Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. en zal aan hem worden teruggegeven, wanneer, voor zoover van hem afhankelijk, aan de bepalingen van art. 16 wat a 1 betreft, alleen aan de bepaling van de eerste zinsnede, is voldaan. Art. 9. Akte. 1. De akte van erfpacht moet notarieel worden verleden binnen een maand na de in artikel 7 be doelde provisioneele toewijzing. 2. Zij zal het beding bevatten dat de inge schreven hypothecaire schuldeischers, die ingevolge het bepaalde bij art. 34 van hun optreden hebben kennis gegeven, de rechten kunnen doen gelden die hun in deze bepalingen zijn toegekend. Art. 10. Aanvaarding 1. Het terrein wordt aanvaard, zoodra de in het vorig artikel bedoelde akte is verteekend, tenzij Bur gemeester en Wethouders bij de provisioneele toe wijzing een ander tijdstip aanwijzen. 2. Indien daartoe bij de aanvrage het verzoek wordt gedaan, kan de erfpachter, na daartoe bekomen vergunning van Burgemeester en Wethouders, het terrein echter terstond na de toewijzing, in art. 7 bedoeld, in gebruik nemen tegen vergoeding van J/2 pet. van de waarde, die tot grondslag van den canon strekt, voor elke maand of gedeelte daarvan, die liij het terrein vóór de verteekening der akte in gebruik neemt. 3. Bij de verteekening der akte of bij vroegere ingebruikneming gaan de hoed, noed en het onder houd van het terrein over op den erfpachter. Art. 11. Levering. De erfpachter moet het terrein ontvangen zoo goed en kwaad als het moge wezen, naar de grootte, die het in de akte is verklaard te hebben en in den toestand, waarin het is bij de verteekening der akte met alle daaraan verbonden bekende of onbe kende gebreken, lusten, lasten, actiën, heerschende en lijdende erfdienstbaarheden, massaliteiten, bezwa ren van onderhoudsrechten en verplichtingen en wat van dien aard meer moge zijn, zonder dat de erf pachter eenig vei haal zal kunnen uitoefenen tegen de gemeente, die geen andere vrijwaring belooft, dan voor het volle genot van het terrein, indien de erfpachter daarin mocht worden gestoord. Art. 12. Duur van liet erfpachtsrecht. De uitgifte geschiedt, voor zoover daaromtrent hieronder geen andere bepalingen zijn gesteld, voor een tijdvak eindigende den 31 December 1990 en onder de navolgende bepalingen. 188 Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. Bijl. HO. 13 Art, 13. Canon. 1. De canon is verschuldigd van den dag der aanvaarding af. 2. Hij moet jaarlijks op straffe van eene boete, ten bedrage van één jaar canon voor elke maand vertraging in één termijn vóór of op 31 December aan den gemeente-ontvanger worden betaald, het eerste jaar tot een bedrag, berekend van den dag der aanvaarding af tot het einde des jaars. 3. Alle belastingen, die op den in erfpacht uit gegeven grond of op de daarop gestichte gebouwen mochten liggen of gelegd worden, zijn van den dag der aanvaarding af voor rekening van den erfpach ter. Art. 48 der wet van 26 Mei 1870 (Staatsblad no. 82) kan door hem niet worden ingeroepen. Hij doet afstand van het hem bij art, 776, 2e lid, van het Burgerlijk Wetboek toegekende recht. Art. 14. Kosten. Alle kosten op de uitgifte in erfpacht vallende (die der inschrijving en de kosten van uitmeting van het terrein door een landmeter van het kadaster daaronder begrepen), komen ten laste van hem met wien het erfpachts-contract is aangegaan. Art, 15. Overdracht. 1. De erfpachter en alle volgende rechtverkrij genden zijn gehouden de verplichting, voortvloeiende uit art, 5, laatste lid, zoomede de bepalingen van art. 16 na te leven en die bij overdracht hunner rechten in de akte van overdracht op te nemen. 2. De erfpachter verbeurt bij het niet naleven dezer laatste bepalingen een boete ten bedrage van twee en twintig maal de canon. Art. 16. Algemeene bouichepalingen. De erfpachter is behalve tot naleving der wetten en verordeningen op het bouwen en inrichten van woningen, mede gehouden te dier zake de bepalingen in acht te nemen, vermeld onder de volgende letters a. Termijn van bebouwing. 1. Binnen vijf jaren na de dagteekening der akte van erfpacht moet de bebouwing van de be treffende perceelen met inachtneming van het be paalde bij art. 5 laatste lid zijn voltooid op straffe eener boete ten bedrage van één jaar canon voor elke maand verzuim. Zonder goedkeuring van Burgemeester en Wet houders mag hetgeen gebouwd is niet worden ge sloopt of verbouwd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1908 | | pagina 95