Bijlage tot het verslag der handelingen van don gemeonteraad van Leeuwarden, 1908.
schiktheid en gedrag, verhooging van loon na elke
drie jaren dienst.
Indien toewijding of geschiktheid te wenschen
overlaten kan de werkman, het betrokken hoofd van
den tak van dienst gehoord, door Burgemeester en
Wethouders in een lagere loonklasse worden ge
rangschikt of in loon worden verlaagd.
Art. 36.
Het loon van oen vasten werkman, wiens werk
kracht tengevolge van het klimmen zijner jaren ver
mindert, wordt niet verlaagd, wanneer hij aan de
zelfde soort van arbeid werkzaam blijft en daarvoor
volgens het oordeel van het betrokken hoofd van
den tak van dienst nog geschikt is.
Art. 37.
Het werken voor anderen is aan don vasten werk
man verboden, voor zoover hem van dit verbod
bij de bijzondere voorschriften of door Burgemeoster
en Wethouders geen vrijstelling wordt verleend.
Art. 38.
Onverminderd de op te leggen straf wordt geen
loon uitgekeerd over den tijd dat een werkman,
die naar het oordeel van het betrokken hoofd van
den tak van dienst of van dengene die hem ver
vangt, tengevolge van misbruik van sterken drank
niet in staat is de hem opgedragen werkzaamheden
uit te voeren en dientengevolge van het werk wordt
verwijderd. Deze verwijdering geschiedt voor den
geheelen dag waarop zij heeft plaats gehad. Van
de verwijdering wordt onmiddellijk aan Burgemees
ter en Wethouders kennis gegeven.
De werkman, die tengevolge van verzuim van
een half uur tot ten hoogste een halven dag in zijn
dienst moet worden vervangen, wordt gedurende
een halven dag geschorst met inhouding van loon,
onverminderd de op te leggen straf.
Voor de berekening van het in te houden loon
wordt het weekloon tot uurloon herleid, gelijk in
art. 30 en het 5e lid van art. 31 is bepaald.
Behalve voor verschuldigde pensioenstorting, ge
schiedt inhouding op hot loon van den werkman
wekelijks tot geen hooger bedrag dan tot 1/6 van
het weekloon.
HOOFDSTUK VIL
Ziekte van den werkman.
Art. 39.
Een werkman, die wegens ziekte moet verzuimen,
geeft daarvan onmiddellijk kennis of doet daarvan
onmiddellijk kennis geven aan het hoofd van den
tak van dienst waarbij hij werkzaam is gesteld of
aan dengene, die dezen vervangt.
270
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. Bijl. 110. 1
Art. 40.
Indien een vaste werkman door ziekte of ander
lichamelijk letsel, volgens verklaring van een ge
neeskundige, niet in staat is zijn arbeid te ver
richten, wordt aan hem als ziekengeld uitgekeerd
gedurende de eerste week 50 °/0, gedurende de
daaraanvolgende 26 weken 100 °/0 en gedurende
de daaraanvolgende 12 weken 75 °/o van het vaste
loon, dat hij ontving bij den aanvang van de ziekte
of toen hem het letsel overkwam.
Aan een tijdelijken werkman, die ten minste zes
weken onafgebroken in gemeentedienst is geweest,
zal, ingeval van ziekte of ander lichamelijk letsel,
gedurende zijn diensttijd, ondergelijke voorwaarden
als aan vaste werklieden, gedurende één week 3/4
van het loon dat hij ontving bij den aanvang van
de ziekte of toen hem het letsel overkwam bij ten
minste twee maanden onafgebroken gemeentedienst
gedurende drie weken 3/4en bij ten minste drie
maanden onafgebroken gemeentedienst gedurende
vijf weken 3/4 van dat loon als ziekengeld worden
uitgekeerd. De tijdelijke werkman, die minder dan
zes weken onafgebroken in dienst der gemeente
is geweest of die daarna ten minste 4 dagen dien
dienst heeft verlaten, heeft geen recht op uitkee-
ring van ziekengeld.
Indien een werkman, die na een ziekte den arbeid
heeft hervat, binnen een maand weer ziek wordt,
beslissen Burgemeester en Wethouders naar om
standigheden of die ziekte al of niet als voortzet
ting der vorige moet worden beschouwd.
De uitkeering van het ziekengeld gaat in met
den daarvoor door den geneeskundige aan te geven
dag, doch in geen geval vroeger dan met den dag
voorafgaande aan dien, waarop de werkman bij den
geneeskundige in behandeling is genomen.
Indien de geneeskundige verklaringen, in het
eerste en in het laatste lid bedoeld, Burgemeester
en Wethouders niet genoegzaam voorkomen, kun
nen zij eene andere verklaring of de verklaring van
een anderen arts vorderen of een onderzoek op
dragen aan den geneesheer-directeur van bet Stads
ziekenhuis.
Art. 41.
Ten aanzien van het ziekengeld gelden voorts
de volgende bepalingen
Elke week moet vóór den gewonen betaaldag
aan het betrokken hoofd van den tak van dienst
eene verklaring van een geneeskundige worden over
gelegd waaruit blijkt, dat de patient nog niet ge
schikt is tot het verrichten van zijn arbeid.
Bij het niet overleggen van deze verklaring wordt
geen ziekengeld uitbetaald.
Mede wordt geen ziekengeld uitbetaald en wat
reeds uitbetaald mocht zijn op later te betalen loon
verhaald
271