Bijlage tot het verslag der hhandelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1909. Art. 7 der verordening, regelende het gebruik van de waag. De waagmeester geniet eene bezoldiging van f 700 per jaar. Hij kan in de waarneming zijner bediening, uiter lijk voor den tijd van eene maand, worden geschorst door burgemeester en vethouders, die van hun be sluit tot schorsing in de eerstvolgende vergadering van den Raad mededeeling doen. In dit geval en bij ontstentenis, ongesteldheid of andere verhindering wordt door burgemeester en wethouders tijdelijk in de waarneming voorzien. Behalve de verplichtingen, den waagmeester bij deze verordening opgelegd, gedraagt hij zich naar eene door den Raad vast te stellen instructie. Art. 1 der bestaande instructie. De waagmeester staat onder de onmiddellijke bevelen van burgemeester en wethouders. Art. 2. Behalve de nakoming der verplichtingen hem bij de verordening regelende het gebruik van de waag opgelegd, zorgt hij in het algemeen voor alles wat de goede orde in en het doelmatig gebruik van de waag kan bevorderen. Art. 3. (Ongewijzigd). Art. 2. Hij geniet eene bezoldiging van 500 per jaar. Hij kan in de waarneming zijner bediening, uiter lijk voor den tijd van eene maand, worden geschorst door burgemeester en wethouders, die van hun be sluit tot schorsing in de eerstvolgende vergadering van den Raad mededeeling doen. In dit geval en bij ontstentenis, ongesteldheid of andere verhindering wordt door burgemeester en wethouders tijdelijk in de waarneming voorzien. Art. 3. Hij staat onder de onmiddellijke bevelen van burgemeester en wethouders. Hij is belast met de handhaving van de bepa lingen der verordening, regelende het gebruik van de waag en voorts met de zorg voor alles, wat de goede orde in en het doelmatig gebruik van de waag kan bevorderen. Art. 4. In het bijzonder ziet hij toe, dat in de waag geene waren aanwezig zijn, die naar zijn oordeel in bedorven toestand verkeeren. Zooveel mogelijk zorgt hij dat die niet worden toegelaten en, zoo dit mocht zijn geschied, dat zij terstond worden verwijderd. Yan de toepassing dezer bepaling doet hij we kelijks verslag aan burgemeester en wethouders. Art. 4. (vervalt). De waagmeester zorgt voor de handhaving van het bepaalde in art. 17 der verordening regelende het gebruik van de waag, in het bijzonder dat in de waag en de bijbehoorende vertrekken niet worde gerookt. Art. 5. Art. 5. Hij houdt een bestendig toezicht op de werk- Hij houdt een bestendig toezicht op de werk zaamheden van de wegers, weegsters en waag- zaamheden van de wegers en waagwerkers en zorgt, werkers en zorgt, dat die in goede orde worden dat die in goede orde worden uitgevoerd. uitgevoerd. Art. 6. (Ongewijzigd). Art. 6. Hij draagt zorg dat het wegen steeds met ge ijkte gewichten en deugdelijke weegtoestellen plaats hebbe en dat na afloop van het wegen op iederen marktdag de gewichten van de schalen worden Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1909. Bijl. 710. 16. Art. 7. (Ongewijzigd). Art. 8. (Ongewijzigd). Art. 9 (vervalt). De waagmeester is mede belast met de werk zaamheden die uit het bepaalde in de artikelen 30, le alinea, 31 en 37 van het provinciaal reglement op de botervaten (Prov. blad. no. 91 van 1890) voort vloeien, doch kan het hechten der geleibiljetten op de botervaten door waagwerkers doen verrichten. Art. 10. Hij is belast met de inning van alle aan de waag te heffen rechten, zoo voor de gemeente als ten behoeve van de provincie, overeenkomstig de des wege bestaande bepalingen. De daarvoor vereischte boekhouding, zoomede de verantwoording der geinde rechten en loonen, heeft plaats op de wijze door burgemeester en wet houders te bepalen. Art, 11. Het is den waagmeester verboden in de waag eenigerlei handel te drijven of eenige nering uit te oefenen. Het is hem verboden ter zake de waarneming zijner betrekking, onder welk voorwendsel ook, iets te vorderen of aan te nemen buiten hetgeen volgens de bestaande verordeningen verschuldigd is. Art. 12. (Ongewijzigd). Art, 13. (Ongewijzigd). Art. 7. Hij is verplicht dagelijks van de opening tot de sluiting van de waag aldaar tegenwoordig te zijn. Art. 8. Hij zorgt voor het schoonmaken en schoonhouden van de waag en de daartoe behoorende lokalen, privaten en urinoirs, alsmede van de daarin aan wezige weegtoestellen en gewichten. De hiertoe noodige gereedschappen worden hem, op aanvrage, vanwege de gemeente verstrekt. Art. 9. Hij is belast met de inning van alle aan de waag te heffen rechten, overeenkomstig de deswege be staande bepalingen. De daarvoor vereischte boekhouding, zoomede de verantwoording der geinde rechten en loonen, heeft plaats op de wijze door burgemeester en wethouders te bepalen. Art. 10. Het is hem verboden handel te drijven in boter kaas of in de waag eenige nering uit te oefenen. Het is hem verboden ter zake de waarneming zijner betrokking, onder welk voorwendsel ook, iets te vorderen of aan te nemen buiten hetgeen vol gens de bestaande verordeningen verschuldigd is. Art, 11. Voor afwezigheid buiten de gemeente heeft hij verlof noodig van burgemeester en wethouders. Is hij door ziekte of eenige andere oorzaak ver hinderd zijne betrekking waar te nemen, dan geeft hij daarvan dadelijk kennis aan burgemeester en wethouders. Art. 12. Hij zorgt dat in de waag steeds aanwezig is een exemplaar van de verordening, regelende het gebruik van de waag en een exemplaar van de verordening tot het heffen van waagrechten. Aan belanghebbenden wordt hiervan op aanvrage inzage verleend. Art, 13. Deze instructie treedt in werking den 1 Januari 1910. Met dien datum vervalt de instructie, vastgesteld den 28 Juni 1904 (gemeenteblad no. 16). Leeuwarden, den 19 De Raad voornoemd 227

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1909 | | pagina 114