302
f 575.worden gebracht)
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1909.
risicobank, 300.voor opslag van compost bui
ten het terrein der Reiniging en 250.voor uit
gaven voor steenkool voor den nieuwen brander.
Volgno. 164. Sinds bij de Zondagavond-con
certen in den Prinsentuin tengevolge van maat
regelen die doel hebben getroffen de orde in de
laatste jaren zooveel is verbeterd, is het bezoek
geleidelijk gestegen en heeft in den afgeloopen
zomer het getal uitgegeven abonnementskaarten
het cijfer van 4916 bereikt, terwijl aan entree's
786.30 is ontvangen. Een zeer breede schare
der burgerij profiteert dus van de aangeboden ge
legenheid om voor hoogst geringen prijs op den eeni-
gen dag in de week, die haar het best voegt, op
eon rustige en passendo wijze populaire muziek te
genieten. Burgemeester en Wethouders kunnen niet
inzien waarom haar dit moet worden ontnomen,
of in mindere mate zou moeten worden geschonken,
gelijk beide in do eerste en derde sectie wordt
verlangd. Een dienst zou daarmedo aan de ingezete
nen wel allerminst worden gedaan en Burgemeester
en Wethouders houden er zich van overtuigd dat
zij daarvoor gaarne het enkele uur, waarin de tuin
vooraf voor het concert in orde moet worden ge
maakt, opofferen.
Op uitbreiding van het getal zitplaatsen zijn
Burgemeester en Wethouders bedacht. Reeds dit
jaar zijn er 300 bijgekomen, doch het spreekt
van zelf dat er niet op gerekend kan noch behoeft
te worden, dat alle op de Zondagavond-concerten
geabonneerden eiken avond ook den tuin bezoeken.
Bovendien koopcn zij zich met hun abonnement
het recht van toegang, niet van een zitplaats. De
pachter zal met de klacht over don minder vol
doenden toestand der stoelen in kennis worden
gesteld.
Volgno. 165. Het aantal gebruikers van de volks-
sproeibaden is door den eigenaar der bad- en zwem
inrichting niet tijdig vóór het afdrukken kunnen
worden verstrekt. Burgemeester en Wethouders
hopen evenwel het cijfer bij de mondelinge behan
deling der begrooting te kunnen opgeven.
Volgno. 170. De post voor vernieuwing van de
bestrating der Nieuwe Oosterstraat is onder dit
volgno. en niet onder no. 132 aangebracht, omdat de
uitgave niet wel tot het onderhoud der straten kan
worden gerekend. Het werk komt, als vervolg op
de verbetering der Oude Oosterstraat, Burgemees
ter en Wethouders noodzakelijk voor met het oog
op het zich hier zeer uitbreidende verkeer.
Volgno. 172. De aandemping van de gracht achter
den Prinsentuin, wenschelijk doordat vanwege de
provincie in de stadsgracht aldaar slechts een vaar
geul gebaggerd wordt en er dus, vooral in de bochten,
droogloopende gedeelten kunnen ontstaan, is, naar
Burgemeester en Wethouders meenen te weten, met
instemming van den Raad uitgevoerd (Handelingen
1909 pag. 140). Zij is trouwens niet geschied dan
na overleg met Gedeputeerde Staten, die ook de
wijze van voorziening hebben goedgekeurd. De
slechte weersgesteldheid van dezen zomer heeft de
aanhoogingen echter geen gelegenheid gegeven zich
voldoende te zetten. Burgemeester en Wethouders
beramen thans middelen om de gronduitzakking,
die daarvan het gevolg is geweest, te herstellen.
Het ligt in de bedoeling, in de naaste toekomst
de verderop, in de richting der Vrouwenpoortsbrug,
voorkomende drooge hoeken eveneens op te hoogen
en daardoor bepaalde misstanden te verbeteren.
De groene wallen, die den aanblik hier zoo ver
fraaien, zullen er echter niet door verdwijnen.
Volgno. 174. Burgemeester en Wethouders achten
het vorkiezelijk met het oog op het verzet, dat
het aanbrengen van dezen post op de begrooting
(verleggen van een gedeelte walmuur aan het
Noord vliet) algemeen heeft gevonden, dit artikel
en in verband daarmede volgno. 80 der inkom
sten te schrappen en zullen later afzonderlijke
voorstellen aan den Raad aanbieden. Zij wenschen
echter naar aanleiding van een hier bovendien ge
maakte opmerking, niet na te laten als hunne
meening uit te spreken, dat hun de vrije hand
moet worden gelaten, welke gedeelten uit hunne
briefwisseling met ambtenaren en commissiën ter
kennis van don Raad gebracht moet worden en
welke niet. Intusschen is het gewenschte rapport
thans bij de stukken gevoegd.
Volgnos. 196 en 239 bevatten beide reeds vroeger
voor en na ter sprake gebrachte onderwerpen.
Burgemeester en Wethouders achten het overbodig
deze zaken thans weder uitvoerig onder de oogen
te zien en vleien zich ook niet nieuwe gezichts
punten, die de betrokken leden zullen bevredigen,
te kunnen openen. Zij meenen te mogen volstaan
met de volgende verwijzigingen
Volgno. 196: bijlage 1905 no. 30, volgno. 124
(blz. 285).
Volgno. 239: Handelingen 1905 pag. 237, 1907
pag. 235, 1908 pag. 248.
Volgno. 197. De betuiging van leedwezen over
het feit dat de salarissen der politie-dienaren 3e
klasse nog op het minimum zijn gebleven, zou
kunnen vervallen zoo het lid, hier aan het woord,
zich de moeite wilde getroosten de specificatie dier
salarissen onder art. 1, afdeeling III van hoofdstuk
VI der ontwerp-begrooting in te zien. Hem zal
dan blijken dat, terwijl dit salaris zich beweegt
tusschen 500.— en 625.(ongeacht de klee-
dingtoelage ad 72.de 48 politie-dienaren der
3e klasse met 1 Januari a.s. zullen zijn gesalarieerd
als volgt
4 met 625.(het maximum);
7 met 600.(2 dezer zullen 1 Juli 1910 op
625.— worden gebracht)
5 met 575.
