b. voor tijdelijke werklieden door het betrokken hoofd van den tak van dienst. Bijlage tot hot verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1909. door het betrokken hoofd roosters opgemaakt onder goedkeuring van Burgemeester en Wethouders. 2. In het tweede lid de middagschafttijd nieuw 2. Deze roosters worden derwijze samengesteld, ingevoegd. dat de niet in art. 23 bedoelde werklieden een Kleine redactiewijziging. Zie N. Y. 2. middagschafttijd van ten minste anderhalf uur en voorts tusschen twee opeenvolgende werktijden in den regel een rusttijd zullen hebben van niet min der dan tien uren achtereen en eens per week van „een Zondag" gewijzigd in „de Zondag." twee en dertig achtereenvolgende uren, waarin de Zondag. Yan deze werklieden zijn uitgezonderd zij, op wie het drieploegenstelsel van toepassing is en die in verband daarmede om de drie weken 32 in plaats van 24overgenomen amendement- 32 uren achtereen rust hebben. Oosterhoff. 3. In den aanvang redactiewijziging. Zie N. V. 2. 3. In afwijking van het in liet eerste en het tweede lid bepaalde zullen de in artikel 23 be- „eens" veranderd in „viermaal' doelde werklieden tenminste viermaal per maand twee en dertig uren achtereen rust genieten, van welke rusttijden per jaar de helft op oen Zon- of feestdag valt. De verdeeling dezer rusttijden ge schiedt volgens roosters, opgemaakt op gelijke wijze als de in het eerste lid genoemde dienst roosters. 4. In bijzondere omstandigheden kan, wanneer de dienst dit vordert, door of namens een hoofd van den tak van dienst van de in het eerste en in het derde lid genoemde roosters worden afge weken en ook in rusttijden aan do werklieden arbeid worden opgedragen, zonder dat deze op vergoeding wegens overwerk aanspraak kunnen maken, voor zoover hierdoor do werktijd voor dien Redactiewijziging. dag volgens bedoelde roosters niet wordt over schreden. Wordt die arbeid evenwel in den nacht of op Zon- of feestdagen opgedragen, dan is het tweede lid van art. 32 van toepassing. Het laatste lid is als overbodig geschrapt. Het spreekt van zelf, dat niet alleen de Zon- en feest dagen, doch ook de andere rustdagen volgens de roosters niet als verlofdagen kunnen worden toe gerekend. HOOFDSTUK V. Verlof. Oud art. 25. Art. 26. 1. De uitdrukking „bij de wet" in den eersten 1. Behalve in de in het vierde lid van artikel regel is vervangen door aanwijzing der bedoelde 1638c van het Burgerlijk Wetboek genoemde en wetsbepaling. in andere, ter beoordeeling van Burgemeester en AVethouders, zeer bijzondere omstandigheden, als mede bij opkomst voor herhalingsoefeningen bij de militie of Landweer, in al welke gevallen iedere werkman verlof zal hebben en boven de in het vorig artikel genoemde rustdagen, heeft elke vaste werkman, na elk kalenderjaar, dat hij in onafge broken dienst der gemeente is geweest, recht op zeven, elke tijdelijke werkman na 100 achtereen volgende werkdagen recht op twee dagen verlof met behoud van het volle loon. 2. Dit verlof wordt in zijn geheel of bij ge 348 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1909. Bijl. no. 35. Oud art. 26. 1. Het alsnog verleenen der overgehouden ver lofdagen, zoo de werkman dit verlangt, verplichtend gesteldin verband daarmede redactiewijziging. Oud art. 27. veranderd in 7. deelten, doch telkens onder opgaaf van de dagen en uren, waarop het verlangd wordt, schriftelijk aan het betrokken hoofd van den tak van dienst ten minste 3 dagen te voren aangevraagd. Deze zal het verleenen onder zoodanige voorwaarden en op zoodanige tijdstippen als volgens zijn oordeel de belangen van den dienst zullen toelaten. Art. 27. 1. Wanneer een werkman gedurende een kalen derjaar geen gebruik maakt van al de hem volgens het vorig artikel toegezegde verlofdagen, dan zal het betrokken hoofd van den tak van dienst hem deze overgehouden verlofdagen desverlangd nog in het onmiddellijk daaraan volgende jaar verleenen. 2. Bestaat er geen bezwaar, ter beoordeeling van het hoofd van den tak van dienst, om aan een vasten werkman, op zijn verzoek, meer verlof toe te staan, dan waarop hij recht heeft, dan kan het betrokken hoofd tot ten hoogste een derde dee! van het maximum aantal verlofdagen meer toestaan, die in het eerstvolgend jaar wederom zullen- wor den afgetrokken. Art. 28. De hoofden van de takken van dienst kunnen boven liet verlof, in de beide voorafgaande artikelen be doeld, aan de bij hunnen diensttak werkzaam gestelde werklieden tegen betaling der voor hunne plaats vervanging noodige kosten tot ten hoogste 7 dagen in hetzelfde kalenderjaar verlof toestaan. HOOFDSTUK VI. Oud art. 28. 1. De woorden „bij hunne aanstelling" geschrapt. 1. Loon. Art. 29. De werklieden, met uitzondering van hen voor wie bij verordening eene andere regeling is vast gesteld. worden in verband met de hun opgedragen werkzaamheden door Burgemeester en Wethouders in loonklassen gerangschikt. 2. Tusschen de grenzen dier klassen wordt het loon vastgesteld a. voor vaste werklieden door Burgemeester en Wethouders 3. Tijdelijke werklieden worden naar dezelfde loonklassen gerangschikt als de vaste, met wie zij, wat betreft den aard der hun opgedragen werk zaamheden en hun geschiktheid daartoe, worden geacht gelijk te staan. 4. Hot loon van aankomende werklieden wordt vastgesteld door het betrokken hoofd van den tak van dienst. 5. Het loon van tijdelijke werklieden, die niet den geheelen dag in dienst der gemeente zijn, wordt, met afwijking van het in het 3e lid bepaalde, in 349

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1909 | | pagina 175