Bijlage no. 13. 183 Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. Bijl. HO. 13. NADERE aanbieding van het voorstel tot uitgifte in erfpacht van de ter reinen der voormalige „Linnen- bleekerij" aan denHoekstersinge! (bijlagen 30 van 1906, '20, 37 en -10 van 1907). Lift. a. Voorstel van Burgemeester en Wethouders. Aan den Gemeenteraad. Bij Uw besluit van 1-4 Januari 1.1. is ons college verzocht het in bijlage no. '20 van 1907 opgenomen voorstel betreffende het boven afgedrukte onderwerp tot zich te nemen en nadat met enkele hoofdpunten, bij dat besluit aangegeven, rekening zal zijn ge houden, het Uwe Vergadering opnieuw aan te bieden. In voldoening aan die uitnoodiging gaat een nieuw ontwerp-besluit hiernevens, waarbij tevens onder de oogen zijn gezien de in het sectierapport van 12 November 1907 (bijl. uo. 37) sub S 3 van rechts geleerde zijde gemaakte opmerkingen en het in 4 bij de verschillende artikelen aangeteekonde. Beide zijn toenmaals bij de memorie van antwoord aan vankelijk buiten bespreking gelaten, omdat Burge meester en Wethouders er prijs op stelden omtrent een en ander nader het gevoelen van hunnen des kundige te vernemen, die ook vóór de eerste aan bieding van het voorstel zijn oog over het juridische gedeelte had laten gaan. Zijn advies, den 30 Maart 1.1. ingekomen, drukken wij hier achter onder litt. c af. Waar bij de hieronder volgende toelichting op het ontwerp opmerkingen uit de beide aangehaalde paragrafen van het sectierapport door ons niet worden gerescontreerd, daar beteekent dit dat wij ons aan het rapport van Mr. Wolff refereeren. Zoo kan ten opzichte van den inhoud der geheele 3 naar dat stuk worden verwezen. 4 art. 1. Uit de uitgifte wordt gehouden het bij raadsbesluit van- 14 April 1.1. no. 135R/55 aan J. F. en J. L. Tak in erfpacht afgestane perceel, deel uitmakende van bouwblok D, gedeelten a en b op de situatiekaart is door het aanbrengen van rood-blauwe arceering met deze veranderifig rekening gehouden. Art. 6. De aanvulling is een gevolg van wat onder dit art. in het sectie-rapport is opgemerkt. Art. 7, '2b. Aanvulling en wijziging alsvoren. 2e lid. Burgemeester en Wethouders erkennen dat de verruiming hunner bevoegdheid om aanvragen te weigeren de uitgifte ten goede zal kunnen komen. Mededeeling der redenen van weigering aan den aanvrager, in het geval sub c, is niet gewenscht. Mocht de Raad deze begeeren te vernemen, dan kan aan Burgemeester en Wethouders het verlangen daartoe worden kenbaar gemaakt. Art. 12. De wijziging is een gevolg van het raadsbesluit van 14 Januari 1908. De in het sectie rapport aangegeven verandering komt onnoodig voor. Waarom het instituut erfpacht is gekozen en niet opstal, is met de toelichting tot het voorstel van 1 Juni 1907 (bijlage no. 20) en met de wette lijke bepalingen ten opzichte van beide rechten voor oogen o.i. duidelijk. Art. 13. Het art. is aangevuld in den geest van het amendementCl. W. Koopmans. Art. 16a. Het eerste lid is met eenige bepalingen aangevuld, waarvan alsnog de wenschelijkheid ge bleken is. Art. 16d en e. Zie het bij art. 6 aangeteekende. Art. 17, 1. Wijziging overeenkomstig het raads besluit van 14 Januari 1908. 3e lid. Zie het bij art. 6 aangeteekende. Art. 18. Gewijzigd overeenkomstig de opmerking in het sectie-rapport ad art. 18, laatste twee zinsneden. Art. 19. Alsvoren conform laatste zinsnede der opmerking in het sectie-rapport. Art. 21. In dit en de volgende artt. is overeen komstig den wensch van het sectie-rapport in plaats van „eindiging" de uitdrukking „te niet gaan" ge bezigd, waarmede de lezing der bepalingen aan duidelijkheid zal hebben gewonnen. 2e lid. De bepaling moet worden behouden, omdat zij in het stelsel van het ontwerp niet kan worden gemist. De bestaande erfpachter toch heeft bij afloop van het recht krachtens het bepaalde bij art. 26 een voorkeur, die hij of zijn rechtsvoorganger aan de voorwaarden die bij de eerste uitgifte geldende waren in casu de onderwerpelijke ontleent. Het ontwerp gaat echter niet zoover dat het ook thans reeds den termijn der continuatie regelt. Het in 1990 levend geslacht zal dit hebben uit te maken. De hier en bij art. 26 in het sectie-rapport gemaakte opmerkingen zijn onderling tegenstrijdig. Art. '22, 1. De laatste volzin kon hier inderdaad worden gemist. 2e lid. Gewijzigd overeenkomstig het advies van Mr. Wolff. Door de sectiën is blijkbaar de strekking van dit lid overigens niet juist gevatde erfpachter heeft en had inderdaad de keus het recht voor het resteerende al of niet te continueeren intusschen is het oordeel van den Gemeenteraad nu uit hot art. geschrapt. Het cijfer 75 is gekozen in verband met de voor een redelijke woning benoodigde opper vlakte grond. Art. 23, 2, 3, 4. Zie het bij art. 6 aangeteekende. Art. 24, 1. De na de interlinie in het sectie rapport gemaakte opmerkingen zijn ter harte ge nomen. De strekking van het amendementG. W. Koopmans, tenzij het alleen verandering van redactie beoogt, is niet recht duidelijk.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1908 | | pagina 92