T
ONTWERP.
100
101
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1909.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1909. jBijl. 110. i
De Raad der gemeente Leeuwarden
gezien het voorstel van Burgemeester en Wet
houders
besluit
vast te stellen de navolgende
VERORDENING op het gemeentelijke
Werkloozenfonds te Leeuwarden.
HOOFDSTUK I.
Het Fonds, zijn Doel en zijn Bestuur.
Art. 1.
Vanwege de gemeente wordt te Leeuwarden op
gericht een werkloozenfonds, tot welk einde zij uit
hare middelen een kapitaal van honderd gulden
afzondert.
Hot fonds heeft ten doel, door middel van uit-
keeringen aan werklieden bij gedwongen werkloos
heid, onder bij de volgende artikelen te stellen
bepalingen, zoowel mede te werken tot leniging
van hunnen uit die werkloosheid voortvloeienden I
nood, als de verzekering hunnerzijds tegen de gel
delijke gevolgen daarvan te bevorderen.
Onder „werklieden" verstaat deze verordening hen,
die in dienst van een werkgever in diens onder
neming tegen loon workzaam zijn.
Art. 2.
Het fonds verkrijgt zijne middelen
1. uit een jaarlijksch subsidie uit de gemeentekas
2. uit subsidiën uit anderen hoofde, uit makin
gen en schenkingen
3. uit do schadeloosstellingen der gemeente
Leeuwarderadeel, als bedoeld in de artikelen 7
sub e en 9 sub b.
Art. 3.
Het fonds wordt bestuurd door eene commissie
van vijf leden, ten minste 25 jaar oud en ingeze
tenen der gemeente, waarvan worden benoemd
de voorzitter door den Gemeenteraad uit een
door Burgemeester en Wethouders in te dienen
voordracht van twee personen
twee leden door Burgemeester en Wethouders,
van wie één door hen als plaatsvervangend voor
zitter wordt aangewezen
twee leden door leden der in art. 6 bedoelde
vereenigingen, welke benoeming plaats heeft op
door Burgemeester en Wethouders te regelen wijze.
De benoeming geschiedt voor den tijd van 3 jaren.
Do aftredenden zijn dadelijk herbenoembaar. Een
tusschentijds benoemde treedt tegelijkertijd met de
andere leden af.
Door de commissie wordt, onder goedkeuring van
Burgemeester en Wethouders, een huishoudelijk
reglement vastgesteld dat aan den Gemeenteraad
wordt medegedeeld. Dit reglement voorziet in de
wijze waarop de boekhouding der in art. 6 bedoelde
vereenigingen of die harer afzonderlijke werkloozen-
kassen moet zijn ingericht en regelt, met inacht
neming overigens van de bepalingen dezer veror
dening, de punten waarin door deze niet is voorzien.
Art. 4.
De directeur der gemeentelijke arbeidsbeurs staat
als secretaris-penningmeester van het werkloozen
fonds de commissie bij. Als zoodanig ontvangt hij
uit het fonds een jaarwedde van 100.
Hij is, behalve met de werkzaamheden die uitter-
aard tot den werkkring van den secretaris-penning
meester behooren, belast met de controle der door
de in art. (i bedoelde vereenigingen verstrekte
opgaven. Voor hot overige wordt hij door Burge
meester en Wethouders van een instructie voorzien.
In de vergaderingen der commissie heeft hij een
raadgevende stem.
Art. 5.
Jaarlijks in de maand Juni doet de commissie
aan Burgemeester en Wethouders toekomen het
verslag van hare werkzaamheden, alsmede de reke
ning en verantwoording der inkomsten en uitgaven
van het fonds, een en ander over het laatstverloopcn
kalenderjaar. Burgemeester en Wethouders leggen
deze stukken, met vermelding van de beschouwingen
waartoe de kennisneming hun aanleiding geeft, over
aan den Gemeenteraad, wiens goedkeuring op de
rekening vereischt is.
HOOFDSTUK II.
De Uitkoeringen.
Art. C.
De in art. 1 bedoelde uitkeeringen geschieden in
den vorm van bijslag bij de uitkeeringen, welke
werklieden, die zonder hun toedoen werkloos zijn,
van de vereeniging van vakgenooten waarbij zij zijn
aangesloten of, indien daarbij een afzonderlijke
werkloozenkas bestaat, van die kas ontvangen.
Tot het verkrijgen van don bijslag voor hare
leden moet de vereeniging door de in art. 3 be
doelde commissie tot het fonds zijn toegelaten.
Art. 7.
De vereeniging wordt niet toegelaten, indien
a. zij ten tijde van de aanvrage daartoe minder
dan 20 leden telt, die aan de kas hunner vereeni
ging, of, indien daarbij eene afzonderlijke werk
loozenkas bestaat, aan die kas ieder ten minste 5
cents per week bijdragen
h. zij hare reglementen en statuten niet vooraf
aan de commissio heeft ingezonden, of aan haar
van do samenstelling van haar bestuur vooraf geene
modedeeling heeft gedaan