II'
mjL
1
v-
fes
•v.j ïji-
't
r| /ƒ.1 m
illlilil
if
■14
i:
|V.
|l ISv
r' I
I:'
r.
L).
fifllii'
iW*»k
'gf Alii»
Ï'P
i
.'Sv:..'
J
;j|i ',:y
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1909.
Art. 4.
Het plaatsen van goederen in de waag wordt ge
acht het verzoek tot weging in te sluiten.
Deze bepaling is niet van toepassing op de vaten
van een partij van boven 12x/2 tot en
met 25 kilogram 0.01x/2
van een partij van boven de 25 tot en
met 50 kilogram 0.02
voor grootere partijen voor de eerste 50 kilogram
0.02 en voor elke verdere 50 kilogram, gedeelten
voor vol gerekend, 0.01]/2, behoudens de volgende
bepalingen
Bestaat eene partij uit
1000 tot beneden 2000 stuks kazen, model Edam
mer, of uit
500 tot beneden 1000 stuks nagelkazen of kazen,
model Goudsche,
dan bedraagt het recht van elke 50 kilogram,
gedeelten voor vol gerekend, f 0.01x/2
en bij grootere partijen
voor de kazen boven de vermelde getallen.
O 7
van elke 50 kilogram, gedeelten voor
vol gerekend0.01x/2
Art. 6.
Het plaatsen van goederen in de waag wordt
geacht het verzoek tot weging in te sluiten.
Deze bepaling is niet van toepassing op kaas
boter, die reeds aan eene andere waag zijn gewogen, en vaten boter, waarvan bij den aanvoer is opge
noch op die, waarvan bij den aanvoer is opgegeven, geven, dat geene weging wordt verlangd,
dat geene weging wordt verlangd en evenmin op de
aangevoerde eieren.
Art. 5.
(Ongewijzigd).
Art. 6 (vervalt).
Onder de rechten voor het wegen en verwerken
van boter vastgesteld, zijn niet begrepen de kosten,
die krachtens het provinciaal reglement op de boter
vaten tot vinding van tractementen en reiskosten van
de keurmeesters der botervaten worden ingevorderd.
Art. 7.
Voor het bewaren van boter in de daarvoor be
stemde bewaarplaats bedraagt het recht ƒ0.05 per
vat, doch voor elke partij niet minder dan 0.25,
voor elk tijdvak, vallende tusschen den eenen en
den anderen dag voor den verkoop van boter aan
de waag bestemd.
Art. 7.
Voor het door den waagweester af te geven
biljet van weging, indien zoodanig biljet wordt
verlangd, is verschuldigd 0.02x/2.
Art. 8.
Voor het gebruik van standplaatsen in de waag,
met uitzondering van die voor den verkoop van
eieren, bedraagt het recht voor het geheele belas
tingjaar 50 cent per centiare.
Art. 8.
Voor het bewaren van boter in de daarvoor be
stemde bewaarplaats bedraagt het recht ƒ0.05 per
vat, doch voor elke partij niet minder dan f 0.25,
voor elk tijdvak, vallende tusschen den eenen en
den anderen dag voor den verkoop van boter aan
de waag bestemd.
Voor het bewaren van kaas in de daarvoor be
stemde bewaarplaats bedraagt het recht per 50
kilogram of gedeelte daarvan 5 cent, doch voor
elke partij niet minder dan 25 cent, voor elk in
het eerste lid genoemd tijdvak.
Art. 9.
Voor het gebruik van standplaatsen in het waag
gebouw bedraagt het recht voor het geheele be
lastingjaar 50 cent per centiare.
Voor het gebruik van standplaatsen op het tot
222
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1909. Bijl. 710. 16.
Indien tusschentijds eene standplaats in gebruik
wordt genomen, wordt het recht over het loopende
belastingjaar naar tijdsgelang berekend.
De aanwijzing der standplaatsen geschiedt door
den waagmeester, zoo noodig bij loting, op de wijze,
door hem te bepalen.
Art. 9 (vervalt).
Voor het gebruik van standplaatsen voor den
verkoop van eieren bedraagt het recht voor het
geheele belastingjaar 1.25 per centiare.
Als standplaats wordt mede aangemerkt de ruimte
die wordt ingenomen voor het in- en uitpakken der
eieren, voor het plaatsen der kisten enz. en voor alle
verdere werkzaamheden inzake den eierenhandel.
De 2e en 3e alinea van het vorige artikel zijn ook
op de hier bedoelde standplaatsen van toepassing.
Voor het in de waag doen verblijven van ledige
kisten en verdere benoodigdheden voor den eieren-
handel is geen recht verschuldigd, doch hierom
trent dienen de voorschriften van den waagmeester
te worden opgevolgd.
Voor den verkoop van eieren, waarvoor geen ge
bruik van eene tafel wordt gemaakt en die niet worden
uitgestald, bedraagt het recht voor eiken dag 0.05.
Art. 10.
(Ongewijzigd).
de waag behoorend terrein langs de Willemskade
(noordzijde) van de Wirdumerpoortsbrug tot de
Zuiderstraat, bedraagt dit recht één gulden per
centiare.
Indien tusschentijds een standplaats in gebruik
wordt genomen, wordt het recht over het loopende
belastingjaar naar tijdsgelang berekend.
De aanwijzing der standplaatsen geschiedt door
den waagmeester, zoo noodig bij loting, op de wijze,
door hem te bepalen.
Art. 10.
Voor het gebruik van aanplakborden en muur
vlakten bedraagt het recht als volgt
voor eene iveek
voor de eerste 50 vierkante decimeter, per dM2.,
1 cent
voor de volgende 50 vierkante decimeter, per
dM2., 3/4 cent
voor elke dM2. boven de 100 vierkante deci
meter x/2 cent.
voor drie maanden
voor de eerste 50 vierkante decimeter, per dM2.
2x/2 cent
voor de volgende 50 vierkante decimeter, per
dM2., l7/8 cent
voor elke dM2. boven de 100 vierkante decimeter
lx/4 cent.
voor langer tijdvak tot het einde van het belastingjaar
voor de eerste 50 vierkante decimeter, per dM2.,
5 cent
voor de volgende 50 vierkante decimeter, per
dM2., 38/4 cent
voor elke dM2. boven de honderd vierkante deci
meter 2x/a cent.
De aanplakborden moeten door den huurder worden
geleverd.