Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad vrn Leeuwarden, 1908.
of er eene bewaarplaats van ier aan 't Nieuwe
Kanaal is, waarop werd geantwoord dat dit den
voorzitter niet bekend was.
Een dor rapporteurs heeft vernomen, dat tijdelijk
compost is geborgen op land, eigen aan de ge
meente, in huur bij van der "Weide, daar geen plaats
daarvoor op 't Aschland was.
Volgno. 158. In de tweede sectie werd opgemerkt
dat in den Prinsentuin in de laatste jaren nooit
meer geïllumineerd wordt, zoodat dat lid zich ver
wondert over den post„vuurwerk en illuminatie
1295.—."
Volgno. 165. In de tweede sectie werd gevraagd
of 't niet wenschelijk was dat de gemeente zich
van eenige der daar genoemde panden ontdeed, die
alle onderhoud enz. medebrengen.
Ook werd gewezen op de dammen naast de
Poppeweg, die in staat van verval verkeeren en
waarvoor dat lid de post groot 30.voor „hekken,
dampalen en damleggers van landen, die voor één
jaar en als koeweiden worden verhuurd" veel to
laag achtte, aangenomen dat de gemeente tot onder
houd verplicht is.
In de eerste en derde sectie werd opgemerkt
dat in eene vorige begrooting voorkwam eene post
voor eene volksbadinrichting. Aangedrongen werd
daarin op de oprichting daarvan en het in af
wachting daarvan handhaven der gelegenheid tot
het verschaffen van sproeibaden.
Volgno. 173. In de eerste sectie werd gewezen
op het, naar men meende, improductieve der uitgave
ten behoeve van do Kamer van Koophandel. Baai-
voor notulen en schrijfwerk afzonderlijk wordt be
taald, begrepen enkele leden niet welke andere
werkzaamheden de secretaris, die bezoldigd wordt,
had te verrichten. Die leden meenden dat de geheele
uitgaaf zonder hinder zou kunnen worden bespaard.
Geantwoord werd dat volgens art. 19 van het
Koninklijk Besluit van 4 Mei 1896 (Sts.bl. no. 76),
do gemeente die uitgave moet betalen, waarbij werd
vorwezen naar 't verslag van 's Raads handelingen
van 3 Sopt 1907 blz. 142.
Volgno. 183. In de dorde sectio word de door
spoeling der openbare urinoirs onvoldoende ge
acht.
Volgno. 184. In de tweede en derde sectie word
verhooging van het tractement van don inspecteur
van politie der lo klasse, waarvoor 1600.is
uitgetrokken, op 1700.wenschelijk geacht.
Door den voorzitter dor tweedo sectio werd daarop
aan hot lid, dat die opmerking maakte, in overweging
gegeven om Burgemeester en Wethouders tot
wior compotontio die tractementsregeling behoort
te vorzookon dien post te vorhoogon, terwijl de voor
zitter dor derde sectie het tegenwoordig tractement
voldoende achtte.
Bijna algemeen werd in de tweede sectie die vor-
hooging wenschelijk geacht.
Een ander lid dier sectie betwijfelt of de be
zoldiging der agenten van politie der 3e klasse
wel voldoende is, torwijl in de derde sectie werd
gevraagd wanneer die agenten hun maximum-trac-
tement bereiken.
Tevens werd opgemerkt dat do Prinsentuin
's avonds tot 10 uur geopend is, terwijl de buffetten
om 7 a 8 uur gesloten zijn, en de surveillanten
dus genoopt zijn tot 10 uur te blijven.
Volgno. 190. Een lid der derde sectie wenschto
inlichtingen over de controle der gaardering van
bruggelden.
De voorzitter antwoordde, dat de verpachting-
vroeger geen goede resultaten opleverde en ter
controle der gaardering het verkeer door de bruggen
wordt nagegaan, terwijl veelal het aantal schepen, dat
door de eene brug, met dat, hetwelk door de andere gaat,
moet kloppen. Bovendien wordt een boek bijgehouden,
hetwelk gelegenheid biedt om afwijkingen na te gaan.
