/~i+" rd r\ TTrnm a>i«™ H 4- „4-11 i. A O - - 1
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1909.
met de wijziging
Zie N. V. 3.
van dat artikel (art. 4-3 niemv).
tak van dienst aanteekening gehouden in de registers,
bij eiken tak van dienst aangelegd en ingericht op
door Burgemeester en "Wethouders aan te geven
wijze.
Oud art. 49. Art. 46.
In het eerste en in het tweede lid is telkens de L Het betrokken hoofd van den tak van dienst
verwijzing naar art. 46 oud geschrapt in verband doet van zijn oordeel of tot ]iet opleggen van straf
moet worden overgegaan, binnen twee dagen nadat
het strafbare feit te zijnor kennis is gekomen of
de berisping is uitgesproken, mededeeling aan Bur
gemeester en Wethouders.
2. Burgemeester en Wethouders doen in hunne
gewone vergadering, eerstvolgende op den tweeden
dag na ontvangst dier mededeeling, uitspraak of
de werkman strafbaar is en welke straf hem kan
worden opgelegd, en geven hiervan kennis aan
het betrokken hoofd van den tak van dienst en,
behalve in het geval dat de uitspraak behelst, dat
geen straf wordt opgelegd, mede aan den werkman,
die bevoegd is binnen drie dagen na ontvangst van
deze kennisgeving aan Burgemeester en Wethou
ders mede te deelen, dat hij de beslissing van het
scheidsgerecht inroept.
3. Maakt de werkman van de in het vorig lid
bedoelde bevoegdheid tot het inroepen dier beslis
sing binnen den daar gesteldon termijn gebruik, dan
doen Burgemeester en Wethouders daarvan binnen
vier dagen, nadat het bericht te hunner kennis is
gekomen, mededeeling aan het scheidsgerecht, dat
in hoogste ressort de uitspraak doet invoege als
volgens het vorige lid anders van Burgemeester
en Wethouders ware uitgegaan. Van de uitspraak
van het scheidsgerecht wordt onmiddellijk aan
Burgemeester en Wethouders en aan den werkman
kennis gegeven.
4. Binnen de grenzen dier uitspraak leggen Bur
gemeester en Wethouders de straf op en doen daar
van mededeeling aan het betrokken hoofd van den
tak van dienst en aan den werkman.
5. De termijnen, in het tweede lid genoemd,
moeten in acht worden genomen op straffe van de
handeling met nietigheid te trefien, die binnen die
termijnen moest worden verricht.
Art. 47.
Oud art. 50.
2. Gewijzigd. Zie N. Y. 4.
Oud art. 51.
Redactiewijziging. Zie N. Y. 5.
1. De instelling, samenstelling en wijze van
werken van het scheidsgerecht wordt bij afzonder
lijke verordening geregeld.
2. Die verordening bevat tevens de regelingen,
die noodig zijn in verband met het in de artikelen
19, 35, 36, 38, 39, 41 en 50 toegekende recht vaD
beroep op het scheidsgerecht.
HOOFDSTUK IX.
Einde van de dienstbetrekking.
Art. 48.
De dienstbetrekking eindigt
1°. door overlijden van den werkman
356
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1909. Bijl. 7X0. ->•)
2Ö. door ontslag na opzegging van de zijde van
de gemeente of van den werkman
3°. door wegzending uit den dienst bij wijze
van straf
4°. voor zoover betreft tijdelijke werklieden,
door het verstrijken van den tijd waarvoor ze zijn
aangesteld, of behoudens de bepaling van het derde
lid van art. 9, na 52 weken onafgebroken dienst
als zoodanig
5°. voor zoover betreft aankomende werklieden,
door het bereiken van den leeftijd van 20 jaar.
Art. 49.
De oude artikelen 52 en 53 zijn geheel omge- 1. Opzegging, van welke zijde ook, geschiedt bij
werkt in de nieuwe artikelen 49 en 50. vaste werklieden schriftelijk, met inachtneming van
De inhoud is geheel dezelfde alleen de bepaling een termijn van vier weken, bij tijdelijke werklieden
van artikel 50, tweede lid is nieuw. Zie N. V. 5. mondeling of schriftelijk met inachtneming van een
termijn van één week.
2. Opzegging van de zijde der gemeente en ver
leening van ontslag na opzegging van de zijde van
den werkman geschiedt aan vaste werklieden door
Burgemeester en Wethouders op voordracht van het
betrokken hoofd van den tak van dienst, aan tijdelijke
werklieden door dat hoofd.
3. Burgemeester en Wethouders kunnen bij een
vasten en het betrokken hoofd van den tak van
dienst bij een tijdelijken werkman het ontslag ook
vóór den afloop van den opzeggingstermijn doen
ingaan, evenwel, tenzij het eerder ingaan geschiedt
op verzoek van den betrokken werkman, onder
uitkeering van het volle loon tot aan het eind
van dion teiunijn.
Art. 50.
1. Opzegging van de zijde der gemeente heeft
uitsluitend plaats
a. bij onvoldoende geschiktheid van den werk
man
b. wanneer de aard en de omvang der werk
zaamheden de opzegging wenschelijk maken.
2. De werkman, aan wien opzegging is gedaan
en die meent, niet in een der onder a of b genoemde
gevallen te verkeeron, heeft te dier zake beroep op
het scheidsgerecht.
Oud art. 54.
Gewijzigd en het tweede lid toegevoegd. Zie
N. V. 6.
Art. 51.
1. Bij dienstopzegging van de zijde der gemeente
zal aan den betrokkene, zoo hij vast werkman is,
na verloop van den opzeggingstermijn nog gedu
rende zooveel weken het één vierde gedeelte van
zijn weekloon worden uitbetaald als hij volle jaren
in vasten dienst bij de gemeente werkzaam is ge
weest, tenzij hij binnen dien tijd oen andere gelijk
of ongeveer gelijk boloonde vaste betrekking heeft
aanvaard.
2. Indien over den tijd, waarover de uitkeering,
in het eersto lid bedoeld, loopt, aan den werkman
pensioen wordt toegekend, wordt over den tijd,