Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1909.
5 jaren nadat het geheele voorschot zal zijn verstrekt
en van f 410.95 gedurende de volgende jaren in
de sub 1 genoemde annuïteit, bedragende 1221.90,
zullende door de gemeente in de door de vereeniging
te betalen aflossing gedurende de eerste 5 jaren
nadat het geheele voorschot zal zijn verstrekt,
300.— en gedurende de volgende jaren ƒ200.
worden bijdragen, terwijl wanneer het voorschot bij
gedeelten wordt verstrekt, de hier genoemde bedra
gen gedurende den tijd der gedeeltelijke verstrekking,
in evenredigheid van het nog niet verstrekte ge
deelte verminderen
B. Onder voorbehoud, dat het gevraagde bedrag
zal worden verstrekt en onder voorbehoud dat, en
voor zoolang de gevraagde bijdrage, een en ander
uit 's Rijks kas, zal worden verkregen, aan de Woning-
vereeniging Leeuwarden, ter tegemoetkoming in de
voor het boven omschreven doeleinde aan te wenden
kosten en naar gelang der omstandigheden, te
verleenen
1. een renteloos voorschot van f 30,000.
2. eene jaarlijksche bijdrage in de 50-jarige af
lossing, groot 600. - van 300.gedurende
de eerste 5 jaren en van 200.gedurende de
volgende jaren
terwijl dezerzijds de volgende voorwaarden worden
gesteld
a. bij faillissement of bij ontbinding der vereeni
ging alsmede indien de voorwaarden, waaronder het
voorschot is verleend, niet worden nageleefd, wordt
het voorschot terstond opvorderbaar, in welk geval
de bijdragen, tot welker betaling de gemeente zich
nog in de toekomst verbonden heelt, niet meer zullen
zijn verschuldigd; het voorschot kan mede terstond
opvorderbaar worden verklaard, indien door het
bestuur der vereeniging de bepalingen der plaatse
lijke verordeningen niet worden nageleefd
b. bij vervreemding of bezwaring van onroerende
goederen der vereeniging, zonder goedkeuring van
Burgemeester en "Wethouders, of, ingeval van hooger
beroep, zonder die van Gedeputeerde Staten, zal het
bestuur aan de gemeente verbeuren eene som van
5000. -waarvoor de leden van het bestuur
hoofdelijk ieder voor het geheel aansprakelijk zullen
zijn, onverminderd het recht van de gemeente, om
zoo daartoe termen zijn, in plaats van de geldboete
schadevergoeding te eischon en om de vervreemding
of de bezwaring niet als geldig te erkennen
c. van elke verandering in het bestuur der ver
eeniging moet onmiddellijk aan Burgemeester en
Wethouders kennis worden gegeven
d. de gemeente zal te allen tijde het recht hebben
alle bezittingen met de daarop rustende lasten en
verplichtingen en alle schulden der vereeniging
gezamenlijk over te nemen tegen een bedrag van
12,500.met de op de aandeelen nog verschul
digde achterstallige rente, of zooveel meer als het
maatschappelijk kapitaal, waarvan de meerdere aan-
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1909. Bril. no. 2.
deelen slechts onder goedkeuring van Burgemeester
en Wethouders kunnen worden geplaatst, zal be
dragen, deze meerdere aandeelen te stellen op hunne
pari-waarde met de daarop eventueel achterstallige
rente benevens eene som van 1000.voor
liquidatiekosten
e. door de vereeniging worden ter uitvoering
van het plan, waarvoor haar bij dit besluit de steun
der gemeente wordt verleend, geene eigendommen
aangekocht dan na vooraf verkregen goedkeuring
van Burgemeester en Wethouders.
Leeuwarden, 190
De Raad voornoemd,
Litt. C.
Schrijven van den Minister van
Binnenlandsche Zaken.
No. 11142. Af deeling BB.
Bericht op schrijven van 16 No
vember 1907. No. 343"11569.
BETREFFENDE
Voorschot uit 's Rijks kas.
's Gravenhage, 17 November 1908.
Naar aanleiding van het bij Uw in margine ver
meld schrijven toegezonden verzoek van den Raad
Uwer gemeente om wijziging van het Koninklijk
Besluit van 12 Juli 1907 no. 17, waarbij aan Uwe
gemeente een voorschot uit 's Rijks kas is ver
leend ten behoeve van de Woningvereeniging
„Leeuwarden", heb ik do eer U mede te doelen,
dat de Minister van Financiën en ik bereid zijn
om aan de Koningin een voorstel te doen om het
aangehaalde Koninklijk Besluit in dien zin aan te
vullen dat aan het bepaalde sub 2o, le alinea,
worde toegevoegd de clausule, „met dien verstande
evenwel dat, indien het ons blijken mocht, dat te
eeniger tijd de stand der huurwaarde niet genoeg
zaam is gestegen om de gemeente in staat te
stollen zonder geldelijk offer harerzijds met ver
mindering der in het voorafgaande tijdperk genoton
bijdrage genoegen te nemen, de bijdrage onveran
derd kan worden gelaten, zoolang in dezen stand
van zaken geene verandering ten goede komt".
Yerder zijn wij bereid om, doch bij afzonderlijk
Koninklijk Besluit en in hoofdzaak in overeen
stemming met het bereids door Uw college met
het college van bijstand, bedoeld bij artikel 35 der
Aan
Burgemeester en Wethouders van
Leeuwarden.
Woningwet, gepleegde overleg, het verleenen van
een voorschot ten behoeve van den aankoop van
minderwaardige woningen en van eene bijdrage in
de deswege verschuldigde annuïteit te bevorderen,
nadat een raadsbesluit waarbij de voorwaarden
worden geregeld waaronder de gemeente steun des
wege aan de vereeniging verleent, de goedkeuring
van Gedeputeerde Staten zal hebben verkregen.
In dat Koninklijk Besluit, het zij thans reeds op
gemerkt zal de voorwaarde opgenomen worden
dat do gemeente aan de vereeniging, behoudens de
bekende uitzonderingsgevallen, naleving van de
huurprijzen-clausule, ook met betrekking tot de
woningen welke met behulp van het hierbedoelde
voorschot in verhuurbaren staat zullen worden ge
bracht, ten plicht stelt.
Het ligt in het voornemen, het te fourneeren
bedrag te bepalen op ten hoogste 30,000 onder
voorwaarde echter, dat de vereeniging telkenmale
nadat zij op rekening van het totale voorschot een
bedrag van 10,000 uit 's Rijks kas ontvangen
zal hebben, van de besteding dier gelden verant
woording zal afleggen aan het college van bijstand,
bedoeld bij artikel 35 der Woningwet, en dat eerst
wanneer die verantwoording door de Regeering na
voorlichting van genoemd college zal zijn goed
gekeurd, verdere uitbetaling zal geschieden.
Uw college zoude kunnen goedvinden een raads
besluit als bovenbedoeld uit te lokken en U ver
volgens tot toekenning van het voorschot en de
bijdrage tot de Koningin te wenden.
De Minister van Binnenlandsche Zaken,
Voor den Minister
De Secretaris-Generaal,
J. B. KAN.
73