Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. Indien in den loop van een vorig kwartaal leer lingen op de school zijn toegelaten, wordt het deswege verschuldigd schoolgeld tegelijk met dat over het ingetreden kwartaal op de lijst uitgetrokken. Op die lijst wordt almede melding gemaakt van hot te kennen gegeven voornemen der leerlingen, die in de eerste helft van het loopende kwartaal de school zullen verlaten. Art. 2. De in art. 1 bedoelde lijst wordt door burge meester en wethouders vastgesteld en aan den gemeente-ontvanger ter invordering gezonden. Art. 3. Het schoolgeld is invorderbaar, zoodra door bur gemeester en wethouders oponbare kennisgeving is gedaan, dat de lijst aan don gcmeento-ontvangor is toegezonden. Art. 4. Hot schoolgeld moet betaald zijn voor het einde der eerste maand van het kwartaal, waarvoor het verschuldigd is. Bij weigering of nalatigheid van betaling geschiedt do invordoring overeenkomstig de bepalingen der artikelen 258 tot en met 261 dor gemoontowot. Art. De gomeente-ontvanger geeft vóór het einde van ieder kwartaal aan burgemeester en wethouders bericht omtrent de inning der schoolgelden over dat kwartaal. Leerlingen voor wie alsdan het verschuldigde niet is voldaan, worden tot de lessen een volgend kwartaal niet toegelaten voor die voldoening heeft plaats gehad. schoolgeld in Een uittreksel uit de lijst van het loopende jaar, wat de veranderingen in de schoolbevolking betreft, wordt vervolgens door haar vóór den 5e van iedere maand aan burgemeester en wethouders ingediend. Hebben in den loop eener maand geene veran deringen plaats gehad, dan wordt het uittreksel vervangen door een negatief bericht. Art. 3. Burgemeester en wethouders doen uit do volgens het vorig artikel ontvaugen opgaven zoo spoedig mogelijk schoolgeldlijsten opmaken en zenden die, na vaststelling, aan den gemeenteontvanger ter in vordering van de daarin uitgetrokken bedragen toe. Van die toezonding geschiedt openbare kennis geving. Art. 4. Na ontvangst van een schoolgeldlijst zendt de ge meenteontvanger binnen veertien dagen oen aan slagbiljet, waarvan het model door burgemeester en wethouders wordt vastgesteld, aan de daarin vo o rkom ende s cho olgeldplichtigen Art. 5. De schoolgelden zijn vorderbaar in zoovele ter mijnen als er na de maand waarin eene lijst is vastgesteld nog maanden van het dienstjaar over blijven. Do eerste tormijn vervalt den laatston dag van de maand, volgende op die, waarin de vast stelling heeft plaats gehad, en zoo vervolgens den laatsten dag van iedere opvolgende maand één termijn. De schoolgelden, uitgetrokken op de lijsten, die na de maand November worden vastgesteld, zijn één maand daarna ineens vorderbaar. Art. 6. Bij nalatigheid in het tijdig aanzuiveren van vervallen termijnen geschiedt de invordering over eenkomstig de voorschriften van de artt. 258 tot en met 261 der gemeentewet. In dat geval zijn burgemeester en wethouders, de commissie van toezicht op het middelbaar onder wijs gehoord, tevens bevoegd, de toelating op de school van de leerlinge, die het betreft, in te trekken. Art. 7. Voor het dienstjaar 1909 wordt in de artikelen 1 en 2 voor Januari gelezen Juli. Art. 8. Deze verordening treedt in werking den len Juli 1909, met welk tijdstip wordt ingetrokken de ver ordening op de invordering van het schoolgeld, voor onderwijs aan de school voor middelbaar onderwijs voor meisjes, vastgesteld bij besluit van den 10 October 1899 (gemeenteblad no. 3 van 1900). Leeuwarden, 190 de Raad voornoemd, 338 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. S'tfl. 710. ')0. ONTWERP II. BESLUIT tot intrekking van het raads besluit d.d. 28 Augustus 1888 (gemeenteblad n°. 12van 1888). De Raad der gemeente Leeuwarden Overwegende, dat bij de verordeningen tot het heffen van schoolgeld voor het onderwijs aan de Burgeravondschool (gemeenteblad no. 20 van 1907) en tot het heffen van schoolgeld voor het onderwijs aan de school voor middelbaar onderwijs voor meisjes, voldoende is voorzien in de regeling tot kostelooze plaatsing van leerlingen Overwegende dat de verordening, regelende de kostelooze plaatsing van leerlingen op de gemeente lijke inrichtingen van middelbaar onderwijs (ge meenteblad no. 12 van 1888) derhalve kan worden ingetrokken Gezien het voorstel van burgemeester en wet houders Besluit met ingang van 1 Juli 1909 in te trekken het bovengenoemd besluit d.d. 28 Augustus 1888 (ge meenteblad no. 12 van 1888). Leeuwarden, 190 de Raad voornoemd, MEMORIE VAN TOELICHTING. ONTWERP 1. Den 24 November 1908 werd door den Raad, in afwachting van de nadere definitieve voorstellen, in beginsel besloten tot heffing van een schoolgeld voor onderwijs aan leerlingen der school voor mid delbaar onderwijs voor meisjes van f 50.voor aangeslagenen in den hoofdelijken omslag naar een inkomen tot en met 3200. f 75.voor aangeslagenen in den hoofdelijken omslag naar een inkomen van boven 3200.tot en met f 4500. f 100.voor aangeslagenen boven 4500.en voor hen die buiten de gemeente wonen. Waar door deze regeling ingrijpende veranderingen in de tegenwoordige verordening tot het heffen van schoolgeld noodzakelijk werden, komt het gewenscht voor eene geheel nieuwe verordening vast te stel len die bovendien meer in overeenstemming is met die, geldende voor andere inrichtingen voor onder wijs in deze gemeente. Billijkheidshalve is ook in deze verordening ver mindering van schoolgeld toegestaan bij het naar de school zenden van meer dan één leerlinge door denzelfden, in de gemeente gevestigden, schoolgeld- plichtige. Voor buiten de gemeente wonenden werd deze vermindering niet noodig geoordeeld. Over wogen is hierbij dat niet te Leeuwarden gevestigde personen, die niet of slechts weinig in den hoofde lijken omslag bijdragen, niet behoeven te profi- teeren van voor de ingezetenen gunstige bepalingen. Naar den toestand op 1 October 1908 zal het schoolgeld bedragen per jaar 5912.50 de kosten van het onderwijs zijn voor 1909 geraamd op 19098.—. Tot toelichting van sommige artikelen het vol gende A. Heffingsverordening. Art. 1. Waar in de bestaande verordening eene bepaling is opgenomen omtrent het volgen van onderwijs in enkele vakken is ook hier deze bepaling, gewijzigd in verband met de nieuwe regeling der schoolgelden, overgenomen. Art. 3. De ondervinding leert, dat slechts bij hooge uitzondering meer dan twee kinderen door denzelf den schoolgeldplichtige naar school worden gezonden, i Eene bepaling als in de heffingsverordening van schoolgelden voor het openbaar lager onderwijs voor drie en meer kinderen uit hetzelfde gezin is opgenomen, wordt dan ook niet noodig geoordeeld. 339

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1908 | | pagina 169