Bijlage tot het verslag der handelingen van den Gemeenteraad van Leeuwarden, 1909.
Art. 25.
Bij ziekte blijft de meter-weger gedurende de
eerste twee weken voor het volle bedrag en verder
voor de helft daarvan in de verdiende loonen
deelen, mits hij eiken Maandag, door eene verkla"
ring van een geneeskundige, van zijne ziekte den
kommandeur doet blijken.
Art. 26.
Bij overlijden van een meter-weger blijft zijn
gezin nog zes weken na de week, waarin het
overlijden heeft plaats gehad, in de loonen deelen*
Art. 27 (ongewijzigd).
Art. 28.
Indien de door de beurscommissie daarvoor aan
gewezen meter-weger de betrekking van komman-
deur langer dan acht dagen waarneemt, geniet hij
voor den verderen tijd het kommandeursloon,
onder afstand van zijn aandeel als meter-weger in
de loonen.
Dit aandeel wordt alsdan uitgekeerd aan den
kommandeur, indien en zoo lang deze door ziekte
wordt verhinderd zijne betrekking waar te nemen.
Bij overlijden van den kommandeur deelt diens
gezin in de loonen gedurende den tijd, bij art. 26
bepaald.
Art. 29.
De kommandeur zorgt, dat aan de korenmeters-
wacht een exemplaar dezer verordening steeds voor
een ieder ter inzage voorhanden is.
Hij zorgt tevens voor de aanwezigheid van een
klachtenboek. Dit boek behoort 's Vrijdags gedu
rende den beurstijd in het beurslokaal te worden
nedergelegd en moet vervolgens aan de koren-
meterswacht voor ieder belanghebbende beschik
baar worden gesteld.
Art. 30.
De bestaande kommandeur en meters-wegers
treden af op den dag der inwerkingtreding dezer
verordening.
Is een korenmeter-weger in gebreke gebleven de
werkzaamheden, die hij had moeten doen, te ver
richten, zonder dat ziekte of dergelijke buitenge
wone omstandigheden daarvan oorzaak zijn, dan
bepaalt de beurscommissie het weekloon, dat aaii
den nalatige zal worden uitgekeerd.
Art. 25.
Bij ziekte ontvangt de meter-weger gedurende de
eerste twee weken het volle weekloon, en verder
gedurende ten hoogste 50 weken de helft daarvan,
mits hij eiken Maandag door eene verklaring van
een geneeskundige den kommandeur van zijn ziekte
doet blijken.
Art. 26.
Bij overlijden van een meter-weger ontvangt zijn
gezin nog 6 weken na de week waarin het over
lijden heeft plaats gehad, het weekloon dat in de
week van het overlijden genoten is, plus zijn aan
deel in een eventueel overschot, te berekenen naar
het aantal weken, dat hij aan den arbeid heeft
deelgenomen.
Eventueel gestorte bijdragen voor pensioen worden
niet teruggegeven.
Art. 27.
Terstond na het overlijden van een meter-weger
of hulpmeter-weger geeft de kommandeur daarvan
kennis aan de beurscommissie.
Art. 28.
Indien de door de beurscommissie daarvoor aan
gewezen meter-weger de betrekking van komman
deur langer dan 8 dagen waarneemt, ontvangt hij
daarvoor het weekloon van den kommandeur, terwijl
deze laatste in dat geval een volledig meter-wegers-
loon ontvangt.
Bij ziekte of overlijden heeft de kommandeur en
diens gezin dezelfde rechten als een meter-weger,
behoudens het hierboven bepaalde.
Art. 29.
De kommandeur zorgt, dat aan de korenmeters-
wacht een exemplaar dezer verordening steeds voor
een ieder ter inzage voorhanden is.
Hij zorgt tevens voor de aanwezigheid van een
klachtenboek, dat aan de korenmeterswacht voor
iederen belanghebbende beschikbaar moet worden
gesteld.
272
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1909. Bijl. no. 23.
Art. 31.
Bij de eerste benoeming van meters-wegers vol
gens deze verordening kan van de bepaling van
de 2e alinea van art. 3 worden afgeweken.
Art. 30.
Deze verordening treedt in werking den 1 Januari
1910, met welk tijdstijp de verordening, regelende
het meten en wegen van granen, zaden en peul
vruchten, vastgesteld den 12 October 1897, en ge
wijzigd bij raadsbesluit van 9 Juli 1898, en in haren
doorloopenden tekst opgenomen in gemeenteblad
no. 12 van 1898, vervalt.
Leeuwarden, 19
De Raad voornoemd,
Litt. C.
Memorie van toelichting.
Art. 1.
Door sterfgeval en pensioenaanvragen is 't getal
korenmeters-wegers de laatste jaren teruggegaan
van 12 op 4 (thans zelfs 3).
De aanvulling van het korps bleef achterwege
teneinde het loon der aanblijvenden op peil te
houden.
Dezen zijn echter niet in staat de verordening-
uit te voeren, zooals is voorgeschreven, zoodat de
laatste jaren de werkzaamheden werden verricht
op een minder omslachtige, maar tevens minder
nauwkeurige wijze.
Teneinde tegemoet te komen aan de daardoor
ontstane klachten, is het gewenscht over te gaan
tot uitbreiding van het korps, met vast en los per
soneel, en aan de daardoor ontstane financiëele
bezwaren tegemoet te komen, door verhooging der
meet- en weegloonen (zie gewijzigd artikel 20).
Art. 2.
Hierbij is rekening gehouden met de praktijk
der laatste jaren.
Art. 3.
Waar de keuzo van geschikte personen reeds
zeer beperkt zal zijn, wordt het niet gewenscht
geacht zich bovendien nog te binden door een
leeftijdsgrens.
Art. 6.
De aanvoertijden zijn de laatste jaren zooveel
geregelder geworden, dat er geen bezwaar bestaat
eenige wijzigingen te brengen in de werkuren.
Art. 8.
Het is de bedoeling de hulpmeters-wegers gedurende
een bepaald deel des jaars op vaste dagen werk
zaam te laten zijn, zoodat zulks dan niet meer
aan het oordeel van den kommandeur wordt over
gelaten.
Art. 11.
De toevoeging aan dit artikel wordt wenschelijk
geacht met het oog op het bepaalde in artikel 24.
Art. 16.
Waar do wijze, waarop te Leeuwarden moet ge
wogen en gemeten worden, een zeer goede mag
genoemd worden, behoeft daarin geen verandering
te worden gebracht. Teneinde echter de werk
zaamheden niet onnoodig op te voeren (en als ge
volg daarvan, de aan losse helpers uit te betaleu
loonen te verzwaren) kwam het practisch voor, om
voor de allerkleinste partijen (maximum 20 zak)
een eenvoudiger systeem toe te laten.
Bij kleine partijen kan zulks weinig ver
schil maken voor kooper en verkooper, terwijl het
op drukke dagen een geregeld verloop der werk
zaamheden zeer zal ten goede komen.
Van die partijtjes zal het meetloon dan ook niet
verhoogd behoeven te worden.
Art. 18.
De werkzaamheden maken het vaak noodig dat
dit verbod wordt overschreden.
Art. 19.
De laatste alinea is hier weggelaten met het oog-
op het bepaalde in art 20 (nieuw).
Art. 20.
Voorgesteld wordt een verhooging der meet- en
weegloonen van 50
273