Volgno. 195. In de tweede sectie werd de wen-
schclijkheid uitgesproken, dcgemoente-geneesheeren,
behalve den directeur van 't ziekenhuis, die nu
f 650.— salaris genieten, hooger te bezoldigen,
wegens de belangrijke uitbreiding die de gemeente
heeft ondergaan, terwijl voornamelijk dat deel der
J bevolking is toegenomen, dat de hulp dier genees-
heeren inroept. Eene bezoldiging van f 800.
wordt wenschelijk geacht.
Daar het lid, hier aan 't woord, meent dat wijzi
ging der verordening, dit onderwerp betreffende,
vooraf zoude moeten gaan, werd door hem dit punt
hier alleen ter sprake gebracht om deze aangelegen
heid voor te bereiden.
Volgno. 207. De voorzitter der tweede sectie deelt
mede, dat Burgemeester en Wethouders waarschijnlijk
zullen voorstellen dezen post te verhoogon, daarna
de reorganisatie dor school het aantal leerlingen van
80 op 104 is geklommen, waarom men tot splitsing-
van klassen is moeten overgaan, wat kosten mee
brengt. De voorzitter meent, dat er wol 900.—
bij zullen moeten komen.
Volgno. 209. In de eerste sectie werd de wenschelijk-
lieid uitgesproken van schoolartsen en een school
voor achterlijke kinderen.
Er werd geantwoord, dat beide zaken bij Burge
meester en Wethouders in behandeling zijn.
Evenals 't vorig jaar werd gewezen op schoolbaden,
schoolreisjes van gemeontewego en de wonsclie-
lijkhoid het gymnastiekonderwijs to reorganiseeren.
Ook in de derde sectie achtte een lid schoolreisjes
gewenscht.
Volgno. 214. Gevraagd word of er al plannen bestaan
tot verbetering der school aan het Oldohoofstor
kerkhof. Voor voorziening in do overbevolking der
klassen zal, zoo meende dat lid, vergrooting van
meerdere scholen noodzakelijk zijn.
Volgno. 224. In de eerste sectie werd het voor
gestelde bedrag van 300.te laag gevonden, en
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. Bijl. no. 23.
er werd medegedeeld, dat er pogingen zullen worden
gedaan, dat bedrag te verhoogen.
Eveneens acht een lid der derde sectie ver
hooging gewenscht.
Volgno. 237. Een lid der eerste en een der derde
sectie achtte verbod van loodwithoudende verven
noodzakelijk.
Door den voorzitter werd geantwoord, dat Bur
gemeester en Wethouders getracht hebben hieraan
tegemoet te komen en verder het rapport der Staats
commissie afwachten.
Volgno. 243. Een lid der eerste sectie keurde
aansluiting van de gemeente bij de Onderlinge
Risico-Yereeniging af, die eene afdeeling is van
de Centrale Werkgevers Risicobank. De gemeente
behoorde, volgens hem, geen steun te geven aan
de Werkgevers Risicobank, die door hare praktijken
de Rijksverzekeringsbank benadeelt. Andere leden
meenden dat de onderlinge aansluiting van ge
meenten ten dezen opzichte is aan te bevelen.
Volgno. 250. In de eerste en tweede sectie werd
opgemerkt dat het bedrag te laag was. Het lid
in de tweede sectie, dat deze meening uitte, zoude
nu echter geen voorstel tot verhooging doen.
ONTVANGSTEN.
Volgno. 5. In de eerste sectie werd herziening
van de verordening op den hoofdelijken omslag
wenschelijk geacht. Meerdere opbrengst kon dan,
meende men, verkregen worden niet uit verhooging
van het percentage, maar door invoering van meerdere
progressie. Ook aftrek voor inwonende kinderen
en wellicht verhooging van het bedrag voor nood
zakelijk levensonderhoud konden, zoo meende dat
lid, worden overwogen.
In alle drie sectiën werd door enkele leden eigen
aangifte aanbevolen om juistere aanslagen te ver
krijgen. In de eerste en derde sectie werd betoogd
dat aanstelling van een controleur uitstekend zoude
werken.
Leeuwarden, den 9 October 1908.
J. D. KRIJGSMAN,
Rapporteur der eerste sectie.
A. MENALDA Hzn.,
Rapporteur der tweede sectie.
Algemeen rapporteur.
D. LAUTENBACH,
Rapporteur der derde sectie.
289