B. zijn opgenomen Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. Art. 6. Art. 9. Om tot vasten werkman te worden aangesteld, moet men a. de bekwaamheid bezitten om de op te dragen werkzaamheden te kunnen uitvoeren b. van goed ordelijk en zedelijk gedrag zijn c. bij de indiensttreding den leeftijd van ten minste 20 jaar hebben bereikt en niet oirder zijn dan 32 jaar d. ten minste 52 weken in dienst der gemeente tot tevredenheid hebben doorgebracht e. voldoende lager onderwijs hebben genoten. Om tot tijdelijken werkman te worden aangesteld, moet men, behalve de in het eerste lid sub a, b en e gestelde vereischten, den leeftijd van ten minste 20 jaar hebben bereikt. Voor een aankomend werkman wordt een leeftijd van ten minste 15 jaar vereischt. In bijzondere gevallen kunnen Burgemeester en Wethouders van het in dit artikel sub c en d be paalde afwijken. Zon- en feestdagen worden geacht te beginnen te zes ure in den voormiddag van dien dag en te eindigen te vijf ure in den voormiddag van den volgenden dag. Art. 7. Onder nacht wordt in dit reglement bedoeld 's zomers de tijd tusschen namiddags 10 uur en den volgenden voormiddag 5 uur; 's winters de tijd tusschen namiddags 10 uur en den volgenden voor middag 6 uur. Onder zomer wordt verstaan de tijd van 1 April tot 1 October, onder winter, die van 1 October tot I April. HOOFDSTUK II. Aanstelling. Art. 8. De aanstelling geschiedt a. van vaste werklieden door Burgemeester en Wethouders op aanbeveling van het hoofd van den betrokken tak van dienst b. van tijdelijke werklieden door het hoofd van den betrokken tak van dienst. De vaste werklieden ontvangen behalve het in art. II genoemde dienstboekje eene schriftelijke aanstel ling van Burgemeester en Wethouders. De tijdelijke werklieden ontvangen geene schrif telijke aanstelling, doch alléén een dienstboekje. Art. 9. Om tot vasten werkman te worden aangesteld, moet men a. de bekwaamheid bezitten om de op te dragen werkzaamheden te kunnen uitvoeren b. van goed ordelijk en zedelijk gedrag zijn c. bij de indiensttreding den leeftijd van ten minste 20 jaar hebben bereikt en niet ouder zijn dan 32 jaar d. ten minste 52 weken tijdelijk in dienst dei- gemeente tot tevredenheid hebben doorgebracht e. voldoende lager onderwijs hebben genoten. De tijdelijke werkman wordt in ieder geval na 52 weken tot tevredenheid in dienst der gemeente te zijn geweest tot vasten werkman aangesteld, indien hij geacht kan worden voor de aan hem opgedragen werkzaamheden bij voortduring noodig te zijn. Om tot tijdelijken werkman te worden aangesteld moet men, behalve de in het eerste lid, sub a, b en e gestelde vereischten, den leeftijd van ten minste 20 jaar hebben bereikt. Met afwijking van hetgeen bepaald is bij art. 51 5° kan de tijdelijke werkman, die na 52 weken onafgebroken dienst nog niet in vasten dienst der gemeente is overgegaan, door het betrokken hoofd van den tak van dienst, onder goedkeuring van Burgemeester en Wethouders, 262 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. Bijl. no. 21. Art. 10 onveranderd. Art. 11. Aan eiken werkman Avordt zoo spoedig mogelijk, na de in art. 15 bedoelde onderteekening, tegen ontvangbewijs kosteloos uitgereikt, een dienstboekje, waarin A. vermeld staat en wordt bijgehouden 1°. de naam en de voornamen van den werkman, benevens de datum waarop en de plaats waar hij geboren is 2°. de datum zijner indiensttreding 3°. de tak van gemeentedienst waarbij hij werk zaam is gesteld; 1°. het loon waarop hij is aangesteld en c. q. de loonklasse waarin hij valt 5°. de datum en het nommer van het besluit van Burgemeester en Wethouders, waarbij hij als zoodanig is aangesteld, c. q. met vermelding van het bedrag dat hij wegens indiensttreding na het voleinden van het 32e levensjaar moet betalen boven hetgeen volgens de betrekkelijke verorde ning als pensioenbijdrage \Terschuldigd is 6°. bij ontslag, het tijdstip waarop en de reden waarom de dienstbetrekking is geëindigd B. zijn opgenomen 1°. dit reglement 2°. de bijzondere voorschriften van den tak van dienst, waarbij de werkman werkzaam is gesteld 3°. de verordeningen en besluiten waarvan de kennis voor de Averklieden van belang kan worden geacht. Artt. 1223 onveranderd. telkens weer voor den tijd van ten hoogste één jaar worden aangesteld. Voor een aankomend Averkman wordt een leeftijd van ten minste 15 jaar vereischt. In bijzondere gevallen kunnen Burgemeester en Wethouders van het in dit artikel sub c en d bepaalde afwijken. Art. 10. Indien hij, die tot vasten werkman wordt aange steld, ouder is dan 32 jaar, geschiedt do aanstelling- slechts onder voorwaarde, dat hij gedurende zoovele jaren, als hij ouder is dan 32 jaar, als pensioen bijdrage het dubbele stort van het als zoodanig volgens de betrekkelijke verordening verschuldigde bedrag. Bij de berekening van zijn pensioen wordt zijn dienst geacht met zijn 33e levensjaar te zijn ingegaan. Art. 11. Aan eiken werkman wordt zoo spoedig mogelijk, na de in art. 15 bedoelde onderteekening, tegen ontvangbewijs kosteloos uitgereikt, een dienstboekje, waarin A. vermeld staat en wordt bijgehouden 1°. de naam en de voornamen van den werkman, benevens de datum waarop en de plaats waar hij geboren is 2°. de datum zijner indiensttreding 3°. de tak van gemeentedienst waarbij hij werk zaam is gesteld 4°. het loon Avaarop hij is aangesteld en c. q. de loonklasse waarin hij valt 5°. de datum en het nommer van het besluit van Burgemeester en Wethouders, waarbij hij als zoodanig is aangesteld, c. q. met vermelding van het bedrag dat hij wegens indiensttreding na het voleinden Aran het 32e levensjaar moet betalen boven hetgeen volgens de betrekkelijke verordening als pensioenbijdrage verschuldigd is 6°. de datum Avaarop en de reden Avaarom de dienstbetrekking is geëindigd 1°. dit reglement 2°. de bijzondere voorschriften van den tak van dienst, waarbij de werkman werkzaam is gesteld 3°. de verordeningen en besluiten waarvan de kennis voor de werklieden van belang kan worden geacht. Art. 12. Indien in het in het vorig artikel bedoelde dienst boekje aanvullingen of wijzigingen moeten worden aan gebracht, -wendt de Averkman zich te dien einde tijdig tot het hoofd van den tak van dienst, waarbij hij werkzaam is gesteld. Art. 13. Bij herhaalde indiensttreding ontvangt de werk- 263

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1908 | | pagina 132