T I Itet Litt. D. V ONTWERP II. I" 5 ''■Ba :!i'v m fiir-'1 \m 'i. Jj' ■J: 1 i'ii'.Jli'iS i Ir'... De Raad der gemeente Leeuwarden gelet op zijn besluit dd. heden tot vaststelling eener verordening op eèt- en drinkwaren en ge bruiksartikelen gezien het advies der Gezondheidscommissie, gegeven bij schrijven van 21 December 1909 alsmede het voorstel der Commissie voor het ontwerpen van Strafverordeningen besluit A. de Verordening, regelende de politie op don invoer, vervoer, verkoop en de keuring van vleesch, visch, garnalen en vruchten, vastgesteld bij raads besluit van 8 April 1890, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 28 November 1899 en met de wijzigingen in oen doorloopendon tekst opgenomen in gemeenteblad no. 9 van 1903, opniouwto wijzigen als volgt I. De titel der verordening wordt gelezen VERORDENING, regelende de politie op den invoer, vervoer, verkoop en de keuring van vleesch, visch en garnalen. ir. Art. 7 wordt gelezen als volgt: Het is verboden vleesch van tengevolge van ziekte gestorven of van gesmoord vee, vleesch, visch of garnalen, waaraan eenig bederf is, of in het algemeen vleesch, visch of garnalen, waarvan het ge bruik door een der gomoentelijke keurmeesters of den gemeente-veearts wordt verklaard schadelijk voor de gezondheid te kunnen zijn, in de gemeente in to voeren, te verkoopen, te koop aan te bieden, af te leveren of ten verkoop in voorraad te hebben. Aan slagers, vleeschverkoopers, visschers en vischverkoopers is het bovendien verboden vleesch, visch of garnalen als in het eerste lid van dit artikel zijn bedoeld, in hunne winkels, bergplaatsen, woningen, schepen of op hunne erven voorhanden te hebben. III. Art. 8 wordt gelezen als volgt Ieder, die vleesch, visch of garnalen in de gemeente invoert of verkoopt, is verplicht die voorwerpen aan do gemeentelijke keurmeesters, den gemeente-veearts of de beambten van politie op hunne aanvraag te vortoonen en het onderzoek en de keuring daarvan toe te laten. Gelijke verplichting rust op de in hot laatste lid van artikel 7 vermelde personen, ten aanzien van 336 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1909. JSijl. 710. S~i. het vleesch, de visch en de garnalen, die zij in hunne winkels, bergplaatsen, woningen, schepen of op hunne erven voorhanden hebben. IV. Art. 10 wordt gelezen als volgt Burgemeester en Wethouders stellen keurmeesters van vleesch en visch aan en regelen hunne werk zaamheden bij instructie. V. De eerste zinsnede van het tweede lid van art. 14 wordt gelezen als volgt Het vee, het vleesch, de visch of de garnalen, waarmede overtreding wordt gepleegd, worden dadelijk in beslag genomen. B. Deze verordening in werking te doen treden den 15 Februari 1910. Leeuwarden, 19 De Raad voornoemd, Litt. E. MEMORIE VAN TOELICHTING. ONTWERP I. Art. 1 aanhef. Alleen wordt strafbaar gesteld het verkoopen enz. dat als beroep wordt uitgeoefend. Voor de strafbaar te stellen handelingen is de terminologie van art. 330 Strafwetboek genomen en daaraan toegevoegd het „ten verkoop in voor raad hebben". a. De in het aangeboden ontwerp gevolgde redactie is gelijkluidend aan die, welke voorkomt in do verordeningen o. a. van Rotterdam en den Haag. Deze redactie heeft het onderzoek van het hoogste rechterlijke college met succes doorstaan. Daarbij is uitgelegd dat een voedingsmiddel „on deugdelijk van samenstelling" is, indien de waarde of bruikbaarheid door het in de waar voorkomen van andere bestanddeelen vermindert, terwijl beide begrippen„ondeugdelijk van samenstelling" en „in ondeugdelijken toestand verkeerende" duiden op eene zoodanige samenstelling die de waar geen „goede" waar meer doet zijn, eene bepaling die in 't belang der openbare gezondheid is gesteld. (Arrest Hooge Raad 21 April 1908, Gemeentestem 2968)zie ook het (evenwel minder duidelijke) arrest van den Hoogen Raad van 6 Juni 1904 (Weekblad Burgerlijke Administratie no. 2875). Bovendien wordt verwezen naar de uitlegging die de woorden „ondeugdelijk van samenstelling" hebben gevonden bij arrest van den Hoogen Raad van 10 Mei 1.1. (Gemeentestem no. 3022). Die woorden, aldus is ten aanzien der Haagsche verordening uitgemaakt, duiden op een zoodanige samenstelling, welke niet voldoet aan den minimum-eisch welke aan eet- of drinkwaren mag worden gesteld, waarvoor niet noodig is dat aan die waren een vreemd be standdeel zij toegevoegd. De Gezondheidscommissie wenscht te lezen in plaats van schadelijke vreemdebestanddeelen, ver moedelijk in aansluiting aan art. 330 van het Straf wetboek, dat eet- of drinkwaren als vervalscht aanmerkt, indien door bijmenging van vreemde bestanddeelen hunne waarde of bruikbaarheid ver minderd is. In het systeem van het Strafwetboek is deze definitie ook logisch, want vervalsching is volgens het aangehaalde artikel 330 pas strafbaar, indien zij verzwegen wordt, zoodat de melkver- kooper bijv., die zijn waar met water heeft verdund, doch het als zuivere melk heeft verkocht, onder dat artikel valt. Niet verzwegen vervalsching is dus volgens het Strafwetboek niet strafbaar en behoort dat ook volgens de verordening niet verder te zijn dan in de begrippen „ondeugdelijk van samen stelling" en „ondeugdelijke toestand" ligt opge sloten zij zou daardoor te zeer ingrijpen. Pas als het bestanddeel schadelijk is, moet worden opgetreden, en daarom is het voorstel der Gezondheidscommissie niet kunnen worden overgenomen. 17

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1909 | | pagina 169