r li
i&W
Bijlage No. 3.
feïi-v:.'
.r'.
v
HBl
e w
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1909. Bijl. no. 3.
AMENDEMENTEN van de heeren Duparc
en Besuiijen op het voorstel inzake
Verzekering tegen de geldelijke
gevolgen van werkloosheid en
stichting eener arbeidsbeurs. (Bij
lagen nos. 33 en 36 van 1908).
a. Amendementen van den heer Duparc.
Aan den Gemeenteraad.
Ondergeteekende heeft de eer, voor te stellen
1°. art. 1 van de ontwerp-verordening op de
gemeentelijke arbeidsbeurs te lezen als volgt
„Er wordt te Leeuwarden opgericht een gemeente
lijke arbeidsbeurs.
Zij heeft ten doel werkgevers en mannelijke
werklieden behulpzaam te zijn bij het zoeken door
de eerstgenoemden naar werkkrachten, door de
laatstgemelden naar arbeid.
Haar kan mede worden opgedragen het verza
melen van statistische opgaven betreffende aanbod
van- en vraag naar arbeid".
2°. in art. 6, eerste lid, in plaats van „zullen"
te lezen „hebben", en het latere woord „hebben"
te schrappen in het tweede lid, in plaats van „zal"
te lezen „wordt", en het latero woord „worden"
te schrappen.
3°. in art. 7, tweeden en vierden regel, in plaats
van „zal" te lezen „wordt" en het woord „worden",
aan het slot, te schrappen.
Leeuwarden, 25 Januari 1909.
A. DUPARC,
Lid van den Gemeenteraad.
b. Amendementen van den heer Besuijen.
Aan den Gemeenteraad.
In verband met Uwe uitnoodiging, tot mij gericht
in de vergadering van Dinsdag j.l., heb ik de eer
bijgaande amendementen op de ontwerp-verordening
op het gemeentelijk Wcrkloozenfonds te Leeuxoarden,
van toelichting voorzien, bij U in te zenden.
Te Uwer gouvorno zijn door mij bij de stukken
van het Dagelijksch Bestuur alsnog ter visie gelegd
1°. Handelingen van den Raad van Groningen
2°. Huishoudelijk Reglement van het Werkloozen-
fonds te Groningen
3°. Rapporten en ontwerp betreffende het fonds
te Utrecht.
Leeuwarden, 30 Januari 1909.
BESUIJEN,
Lid van den Gemeenteraad.
Artikel I. De tweede alinea te lezen
Het fonds heeft ten doel mede te werken tot
leniging van uit gedwongen werkloosheid voort-
vloeiernlen nood en de verzekering tegen de geldelijke
gevolgen van werkloosheid te bevorderen.
Het fonds tracht dit doel te bereiken door het
geven van een bijslag bij de uitkeeringen, die de
tot het fonds toegelaten vereenigingen ingeval van
gedwongen werkloosheid aan hare leden verstrekken.
De Raad kan aan de gemeente Leeuwarderadeel
toestaan zich onder nader te stellen voorwaarden
bij dit fonds aan te sluiten.
TOELICHTING.
Tegen de redactie van het ontwerp heb ik bezwaar,
omdat zonder aangegeven grond afgeweken is van
de redactie, welke in de meeste zuster-verordeningen
is te vinden, zie Nijmegen, Amsterdam, Delft,
Amersfoort, Groningen enz., waarin overal gesproken
wordt van „toelaten van vereenigingen tot het fonds",
van „aangesloten of toegelaten voreenigingen." Men
stelt dan do oischen van toelating vast en ontstaat
tusschen toegelaten vereenigingen en fonds een
vast contact. Op dezelfde manier kan men dus
ook van „toelating of aansluiting" van andere ge
meenten tot het fonds spreken. Deze redactie is
voor de arbeiders beslist duidelijker dan de nu telkens
terugkeerende aanduiding „de in artikel 6 bedoelde
vereenigingen."
In het ontwerp wordt door Burgemeester en Wet
houders in artikel 1 do indruk gewekt of de uit-
keering aan werklieden individueel zal plaats hebben,
in art. 3 van vereenigingen gesproken, waarvoor weder
naar art. 6 verwezen wordt.
Met de door mij voorgestelde redactiewijziging
wordt nog iets meer bereikt dan verduidelijking.
Art. 7 schrijft n.l. voor dat geen uitkeering van
den bijslag plaats heeft, indien de vereeniging be
doeld in art. 6, minder dan 20 leden telt. Voor
iederen bijslag zal dus onderzocht moeten worden
of aan die voorwaarde is voldaan. Practisch zal
dit onuitvoerbaar zijn en oorzaak van fraude worden.
Een voorbeeld. Bij de gemakkelijke verplaatsbaar
heid van den werkman is het ledental van een
vakvereeniging schommelend.
De vereeniging X heeft nu op 1 Januari 20
leden, zendt statuten in etc. en de leden meenen
recht op den bijslag te verkrijgen. Op 12 Januari wordt
lid A werkloos, tegelijkertijd vertrekt lid Bde
vereeniging heeft daardoor 19 leden. A heeft geen