Bijlage no. 27. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1909. 8. Verordening, regelende de verplichting tot kennisgeving van de verhuizingen binnen de gemeente Leeuwarden, vastgesteld bij raadsbesluit van den 13 Maart 1884, afgekondigd den 25 Maart 18S4, gewijzigd bij raadsbesluit van den 16 Augustus 1887, afgekondigd den 6 September 1887. 9. Verordening van politie op het leggen der schepen en op de scheepvaart in de gemeente Leeu warden, vastgesteld bij raadsbesluit van den 24 April 1884, afgekondigd don 13 Mei 1884, gewijzigd bij raadsbesluit van den 16 Augustus 1887, afge kondigd don 6 September 1887 en bij raadsbesluit van den 25 April 1893, afgekondigd den 17 Mei 1893. 10. Verordening tot voorziening tegen en hij brand vastgesteld bij raadsbesluit van den 11 Mei 1897, afgekondigd den 3 Juni 1897, gewijzigd bij raadsbe sluit van den 23 Mei 1899, afgekondigd den 15 Juni 1899, bij raadsbesluit van den 28 November 1899, afgekondigd den 20 December 1899, bij raadsbesluit van den 27 December 1904, afgekondigd den 9 Januari 1905 en bij raadsbesluit van den 4 Juli 1905, afgekondigd den 29 Juli 1905. 11. Verordening op het aanleggen, onderhouden en gebruiken der openbare ijsbanen in de gemeente Leeuwarden, vastgesteld bij raadsbesluit van den 23 April 1885, afgekondigd don 11 Mei 18S5, ge wijzigd bij raadsbesluit van den 16 Augustus 1887, afgekondigd den 6 September 1887. 12. Verordening, houdende algemeene bepalingen van politie voor de gemeente Leeuwarden, vastgesteld bij raadsbesluit van den 10 November 1896, afge kondigd den 8 December 1S96, gewijzigd bij raads besluit van den 28 Mei 1901, afgekondigd den 12 Juni 1901, bij raadsbesluit van den 23 Juli 1901, afgekondigd den 31 Juli 1901, bij raadsbesluit van den 24 December 1901, afgekondigd den 15 Januari 1902, bij raadsbesluit van den 22 Juli 1902, afge kondigd den 15 Augustus 1902, bij raadsbesluit van den 4 Juli 1905, afgekondigd den 29 Juli 1905 en bij raadsbesluit van den 22 Moi 1906, afgekondigd den 9 Juni 1906. 13. Verordening tot voorkoming, wering en beteu geling van besmettelijke ziekten, vastgesteld bij raads besluit van den 31 Maart 1896, afgekondigd den 29 April 1896, gewijzigd bij raadsbesluit van den 13 April 1897, afgekondigd den 15 April 1897 en bij raadsbesluit van den 28 September 1897, afge kondigd don 16 October 1897. 14. Bouw- en woningverordening voor de gemeente Leeuwarden (bouwverordening) vastgesteld bij raads besluit van den 4 Juli 1905, afgekondigd den 29 Juli 1905 en gewijzigd bij raadsbesluit van den 11 Juni 1907, afgekondigd den 6 Juli 1907. 15. Verordening op het bewaren van buskruit, vastgesteld bij raadsbesluit van den 27 December 1888, afgekondigd den 12 Januari 1889. 16. Verordening ter voorkoming van de overbren ging en verspreiding van de cholera te Leeuwarden, vastgesteld bij raadsbesluit van don 27 September 1892, afgekondigd den 30 Septomber 1892. 17. Verordening, betreffende de verdeeling der gemeente Leeuwarden in wijken en de nummering der gebouwen, vastgesteld bij raadsbesluit van den 23 Januari 1894, afgekondigd den 9 Februari 1894. Leeuwarden, 19 De Baad voornoemd, 282 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1909. Bijl. tlO. 2 VERSLAG van de commissie van rapporteurs uit de sectiën van den Raad omtrent het verhandelde over de ontwerp- gemeentebegrooting voor 1910. De sectievergaderingen werden bijgewoond door 20 leden. ALGEMEENE BESCHOUWINGEN. Een lid der eerste sectie beklaagt zich dat het werkliedenreglement in 1907 reeds ingediend, en waarop in 1908 de aandacht is gevestigd, tot nu toe niet aan de orde is gesteld, en doet de vraag of de behandeling daarvan eerlang kan worden tegemoet gezien. Hierop werd geantwoord dat naar alle waar schijnlijkheid in de eerstvolgende Raadsvergadering ter tafel zou worden gebracht het antwoord van Burgemeester en Wethouders op het verslag van de commissie van rapporteurs uit de sectiën van den Raad betreffende hun voorstel van 10 October 1908 tot vaststelling van een werkliedenreglement. Een lid der eerste sectie deelde mede dat bij een bezoek door hem gebracht aan het