d. twee of drie leeraren voor het onderwijs in
de wis-, natuur- en scheikunde en de natuurlijke
historie, elk met eene jaarwedde van 2000 tot
2500
f. een leeraar in de gymnastiek met een jaar-
wodde van 300*)en
d. een leeraar in do Hebreeuwsche taal
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1909.
De sub a «n b genoemde leeraren zijn' belast
met het onderwijs in de oude talen en letterkunde,
de Nederlandsche taal en letterkunde, de geschie
denis en de aardrijkskunde
c. een leeraar in de Hebreeuwsche taal met
eene jaarwedde van 100 voor ieder uur, dat hij
per week gedurende den geheelen cursus feitelijk
onderwijs geeft
e. twee of drie leeraren voor het onderwijs in
de Fransche, Duitsche en Engelsche talen, waar
voor beschikbaar wordt gesteld een bedrag van
O
ten hoogste 5000
g. een concierge belast met de zorg voor het
gebouw, met eene jaarwedde van 500 en hot
genot van vrije woning of eene jaarlijksche ver
goeding van f 100, ter keuze van het gemeente
bestuur.
Art. 2.
De leeraren, sub b en d in artikel 1 gonoemd,
worden, indien zij niet elders aan een gymnasium
of hoogero burgerschool met vijfjarigen cursus zijn
Sinds 1 Januari 1902 is aan den fungeerenden leeraar 350.uitge
keerd in verband met het raadsbesluit van 27 Augustus 1901.
c. leeraren die belast zijn met het onderwijs in
de wis-, natuur- en scheikunde en de natuurlijke
historie
e. leeraren voor de Fransche, Duitsche en En
gelsche talen
een leeraar in de gymnastiek
g. een concierge, belast met de zorg voor het
gebouw en met de werkzaamheden die hem door
curatoren en den rector worden opgedragen.
Art. 2.
De jaarwedden bedragen
Voor den rector f 3200.welke jaarwedde na
4 en 8 jaren dienst als rector, kan worden ver
hoogd telkens met 200.
Voor de leeraren sub b en c, indien zij den
doctorstitel bezitten 2100.indien zij dien titel
niet bezitten f 1900.welke jaarwedden kunnen
worden verhoogd indien zij 4, 8 en 12 jaren zijn
werkzaam geweest, telkens met 200.en indien
zij 16 jaren zijn werkzaam geweest met f 100.
Voor den leeraar sub d f 100.voor ieder uur
dat hij per week gedurende den geheelen cursus
feitelijk onderwijs geeftvoor gedeelten van den
cursus naar gelang van den duur daarvan.
Voor de leeraren sub e wanneer zij ieder één taal
onderwijzen
voor dien in de Fransche taal ƒ1500.voor dien
in de Duitsche taal 1200.— en voor dien in de
Engelsche taal f 1200.welke jaarwedden kunnen
worden verhoogd, indien zij 4, 8, 12 en 16 jaren
zijn werkzaam geweest, voor dien in de Fransche
taal telkens met 75.en voor die in de Duitsche
en Engelsche talen telkens met 50.
Bij samenvoeging van twee talen gegeven door
één leeraar, zal hij die de Fransche, en Duitsche of
Engelsche, taal onderwijst, eene aanvangsjaar-
wedde van f 2200.en hij die de Engelsche en
Duitsche talen onderwijst eene aanvangsjaarwedde
van 2000.genieten en zal voor hen de verhoo
gingen na 4, 8, 12 en 16 jaren dienst kunnen be
dragen voor ieder telkens 100.
Voor den leeraar sub 350.
Voor den concierge 500.met het genot van
vrije woning of eene jaarlijksche vergoeding van
150.ter keuze van het gemeentebestuur.
Voor het hem opgedragen ambt van conrector
ontvangt de daarvoor aangewezen leeraar eene jaar
wedde van 200.
Tijdelijke diensten blijven voor de berekening der
dienstjaren buiten aanmerking.
Art. 3.
Bij benoeming van leeraren, die reeds elders aan
eene inrichting van Hooger- of Middelbaar onder
wijs zijn werkzaam geweest, kunnen de dienstjaren
262
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1909. Bijl. 710. 22.
werkzaam geweest, op het laagste bedrag der aan die inrichtingen op den bij het vorig artikel
jaarwedden aangesteld. bepaalden voet, zoowel bij de bepaling der aanvangs-
Na verloop van vijf dienstjaren aan het gymnasium jaarwedde, als bij de toepassing der periodieke
alhier kan de gemeenteraad, op voordracht van verhoogingen in rekening worden gebracht,
curatoren of deze gehoord, de jaarwedden dezer
leeraren van 2000 brengen op 2200, na ver
loop van 10 dienstjaren op f 2500.
Bij benoeming van leeraren, die reeds elders
aan een gymnasium of hoogere burgerschool met
vijfjarigen cursus zijn werkzaam geweest, kunnen
de dienstjaren aan die inrichtingen op den bij de
vorige alinea bepaalden voet, zoowel bij de be
paling der aanvangsjaarwedden als bij toepassing
der periodieke verhoogingen worden in rekening
gebracht.
Tijdelijke diensten blijven voor de berekening
der dienstjaren buiten aanmerking.
Art. 3 (onveranderd).
Art. 4 (onveranderd).
Art. 5 (onveranderd).
Art. 4.
Behalve de bovengenoemde vaste leeraren kunnen
door den Baad op voorstel van curatoren tijdelijke
leeraren voor één cursus worden aangesteld. De
bezoldiging wordt alsdan berekend naar 100.
per feitelijk lesuur per week, voor zoover hunne
bezoldiging niet op andere wijze is geregeld.
Art. 5.
Bij aanvraag om verlof tot afwezigheid van den
rector of van een leeraar wegens ziekte, wordt
tevens eene geneeskundige verklaring overgelegd,
waaruit blijkt, dat de betrokkene wegens ongesteld
heid verhinderd is zijne betrekking waar te nemen.
Is de rector of een leeraar wegens ziekte afwezig,
dan wordt de conrector die de functiën van den
rector waarneemt, of de leeraar het eerste jaar op
kosten van de gemeente vervangen gedurende het
tweede jaar moet de betrokken afwezige de helft
der kosten van zijne vervanging dragen en over de
volgende jaren de geheele kosten daarvan.
Heeft de afwezigheid langer geduurd dan drie
maanden, dan hervat de betrokkene zijne werkzaam
heden niet dan onder overlegging aan curatoren
van eene geneeskundige verklaring waaruit blijkt,
dat die hervatting kan worden toegelaten, zoowel
met het oog op de belangen van het onderwijs als
van den betrokkene zelf en van de leerlingen.
De afwezigheid wordt geacht onafgebroken te
hebben voortgeduurd, indien zij binnen één maand
nadat de werkzaamheden hervat zijn, opnieuw wegens
ziekte noodzakelijk wordt.
Art. 6.
Ingeval van ontstentenis of van afwezigheid we
gens ziekte van den rector of van een leeraar
langer dan één maand kan hem, die den conrector
of don leeraar vervangt, naar omstandigheden eene
belooning, berekend naar 100.per wokelijksch
lesuur per jaar, boven zijne gewone bezoldiging
worden toegekend.
263