170
171
Bijlage tot liet verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908.
Art. 8.
Burgemeester en wethouders wijzen tolken jaar
een der leeraressen aan, 0111 de directrice bij af
wezigheid of verhindering te vervangen.
Van elke vervanging wordt door de alzoo aan
gewezen leerares aan burgemeester en wethouders
kennis gegeven.
Bij afwezigheid, ziekte of ontstentenis van een
der docenten wordt zooveel mogelijk door de
overige docenten, volgens aanwijzing van de direc
trice, in do vervulling der lessen voorzien.
Art. 14.
Jaarlijks wordt tegen het einde van den cursus
een openbaar examen van de leerlingen gehouden.
Het examen wordt afgenomen, onder leiding van
een lid der commissie van toezicht als voorzitter,
door de directrice en de docenten.
Na afloop van dit examen worden de leerlingen,
die daartoe bekwaam geoordoeld zijn, tot eene
hoogere klasse bevorderd, of van de school ont-
ontslagen.
Art. 6.
Ingeval van ontstentenis of van afwezigheid
wegens ziekte van den Rector of van een leeraar
langer dan één maand kan hem, die den Conrector
of den leeraar vervangt, naar omstandigheden eene
belooning, berekend naar 100.per wekelijksch
lesuur per jaar boven zijne gewone bezoldiging-
worden toegekend.
b. art. 5 van voornoemde verordening te num
meren art. 7.
III. a, aan art. 8 der verordening op de school
van Middelbaar Onderwijs voor Meisjes met vijf
jarigen cursus in de gemeente Leeuwarden, vastge
steld bij raadsbesluit van 15 April 1875, gelijk zij
laatstelijk is gewijzigd bij raadsbesluit van 23 Juli
1901, na het derde lid toe te voegen twee nieuwe
alinea's, luidende
Mocht deze voorziening langer dan één week
duren dan geschiedt de voortzetting daarvan niet
dan onder goedkeuring der commissie van toezicht.
Kan op de wijze in de beide vorige alinea's be
paald niet behoorlijk in het onderwijs worden voor
zien, dan kan door den gemeenteraad op de wijze,
zooals geregeld is in art. 29 der wet, houdende
regeling van het Middelbaar Onderwijs, in overleg
met de commissie van toezicht en de directrice
de waarneming der lessen tijdelijk aan iemand buiten
de docenten worden opgedragen.
b. art. 14 van voornoemde verordening te lezen
als volgt
Jaarlijks worden aan het einde van den cursus
do leerlingen, die daartoe bekwaam worden geoor
deeld, tot eene hoogere klasse bevorderd.
Aan de leerlingen van de vijfde klasse, die, na
afgelegd openbaar examen na afloop van den cursus
te houden, voldoende bekwaam worden geoordeeld,
wordt een diploma uitgereikt.
Een en ander geschiedt door de commissie van
toezicht op voordracht van de directrice en de
docenten.
IV. a. na art. 3 der verordening, regelende de
jaarwedden der docenten aan de school van Middel
baar Onderwijs voor Meisjes te Leeuwarden, vast
gesteld bij raadsbesluit van 25 September 1894,-
gewijzigd bij raadsbesluit van 10 Augustus 1895,
twee nieuwe artikelen in te lasschen, luidende
Art. 4.
Bij aanvrage aan Burgemeester en Wethouders
om verlof tot afwezigheid wegens ziekte door de
directrice of een docent wordt tevens eene genees
kundige verklaring overgelegd waaruit blijkt, dat de
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. Syl. ÏIO. 11
Art. 24.
Voor de afwezigheid van een leeraar gedurende
langer dan drie dagen wordt het verlof van de
Commissie van Toezicht, door tusschenkomst van
den Directeur aan te vragen, vereischt.
betrokkene wegens ongesteldheid verhinderd is de
betrekking waar te nemen.
Is de directrice of een docent wegens ziekte
afwezig dan wordt de docent, die krachtens het
bepaalde bij art. 8 der verordening op de school
van middelbaar onderwijs voor meisjes met vijf
jarigen cursus in de gemeente Leeuwarden de
directrice vervangt of de afwezige docent het eerste
jaar op kosten van de gemeente vervangengedu
rende het tweede jaar moet de betrokken afwezige
de helft der kosten van zijne vervanging dragen
en over de volgende jaren de geheele kosten
daarvan.
Heeft de afwezigheid langer geduurd dan drie
maanden, dan hervat de betrokkene zijne werkzaam
heden niet eerder dan onder overlegging aan de
commissie van toezicht van eene geneeskundige
verklaring, waaruit blijkt dat die hervatting kan
worden toegelaten, zoowel met het oog op do be
langen van het onderwijs als van den betrokkene
zelf en van de leerlingen.
De afwezigheid wordt geacht onafgebroken te
hebben voortgeduurd, indien het verlof daartoe
binnen één maand, nadat de werkzaamheden hervat
zijn, opnieuw wegens ziekte wordt aangevraagd.
Ten aanzien van hem, aan wien op 1 Juli 1908
verlof tot afwezigheid wegens ziekte is verleend,
worden de in het tweede lid bedoelde termijnen
geacht op dien datum te zijn aangevangen.
Art. 5.
Ingeval van ontstentenis of afwezigheid wegens
ziekte van de directrice of van een docent langer
dan één maand kan, naar omstandigheden, den docent
die de plaatsvervangende directrice of den afwezigen
docent vervangt, eene belooning, berekend naar ten
hoogste 100.in de wis- en natuurkundige vakken
en naar ten hoogste 85.in de overige vakken
per wekelijksch lesuur per jaar boven zijne gewone
bezoldiging worden toegekend.
b. art. 4 van voornoemde verordening te num
meren art. 6.
V. aan art. 24 van het Reglement voor de
Burgeravondschool te Leeuwarden, vastgesteld bij
raadsbesluit van 11 Juni 1907, drie nieuwe alinea's
toe te voegen, luidende
Bij afwezighoid, ziekte of onstentenis van een
der leeraren wordt zooveel mogelijk door de overige
leeraren, volgens aanwijzing van den Directeur, in
de vervulling der lessen voorzien.
Mocht deze voorziening langer dan één week
duren, dan geschiedt de voortzetting daarvan niet
dan onder goedkeuring der commissie van toezicht.
Kan op de wijze, in de beide vorige alinea's be
paald, niet behoorlijk in het onderwijs worden voor-