V'
-f'''^l
j Vv
Beroep op het scheids-
5. Nieuw ingevoegd,
gerecht. Zie N. Y. 4.
6 oud vijfde lid.
Oud art. 42
geschrapt in verband met het wegvallen der beide
laagste loonklassen. Mochten deze beide of een
van beide herleven, dan dient ook het artikel terug
te komen.
Oud art. 43.
In den eersten regel is het woord „vaste" voor
„werkman" geschrapt.
5. De beslissing tot niet-uitbetaling of verhaal
van reeds uitbetaald ziekengeld in de gevallen, in
het vierde lid genoemd, wordt genomen door Bur
gemeester en Wethouders. Van die beslissing
staat beroep op het scheidsgerecht open.
6. Het laatste lid van het vorige artikel is toe
passelijk ten aanzien van de in het tweede lid van
dit artikel bedoelde geneeskundige verklaring.
Oud art. 44.
De bepaling is imperatief gemaakt,
het scheidsgerecht. Zie N. Y. 4.
Oud art. 45.
^Redactiewijziging
Oud art. 46.
Gewijzigd. Zie N. V. 3.
Art. 40.
1. Indien een werkman eene tijdelijke uitkeering
ontvangt of hem eene rente wordt toegekend inge
volge de Ongevallenwet 1901, is artikel 38 niet op
hem van toepassing, behoudens zijne aanspraak op
bijpassing, tot een bedrag, waarmede volgens dat
artikel het ziekengeld de hem toegekende uit
keering of rente overtreft.
2. Indien de werkman zich verbindt, om bij
ontvangst der uitkeering of rente, deze tot het
vereischte bedrag aan het betrokken hoofd van den
tak van dienst af te dragen, kan hem, tot den dag
waarop de schadeloosstelling betaalbaar is gesteld,
op den gewonen betaaldag bij wijze van voorschot
een ziokengeld worden uitgekeerd, als bij artikel
38 is bepaald.
Art. 41.
Beroep op Tenzij de nagelaten betrekkingen vallen onder
de toepassing van art. 23 le lid 2°. der Ongeval
lenwet 1901 en behoudens het geval dat van rijks-
of gemeentewege in hunne pensionneering is voor
zien, wordt bij besluit van Burgemeester en Wet
houders aan de weduwe van een overleden werk
man of aan zijn minderjarige ouderlooze kinderen
of aan zijne ouders indien hij hun eenige kostwinner
was, gedurende zes weken na het overlijden het
loon of het ziekengeld van de week van overlijden
toegekend. Yan de beslissing tot al of niet toe
kenning staat beroep op hot scheidsgerecht open.
HOOFDSTUK VIII.
Straffen.
Art. 42.
De werkman, die zich aan een klein vergrijp,
ter beoordeeling van het betrokken hoofd van den
tak van dienst, schuldig maakt, kan door dezen
worden berispt, waarvan op door Burgemeester en
W ethouders te bepalen wijze aanteekening wordt
gehouden.
Art. 43.
De werkman die zich schuldig maakt aan een
vergrijp, als bedoeld in artikel 42, terwijl hij in het
354
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1909. Jlij]. no. 35.
Oud art. 47.
Oud art. 48.
1. Redactiewijzigingen onder 3°, 4° en 7'
Onder 8° is „herhaalde
dienst" geschrapt.
dronkenschap buiten
Onder 9° zijn geschrapt de woorden„ter be
oordeeling van
van dienst".
het betrokken hoofd van den tak
laatst verloopen tijdvak van een jaar twee of meer
malen is berispt, kan worden gestraft met verlies
van aanspraak op een dag van het eerstkomend
jaarlijksch verlof.
Art. 44.
1. De werkman, die zich schuldig maakt aan een
der feiten, genoemd in het volgende artikel, kan
worden gestraft met
1°. inhouding van verlofdagen
2°. schorsing met gemis van loon gedurende die
schorsing
3°. loonsverlaging gedurende een bepaalden tijd,
in de loonklasse waarin hij gerangschikt is
4°. verlaging in loonklasse, hetzij voor bepaalden,
hetzij voor onbepaalden tijd
5°. wegzending uit den dienst.
2. In afwachting van de in artikel 46 bedoelde
uitspraak van Burgemeester en Wethouders of van
het scheidsgerecht, kan de werkman door het be
trokken hoofd van den tak van dienst onmiddellijk
worden geschorst en zulks, tenzij bij die uitspraak
hieromtrent anders wordt besloten, met behoud van
loon.
Art. 45.
1. De in het vorig artikel bedoelde straffen
kunnen worden opgelegd ter zake van
1°. overtreding van de bepalingen van dit regle
ment of van de bijzondere voorschriften van den
tak van dienst, waarbij de werkman werkzaam is
gesteld
2°. misdrijf waartoe de werkman bij in kracht
van gewijsde gegaan rechterlijk vonnis is veroor
deeld
3°. oneerlijkheid of het verstrekken van onjuiste
opgaven
4°. het doen ontstaan van gevaar voor derden,
het toebrengen van letsel of het veroorzaken van
schade
5°. dienstweigering, onordelijkheid, of onbe
hoorlijk gedrag tegenover superieuren
6°. het door voordeelen of beloften zich laten
verleiden tot ongeoorloofde handelingen of tot be
gunstiging
7°. ergerlijk levensgedrag of het uiten van erger
lijke taal, mondeling of in geschrifte
8°. dronkenschap in den dienst of het doen
brengen of medenemen van sterken drank op het
werk
9°. verzuim van dienst zonder verlof, tenzij
wegens gegronde redenen;
10°. aansporing en uitlokking van een gemeente
werkman tot het plegen van bovengenoemde feiten.
2. Yan alle krachtens de artt. 43 en 44 opgelegde
straffen en do redenen waarom die straffen worden
opgelegd, wordt door het betrokken hoofd van den
355