Bijl. nu.
Bijlage tot het verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1909.
Transport 457,918.805 1,945,250.10 1,210,399.525
211. Aanschaffing schoolmeubels (nieuw)1,803.27
2356. Voorschot aan de „Woningvereening Leeuwarden" 101,236.85
247. Belegging bijdragen voor pensioen957.62
250. Inschrijving op het Grootboek der Ned. Werk. Schuld
in verband met den afkoop van grafgelden 638.41
252. Alsboven wegens bedragen in de kosten van voort
durend onderhoud der van particulieren overgeno
men straten12,585.89
257. Aflossing van tijdelijk opgenomen gelden 22,500.—
258a. tijdelijke geldleeningen op den dienst
van 1907 156,074.41°
259. Teruggaaf van over vorige dienstjaren te veel be
taalde belastingen62.815
260. Te betalen rente over vorige dienstjaren 35.
Totaal 753,813.075
Rest gewone uitgaven 1,191,437.025
De gewone inkomsten overtreffen derhalve de gewone uitgaven met eene som van 18,962.50
Deze som is, voor zoover zij niet is gereserveerd voor in 1909 uit te voeren werken, gedeeltelijk in
1908 aangevangen, overgebracht naar den dienst 1910.
Opgemaakt naar aanleiding van art. 219 der gemeentewet.
Leeuwarden, den 7 Augustus 1909.
Burgemeester en Wethouders ran Leeuwarden
T. KOMTER, L.-Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
238
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeonteraad van Leeuwarden, 1909. ]$yl. 110. IS.
over den paardenstal, ovor de bereiding van den
turfstrooiselmest en do verscheping enz. daarvan
en op den verbrandingsoven. Voor den buitendienst,
die thans aan den tweeden en aan den hulpopzichter
opgedragen is, kan hij niet worden gemist.
De bedoeling is om den hulpopzichter voor vast
te benoemendoch tevens om den hiervoor
genoemden opzichter, die verreweg het belangrijkste
gedeelte der workzaamheden voor zijne rekening
heeft en houdt, hooger te beloonen dan de veror
dening nu mogelijk maakt. De directeur doet
daarom het voorstel om de minimum-bezoldiging
voor hem te brengen op 1000.
Op grond van het voorafgaande kunnen wij ons
daarmede geheel vereenigen, doch wenschen dezen
titularis, ter onderscheiding van zijne andere collega's,
dan ook een andere benaming te geven en hem in
de formatie van het personeel voortaan belt-
opzichter te noemen.
Wij geven U alzoo in overweging de noodzake
lijkheid van de aanstelling van één opzichter meer, in
den geest als boven is omschreven, uit te spreken
en voorts te besluiten overeenkomstig het aange
boden hierna volgend ontwerp.
Leeuwarden, 7 Augustus 1909.
WIJZIGING der verordening, regelende
den rang enz. van de ambte
naren en bedienden, belast
met de stadsreiniging en de
exploitatie van het aschland
(Gem.bladen 1882 no. 4 en
1894 no. 12).
Aan den Qemeenteraad.
Artikel 1 van de bovenaangehaalde verordening
draagt de zorg voor de reiniging der publieke
wegen enz. onder toezicht van Burgemeester en
Wethouders op aan den Directeur der Stads-reini-
ging en twee of meer opzichters bij dien tak van
dienst, van welke laatsten ieder volgens art. 4
eene bezoldiging geniet van f 375.—, benevens
een en een half ten honderd van hetgeen de bruto-
opbrengst van den verkoop van mest-specio en
puin meer dan f 10.000beloopt, doch ten minste
900.—.
De uitbreiding, die hot bebouwde gedeelte der
gemeente en haar zielenaantal in den loop der
jaren heeft ondergaan, doet evenwel de behoefte
gevoelen aan meer opzichters dan thans zijn aan
gesteld en in verband daarmede aan eene onder
scheiding in rang tusschen hen. Thans reeds is de
dienst zoo ingericht dat één hunner bij voortduring
toezicht houdt op de verrichtingen op het aschland,
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden.
T. KOMTER, l.-Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
ONTWERP.
De Raad der gemeente Leeuwarden
overwegende dat wijziging van de regeling be
treffende den rang, het getal en de bezoldiging
van de opzichters der stadsreiniging gewenscht is
gezien het voorstel van Burgemeester en Wet
houders
besluit
I. Artikel 1 der Verordening, regelende den rang,
het getal, de bezoldiging en de wijze van benoe
ming van de ambtenaren en bedienden, belast met
de stadsreiniging en de exploitatie van het aschland
in de gemeente Leeuwarden, vastgesteld bij raads
besluit van 31 Maart 1870 en laatstelijk gewijzigd
bij raadsbesluit van 14 Augustus 1894, in dier voege
te wijzigen, dat het slot van het eerste lid wordt
gelezen in plaats van
„b. twee of meer opzigters bij de stads reiniging"
„6. een belt-opzichter en twee of meer opzichters
bij de stads reiniging".
239