27 met 550.(8 dezer zullen 1 Juli 1910 op
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden 1909. Bijl. no. 29.
5 met 500.(aangesteld op of na 1 April j.l.
en alzoo nog in hun proefjaar).
Voor de hier in uitzicht gestelde verhoogingen
in den loop van het dienstjaar is 250.uitge
trokken.
De klacht over het zandstrooien is ter kennis
van het hoofd der politie gebracht.
Volgno. 208. Naar aanleiding van hetgeen ten
vorigen jare over het hier aan de orde gestelde
onderwerp is voorgevallen (bijl. 1908 no. 25, pag.
299 en Handelingen 1908, pag. 242) hebben Bur
gemeester en Wethouders het gevoelen gevraagd
van de voogden der Stads-Armenkamer. In het
van hen ontvangen antwoord, dat bij de stukken ter
visie wordt gelegd en waaruit blijkt dat het aantal
geneeskundige bedeelden sinds 1903 (volgens een
nader ingesteld onderzoek zelfs sinds 1892) geen noe
menswaardige verandering heeft ondergaan, hebben
Burgemeester en Wethouders geen aanleiding ge
vonden voorstellen tot tractementsverhooging bij
den Raad in te dienen.
Volgno. 243. Burgemeester en Wethouders dra
gen geen kennis van de schenking aan leerlingen
der Ambachtsschool, waarop onder dit volgno.
wordt gedoeld, anders dan door wat te dien opzichte is
medegedeeld in de raadsvergadering van 2 Novem
ber 1908 (Handelingen pag. 248). Zij zullen ter
zake in overleg treden met het door den Raad in
het bestuur der school afgevaardigde lid en in ver
band daarmede die stappen doen waartoe het ge
val hun aanleiding zal geven.
INKOMSTEN.
Volgno. 7. Na het onthaal, dat een ontwerp
verordening, als hier wordt bedoeld, bij den Raad
heeft gevonden in het jaar 1903 (Handelingen pag.
2 en 20, bijlage 23 van 1902) hebben Burgemeester
en Wethouders nog niet den moed kunnen vinden
terzake opnieuw met voorstellen te komen.
Volgno. 10. De pont bij het Ziekenhuis wordt
zeer druk gebruikt en het komt niet wenschelijk
voor de sluiting op sommige avonden reeds op
10 uur te bepalen. Op dat uur kan dat verbindings
middel tusschen buiten- en binnenstad al evenmin
worden gemist als dat men b.v. een brug om 10
uur voor het verkeer zou afsluiten. De pachter
der opbrengst heeft bovendien bij de inschrijving
met de uren, waarop hij liet vaartuig zou mogen
vastleggen, rekening gehouden.
Volgno. 47. De Voorzitter der Commissie voor
de Gasfabriek deelt mede, dat de hier uitge
sproken wensch bij haar zal worden overgebracht.
Volgno. 49. Het hier ter sprake gebrachte verbod
om kinderwagens in den Prinsentuin toe te laten
zal pas nader onder de oogen kunnen worden ge
zien bij den afloop van het contract met den pachter
der buffetten in Maart 1911.
NOTA VAN WIJZIGINGEN.
INKOMSTEN.
Hoofdstuk V. Aan dit hoofdstuk onder volgno.
75a toe te voegen een nieuw artikel 27a. Bijdrage
uit 's Rijks kas ter tegemoetkoming in de betaling
van de annuïeteit van een ten behoeve van de
Woningvereeniging „Leeuwarden" verleend voor
schot ad 118,000.343.48,
met de volgende toelichting
Bedoelde bijdrage is vastgesteld bij beschikking
van de Ministers van Binnenlandsche Zaken en
Financiën 8/2 April 1909 no. 3480/128.
Volgno. 80. Hoofdstuk V artikel 34. Bijdragen
van derden in de kosten van verlegging van een
gedeelte walmuur aan het Noordvliet 866.te
doen vervallen.
Na deze wijzigingen het totaal van Hoofdstuk V
te brengen op 710,734.47 en het totaal der In
komsten op 1614,900.27.
UITGAVEN.
Volgno. 174. Hoofdstuk III, Afdeeling IX, Ar
tikel 9. Verleggen van een gedeelte walmuur aan
het Noordvliet 2,600.te doen vervallen.
Hierna het totaal van Afdeeling IX te brengen
op 11,013.20 en het totaal van Hoofdstuk III op
648,890.09.
Volgno. 220. Hoofdstuk VII, Afdeeling II, Ar
tikel 3. Kosten der burgeravondschool, nader uit
te trekken op 6,010.—.
In de toelichting de cijfers 4,200.„ƒ245.
en 805.te vervangen onderscheidenlijk door
„4,800.—", 300.—" en 910.—".
Hierna het totaal van Afdeeling II te brengen
op 266,960.50.
Volgno. 256. Hoofdstuk VII, Afdeeling IV, Ar
tikel 5. Aan het Rijk te betalen annuïteit van het
voor de „Woningvereeniging Leeuwarden" ver
leende voorschot, nader uit te trekken op ƒ4806.14.
In de toelichting door te halen „in welke annuï
teit het Rijk bijdraagt 343.48, zoodat door de
gemeente moet worden betaald 4462.66."
Hierna het totaal van Afdeeling IV te brengen
O O
op 111,056.14 en het totaal van Hoofdstuk VII
op 475,548.48.