Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. lid van art. 21 het terrein één jaar vóór yerloop van den termijn waarvoor het is uitgegeven, weder om in de in art. 2 bedoelde lijst is opgenomen, en de bestaande erfpachter op de wijze als is voorzien bij art. 5 binnen een half jaar na die opneming oeno aanvrage doet om hetzelfde terrein tegen de nieuw vastgestelde waarde in erfpacht te verkrijgen, houden Burgemeester en Wethouders de beslissing op die aanvragen aan totdat een half jaar na ge zegde opneming is verstreken. 2. Zijn in dien tijd geen andere aanvragen voor hetzelfde terrein of voor een gedeelte daarvan inge komen. dan beslissen Burgemeester en Wethouders op de aanvrage krachtens het bepaalde bij art 7. 3. Zijn in dien tijd andere aanvragen voor het zelfde terrein of voor een gedeelte daarvan inge komen, dan zijn de artt. b en 7 toepasselijk, met dien verstande dat de bestaande erfpachter bij aanvrage tegen gelijke waarde de voorkeur geniet. 4. Belanghebbenden hebben ten deze binnen 30 dagen, nadat de provisioneele toewijzing te hunner kennis is gekomen, beroep op den Raad. Bij do provisioneele toewijzing van het terrein aan den bestaandon erfpachter beslissen Burgemeester en Wethouders tevens in hoeverre de artt. S en 1H toepasselijk zijn. Art. 27. Gevolgen tan te niet gaan van het rechtzoowel bij beëindiging op gronden van algemeen nut, als na verrallen verklaringals ingeval van verloop van den termijn zonder vernieuwing van het recht. 1. Na het te niet gaan van het recht, ingevolge raadsbesluit, waarbij de beëindiging van het recht op gronden van algemeen nut is uitgesproken, of na vervallenverklaring van het recht, of door ver loop van den termijn ingeval van niet-vernieuwing van hot recht treedt de gemeente terstond in den eigendom van den opstalde erfpachter is bijge volg niet gerechtigd daarna iets weg te ruimen of iets aan den toestand te veranderen. 2. Voor zoover Burgemeester en Wethouders den erfpachter geen kennis geven, dat dit niet wordt verlangd, zal de grond ter vrije beschikking van de gemeente en de daarop gevestigde gebouwen ontruimd en eveneens ter vrije beschikking van de gemeente moeten zijn. Art. 28. Te niet gaan van het rechtna vervallenverklaring of door verloop van den termijnzonder dat vernieuwing plaats heeft. 1. Behoudens het bepaalde bij de volgende artikelen treedt de gemeente, na vervallen-verklaring of na te niet gaan van het recht, door verloop van den termijn, zonder dat vernieuwing plaats heeft in den eigendom van den opstal, tegen vergoeding 190 Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1908. ffijl. HO. IS van de waarde in den toestand, waarin die opstal zich ten tijde van het te niet gaan bevindt, even wel onder aftrek van hetgeen de erfpachter, blijkens vaststelling door Burgemeester en Wethouders, ter zake het erfpachtscontract nog aan de gemeente schuldig is. Deze waarde wordt in geval van ver schil bepaald door deskundigen. 2. Ingeval van vervallen-verklaring wordt bij de berekening der vergoeding niet gelet op nieuwe gebouwen of werken of op veranderingen, gemaakt of aangebracht na de kennisgeving van Burgemeester en Wethouders aan den erfpachter, dat aan den Raad de vervallen-verklaring zal worden voorgesteld. 3. In geval van verloop van den termijn zonder dat vernieuwing plaats vindt wordt bij de bereke ning der vergoeding niet gelet op nieuwe gebouwen of werken of op veranderingen, gemaakt of aange bracht in het laatste jaar aan de eindiging vooraf gaande. 4. Alvorens eenige uitbetaling kan plaats hebben, moeten, voor zoover niet door Burgemeester en Wethouders aan den erfpachter kennis is gegeven, dat dit niet wordt verlangd a. de grond en gebouwen ontruimd en ter vrije beschikking van de gemeente zijn gesteld b. van het te niet gegaan zijn van het erfpachts- recht de vereischte aanteekening zijn gedaan in de openbare registers, onder verwijzing naar het be trekkelijke raadsbesluit. Art. 29. Bepalingen betreffende te niet gaan van het recht na vervallenverklaring. 1. Het bepaalde bij het vorig artikel omtrent de vergoeding, bij vervallenverklaring van het recht, is niet toepasselijk indien Burgemeester en Wet houders, na daarvan aan den erfpachter en de in geschreven hypothecaire schuldeischers binnen twee maanden na de vervallen-verklaring kennis te hebben gegeven a. het erfpaclitsrecht met den opstal in openbare veiling brengen b. het terrein met den opstal mits met schrif telijk goedvinden van alle ingeschreven hypothecaire schuldeischers op de bestaande voorwaarden voor den overblijvenden tijd ondershands in erfpacht uitgeven. 2. Het in veiling brengen kan eens of meermalen worden herhaald. Over de toewijzing beslist de Gemeenteraad. 3. Den erfpachter wordt bij toepassing van het le lid sub a uitbetaald de netto-opbrengst van den opstal, bij toepassing van het le lid sub b de vergoe ding voor den opstal, berekend volgens het vorige artikel, een en ander onder aftrek van hetgeen de erfpachter, blijkens vaststelling door Burgemeester en Wethouders, ter zake het erfpachtscontract nog aan de gemeente schuldig is. 197

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1908 | | pagina 99