Stads Armenhuis, hem de gelegenheid niet was aange boden inzage te verkrijgen van de lijst der vaste bedeelden, terwijl een lid der derde sectie betreurde dat hem niet werd verschaft een afschrift van die lijst. In beide sectiën werd daarop geantwoord dat armvoogden bepalen het cijfer der bedeeling, dat zij niet verplicht zijn daarvan inzage te geven en door niemand daartoe kunnen worden genood zaakt. Een lid der derde sectie uit de klacht dat door het Gemeentebestuur de zuinigheid niet voldoende wordt betracht en wijst in verband daarmede op 1°. den aankoop van een huis in de St. Jacob- straat, destijds eigenaar de firma Filipponi en Begnudini 2°. idem van een huis aan het Hofplein, bewoond geweest door wijlen den Heer Nauta 3°. idem van de villa Baensein met toebehooren. Hij vindt dat al die aankoopen óf overbodig waren óf geschiedden op ongunstige tijdstippen óf op eene wijze die veroorzaakte dat een onevenredig hooge prijs besteed werd, waardoor de Gemeente noodeloos benadeeld werd. In diezelfde sectie werd door een ander lid de aankoop van Baensein toegejuicht; door hem werd de wenschelijkheid uitgesproken tot aankoop van meer gronden in de naaste omgeving der Gemeente. Op een en ander werd geantwoord dat de aankoop van gebouwen etc. niet is het werk van Burgemeester en Wethouders; dat dit college alleen voorstellen doet aan den Raad. maar dat de Raad beslist of tot den aankoop zal worden overgegaan. Indien de eerste spreker dus bedoelde een verwijt te doen aan het Gemeentebestuur wegens onvoldoende zui nigheid, dan behoorde dat verwijt thuis bij den Raad, waarvan hij zelf deel uitmaakt. In de derde sectie maakt een lid de opmerking dat de loonen in de begrooting nog niet gebaseerd zijn op het werkliedenreglement. Hij constateert dat met leedwezen, doch geeft zijn tevredenheid te kennen over den post van ƒ200.die voor school reisjes is uitgetrokken. Bovendien vindt hetzelfde lid dat het cijfer voor schoolvoeding en kleeding veel te gering is en drukt er zijn leedwezen over uit dat op de begrooting geen post voorkomt voor schoolartsen, school voor ach terlijke kinderen en schoolbaden. Een en ander doet hem de vraag stellen of al die noodzakelijke instellingen spoedig zijn te verwachten. Hierop wordt geantwoord dat het voorkomen op de begrooting van een post van f 200.voor schoolreisjes een gevolg is van een raadsbesluit. De voorzitter aanvaardt intusschen gaarne de tevre denheidsbetuiging van den spreker. Wat school voeding en kleeding aangaat, is het de meening van den voorzitter dat die beide instellingen niet behooren tot de gemeentezorg. In de eerste plaats behoort die zorg bij de hoofden der gezinnen. Ieder ouder is verplicht zorg te dragen dat zijn kind vol doende gekleed en gevoed de school kan bezoeken en eerst dan wanneer de omstandigheden het den ouders werkelijk onmogelijk maken om daarin te voor zien, wende men zich tot vereenigingen van particu lieren, die zich met armenzorg bezighouden en wier taak het is, zoo mogelijk aan zulke gezinnen hulp te verleenen. Het particulier initiatief is aan gewezen voor dergelijke zorg, maar niet de gemeen schap. Wat aangaat het instituut schoolartsen en een school voor achterlijke kinderen, beide onder werpen hebben de volle aandacht van Burgemeester en Wethouders. Een lid der derde sectie herhaalt nogmaals zijn wensch, dat er proeven genomen zullen worden tot het verkrijgen van enkele kamertjes voor gehuwde paren in het Stads-Armenhuis. Hierop geeft een ander lid dezer sectie ten antwoord, dat door armvoogden naar aanleiding van een soort gelijke vraag door Burgemeester en Wethouders tot hen gericht, met deskundigen ernstig is over wogen of het tegenwoordige gebouw van het Stads-Armenhuis de gelegenheid tot zoodanige kamertjes aanbood. Daarop is het antwoord ont kennend. Maar armvoogden, gevoelende de bedoeling van hen, die dezen maatregel zoo zeer zouden toe juichen, trachten daarin op andere wijze tegemoet te komen. Zij geven aan oude, behoeftige, gehuwde paren een ruimere bedeeling, die dezen in staat 283

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1909 | | pagina 142