijziging der bovengenoemde verorde
ning, voor zoover de bezoldiging der inspecteurs
van politie betreft, bij den Raad aanhangig te maken.
Gelijk in die missive woi'dt opgemerkt, bestaat,
naast den burgemeester, ook bij burgemeester en
wethouders de overtuiging, dat in hot algemeen
genomen de jaarwedden van die ambtenaren, be
dragende voor den inspecteur der le klasse 1200.—
tot 1500.voor dien der 2e klasse 900.
tot 1200.voor don inspecteur-titulair 450.
tot 600.te laag zijn in verband met de diensten,
die van hen gevorderd worden en met de maat
schappelijke positie, waarin zij zich geplaatst zien.
Door hetgeen de burgemeester van de mutatie
onder dit personeel mededeelt wordt de wenschelijk-
heid eencr verbetering genoegzaam aangetoond.
Nu in de positie der agenten reeds bij raadsbesluit
van 24 Januari 1905 verandering is gebracht,
achten wij dan thans ook het tijdstip gekomen om
deze door eene herziening van de salarissen der
inspecteurs te doen volgen en de wedden te
bepalen resp. op 1400.tot 1800.1000.
tot 1300.— en 500.tot 700.
Onder verdere verwijzing naar den meergemelden
brief van onzen voorzitter, die bij do stukken is
gevoegd, hebben wij de eer U voor te stellen te
besluiten overeenkomstig het aangeboden ontwerp.
Leeuwarden, 18 Juli 1908.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
ZIMMERMAN, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
ONTWERP.
De Raad der gemeente Leeuwarden
overwegende dat wijziging van de regeling der jaar
wedden van de inspecteurs van politie wensrhelijk is
gezien het voorstel van burgemeester en wet
houders
besluit
I. artikel 2 der verordening, regelende de inrig
ting van het personeel der politie in de gemeente
Leeuwarden, vastgesteld bij raadsbesluit van 27
December 1883 (gemeenteblad no. 22 van 1883),
gewijzigd bij raadsbesluiten van 13 April 1886
(gemeenteblad no. 12 van 1886), van 26 Maart 1889
(gemeenteblad no. 6 van 1889), van 7 Mei 1895
(gemeenteblad no. 11 van 1895), van 11 September
1900 (gemeenteblad no. 24 van 1900) en van 24
Januari 1905 (gemeenteblad no. 6 van 1905) met
deze wijzigingen opgenomen in gemeenteblad no. 45
van 1905 en nader gewijzigd bij raadsbesluit van
11 September 1906 (gemeenteblad no. 19 van 1906),
te wijzigen in dien zin, dat de aanhef van hqfc
eerste lid wordt gelezen als volgt
„De jaarwedden dezer beambten zijn voor
den inspecteur van politie der le klasse van
1400.— tot 1800.—
den inspecteur van politie der 2e klasse van
1000.— tot f 1300.—,
den inspecteur van politie-titulair van 500.
tot 700.
II. te bepalen, dat deze wijziging in werking zal
treden den 1 Januari 1909.
Leeuwarden, 190
De Raad voornoemd.
213