V
Bijlage no. 11.
167
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. Bijl. 710. 11.
WIJZIGING van enkele verordeningen be
treffende het hooger en het middelbaar
onderwijs.
Aan den Gemeenteraad.
In verband met de langdurige afwezigheid wegens
ziekte van den Rector en den Conrector van het
gymnasium in het afgeloopen jaar, rees bij ons
het denkbeeld om de betrekkelijke verordening
aan te vullen met eene bepaling, gelijk aan het
bij raadsbesluit van 28 Maart 1906 in de ver
ordening regelende de onderwijzersjaarwedden inge-
laschte artikel 10bis. Daardoor zou ook aan deze
inrichting en er was geen reden om voor de
instellingen van middelbaar onderwijs de meisjes
school en de burgeravondschool niet ook soortge
lijke voorziening te treffen eene regeling in
het leven worden geroepen, die op billijke wijze
eenerzijds den betrokken leeraar gedurende een aan
gewezen tijd zijne geheele en daarna de helft zijner
wedde waarborgt, aan den anderen kant voor de
gemeente de zekerheid schept, dat zij niet langer
dan een bepaalden tijd de bezoldiging van een
aanhoudend afwezige leerkracht heeft te dragen.
Wij richtten dus tot Curatoren en tot de Commissie
van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs de vraag
wat zij van de opneming van een dergelijk artikel
in de daarvoor in aanmerking komende verorde
ningen dachten. Eerstgenoemd college maakte van
deze gelegenheid gebruik om nog enkele andere
wijzigingen en aanvullingen bovendien in overweging
te geven, waarvan de wenschelijkheid in den laat-
sten tijd gebleken was de Commissie van Toezicht
beperkte zich in haar antwoord tot het onderwerp
der vraag zelve. Daar het ons evenwel gewenscht
voorkwam, dat zoo mogelijk in de verordeningen
op dezelfde punten voorzieningen werden getroffen,
ontvingen wij op ons nader verzoek van laatstge
noemde Commissie een meer uitgewerkt en aan
het schrijven van Curatoren parallel loopend
voorstel.
Hadden Curatoren op de door hen in overweging
gegeven wijzigingen zelf reeds dadelijk het advies
van den Inspecteur der gymnasia ingewonnen, dat
geheel instemmend luidde, op die der Commissie
van Toezicht is door ons alnog het gevoelen van
den betrokken Inspecteur gevraagd. Waar zijn
rapport tot wijziging van het voorstel der Commissie
aanleiding heeft gegeven, is dit bij de toelichting
tot de artikelen aangeteekend.
Yan het aldus door ons gepleegd overleg is het
hieronder aangeboden ontwerp-besluit de vrucht.
Tot nadere toelichting daarvan moge het navol
gende dienen.
Als algemeene opmerking ga vooraf dat het
artikel, dat de betaling der bezoldiging regelt bij
ziekte van den leeraar, door ons is overgebracht
naar de verordeningen, houdende vaststelling van
het getal en de jaarwedden der leeraren (meisjes
school gemeenteblad 1894 no. 17, 1895 no. 15
burgeravondschoolgemeenteblad 1907 no. 19), hoe
wel de Commissie van Toezicht de bepaling opnam
in de verordeningen, de inrichting der scholen be
treffende. Wij geven aan de door ons voorgestelde
plaatsing de voorkeur, omdat de bepaling, geheel
overeenkomstig de regeling bij het lager onderwijs,
in gene verordeningen meer eigenaardig op haar plaats
is dan hier. Voorts is overal ook het hoofd der
inrichting in de regeling betrokken en de redactie
gevolgd, die thans is voorgesteld bij de voordracht
tot herziening der onderwijzersjaarwedden, in bijlage
7 van dit jaar opgenomen. Voor de aldaar in over
weging gegeven aanvulling wordt naar de daarbij
gevoegde toelichting verwezen. Het laatste lid
houdt verband met den voorgestelden datum van
in werking treding der wijzigingen en aanvullingen
op 1 Juli a.s.
la, lila, Y. De redactie, verschillende van de
door Curatoren en de Commissie aanbevolene, is
een gevolg van de opmerking van den Inspecteur
van het middelbaar onderwijs. Voorziening in
tijdelijke onderwijskrachten toch kan niet door die
colleges, maar moet door den gemeenteraad ge
schieden overeenkomstig de betrekkelijke wetsvoor
schriften.
Ic. Een soortgelijk artikel als voor scholen van
lager onderwijs bestond voor het Gymnasium niet.
In de redactie is tevens de Rector opgenomen en
eene uitzondering opengelaten als door buitengewone
omstandigheden het ontslag eerder moet ingaan.
Ila (art. 5.) Blijkens art. 7 der verordening voor
het Gymnasium vraagt de leeraar, die verhinderd is
les te geven, geen verlof, doch geeft hij hiervan
kennis het eerste en het voorlaatste lid houdt daar
mede rekening. Een zelfde opmerking geldt voor
Vla (art. 5) ten aanzien der burgeravondschool.
(Art. 6.) Uok hier is het wenschelijk geoordeeld in
de redactie rekening te houden met de ziekte van den
Rector. De bezoldiging van 100.- is gelijk aan die
van tijdelijke leeraren (art. 3 der verordening tot vast
stelling van het getal en de jaarwedden der leeraren).
Naar omstandigheden. Eene extra bezoldiging zal
niet behoeven te worden toegekend, als de leeraar,
die, van zijn eigen lesuren enkele latende vallen,
tengevolge van de vervanging niet met meer uren
dan zijn gewoon aantal wordt belast.
III6. Hoewel de Inspecteur zich niet volkomen
vereenigt met de hier aangegeven wijziging is het,
in overeenstemming met wat ten aanzien der over
gangsexamens reeds voor Gymnasium en burger-