Bijlage no. Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1909. verdeeling van de gemeente Leeuwarden in stern- districten voor de verkiezing van leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, alsmede op het besluit van Gedeputeerde Staten van Friesland, d.d. waarbij bovengenoemde verdeeling mede is vastgesteld voor de verkiezing van leden der Provinciale Staten gelet op art. 65 der Kieswet; gezien het voorstel van Burgemeester en AVet- houders besluit I. in te trekken zijn besluit van den 31 Mei 1901 (gemeenteblad no. 11), waarbij is vastgesteld de verordening tot aanwijzing van stemlokalen voor de stemdistricten, waarin de gemeente Leeuwarden voor de verkiezing van leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en der Provinciale Staten is verdeeld II. als stomlokaal voor do stemdistricten, waarin de gemeente Leeuwarden voor de verkiezing van leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en die der Provinciale Staten is verdeeld, aan te wijzen voor het le stemdistrict een lokaal in het Stadhuis voor het 2e stemdistrict een lokaal in het Gymnastiekgebouw bij de Put, hoek Jacobijner Kerkhof; voor het 3e stemdistrict het gymnastieklokaal in de Groote Kerkstraat: voor het 4e stemdistrict het lokaal van het gymnastiekgebouw aan het Nieuwstraatje voor het 5o stemdistrict een lokaal in de gemeentelijke bewaarschool no. 2 aan het Zuidvliet; voor het 6e stemdistrict een bovenlokaal van het Beurs- en AVaaggebouw. III. te bepalen dat deze verordening in werking treedt Leeuwarden, 190 De Raad voornoemd. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1909. Bijl. no. 5. AANLEG van een paardetram in de gemeente. Aan den Gemeenteraad. Den '24 December 1907 werd door Uwe Verga dering besloten aan A. J. Krieger te Amersfoort en Jhr. L. AV. van der Goes alhier, zonder noch tans op de definitieve richting der aan te leggen lijnen vooruit te loopen, aanvankelijk voor het jaar 1908 concessie te verleenen voor het leggen van spoorstaven in gemeentegrond, ongeveer ter plaatse als door hen in hun adres van 11 September 1907 is aangegeven en zulks ten behoeve van de exploi tatie van een paardetram in deze gemeente, met dien verstande, dat de gedétailleerde plannen vóór 31 December 1908 aan den Raad moeten zijn aan geboden en dat voor den aanleg en de exploitatie zullen gelden de nader door den Raad te stellen bepalingen. Ingevolge de gestelde voorwaarde kwam onder dagteekening van den 19 Juni 1908 bij den Raad een schrijven van genoemde heeren in, waarbij de vereischte détailplannen en nadere gegevens werden overgelegd, welke stukken vervolgens naar ons college om praeadvies werden gerenvoyeerd. Deze plannen omvatten de reeds bij onze voordracht, die tot het bovengenoemd besluit van 24 December 1907 heeft geleid, als eerst aan te leggen lijn ge noemd tracé van het Station der Staatspoor via Stationsweg, Wirdumerdijk, St. Jacobstraat, Eewal, Yoorstreek, Noorderwcg, Noorderbrug, naar het eindpunt op de Spanjaardslaan tusschen Spanjaard straat en Camstraburen, nader gewijzigd door ver mijding van het traject Dokkumerend-Noorderweg en het nemen in plaats daarvan van de route Nieuweburon-Vijzelstraat. Met het oog op het met name nauwe gedeelte van de Yoorstreek bij den Noorderweg en de moeilijke bocht aldaar, waarin bovendien nog eene belangrijke helliug ligt, achten wij deze wijziging bepaald een verbetering. Met de richting der lijn, U trouwens reeds van de behandeling in 1907 bekend, kan voor het overige genoegen worden genomen. Bij don eersten opzet der waarschijnlijke uit komsten van de exploitatie was door adressanten gerekend op een gemeentelijk subsidie van 1200. Bij het meergenoemde raadsbesluit van 1907 werd op dat gedeelte van het verzoek afwijzend beschikt niettemin hebben zij nader aan Uwe Vergadering medegedeeld te willen trachten zonder dien steun de zaak tot stand te brengen. De thans inge zonden cijfers toonen aan dat zij in die richting werkzaam zijn geweest, in de eerste plaats door het geraamde getal te vervoeren personen te ver- hoogen van 60,000 op 95,000 per jaar. Deze schatting berust op de berekening dat, volgens het bevolkingscijfer op 1 Januari 1907, in Alkmaar, bij een lengte der lijn van 1.26 K.M. en bij een tarief van 10 cent, elke 100 zielen gemiddeld 263 maal per jaar van de tram gebruik maken en te Amers foort, bij een lengte van 1.8 K.M. en een tarief van hooger dan 5 cent, 368 maal, terwijl het op gegeven getal voor Leeuwarden (lengte der lijn 1.6 K.M., tarief a 71/2 ct.) dat zooveel grooter is en ten opzichte der provincie en der omgeving zoo'n geheel andere plaats inneemt dan do even- genoemde steden en bovendien een middelpunt vormt van een druk spoorwegvervoer, zoubeteekenen 277 ritten op de 100 zielen 's jaars. Aldus beschouwd schijnt ons de onderneming een levensvatbare. Bij de becijfering zooals de adressanten die hebben gemaakt en ingezonden en waarbij op een getal van 95000 passagiers, gelijk boven is gezegd, is aangehouden, is het aanlegkapitaal op ƒ22500. gesteld en voorts voorloopig bepaald dat te dien einde 25000.in aandeelen zal worden uit gegeven. Ten laste der exploitatie wordt de rente a 5 gebrachtvoorts eene afschrijving ad 600.'s jaars, die gereserveerd wordt, terwijl overigens de opbrengsten de jaarlijksclie kosten juist dekken. De onderneming mag dus gezegd worden op reëelen grondslag te rusten. AVij meenen dan ook dat de gemeente, die overi gens trouwens zoo goed als geen financieel risico loopt, ook uit dien hoofde geen bezwaar behoeft te maken aan adressanten de verlangde definitieve concessie te verleenen. Voor het overige hebben ons de aan U ingezon den bescheiden geen aanleiding tot opmerkingen gegeven, evenmin als het door de adresssanten aan ons overgelegd afschrift van een contract dat zij voor de bediening van de tramrijtuigen met een stalhouder hier ter plaatse hebben gesloten en dat wij voor U ter inzage bij de stukken voegen. Als voorwaarden, die voor de concessie zullen moeten worden gesteld, hebben zij ons de Amers- foortsche concessiebepalingen doen toekomen, die volgens hen als model zouden kunnen worden gebruikt. Dit is nochtans niet geheel het geval, omdat deze gemeente de tramonderneming aldaar geldelijk steunt; ook op andere punten werd voor Leeuwarden daarenboven aan aanvulling behoefte gevoeld. Deze wijzigingen zijn met adressanten nader mondeling besproken, terwijl ten slotte daarna aangaande de ontwerp-concessie, blijkens hun schrijven van 8 Februari 1.1., volledige over- 87

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1909 | | pagina 44