d. haar bestuur niet schriftelijk verklaart zich
aan do bepalingen dezer verordening en aan die
van het in art. 3 bedooldc huishoudelijk reglement
te onderwerpen
b. zij van de wijzigingen harer reglementen en
statuten of in de samenstelling van haar bestuur
aan de commissie binnen een week geen mede-
deeling doet
d. zij in strijd handelt met de bepalingen dezer
verordening, van het in art. 3 bedoelde huishou
delijk reglement of hare statuten
f. zij niet langer in de gemeente Leeuwarden, of
in het geval bedoeld in art. 7 sub e, mede niet
langer in de gemeente Leeuwarderadeel is gevestigd
b. de werkman geen ingezetene der gemeente
Leeuwarden of in het geval bedoeld in art. 7
sub e geen ingezeteno der gemeenten Leeuwarde
radeel of Leeuwarden is en in de gemeente
102
d. niet gelijkertijd aan den werkman uit de kas
zijner vereeniging of uit hare werkloozenkas een
bedrag van ten minste 0.40 per dag wordt uit
gekeerd
103
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1909.
c. uit hare statuten niet blijkt, dat, indien bij
de veroeniging eene afzonderlijke werkloozenkas
bestaat, personen beneden de 20 jaar daartoe niet
kunnen toetreden
e. zij niet in de gemeente Leeuwarden is geves-
tigd, tenzij ten opzichte van in de gemeente Leeu-
warderadeel gevestigde vereenigingen, voorzoover
deze gemeente zich verbonden heeft terzake de
toelating dier vereenigingen, die overigens aan de
bepalingen dezer verordening zijn onderworpen, de
gemeente Leeuwarden volkomen schadeloos te stellen.
Art. 8.
De toelating der vereeniging wordt door de in
art. 3 bedoelde commissie ingetrokken, indien
a. het getal harer leden, als in art. 7 sub a
bedoeld, tot beneden 15 daalt
c. zij hare statuten in dien zin wijzigt, dat afge
weken wordt van het bepaalde in art. 7 sub c
e. zij nalatig is in het, desgevraagd onder over
legging harer boeken, verstrekken van die gegevens,
betrekking hebbende op de werkloozen-verzekering,
dio de commissie voor de richtige behartiging der
haar opgedragen werkzaamheden behoeft
g. de gemeente Leeuwarderadeel zich niet langer
verbindt tot betaling der in art. 7 sub e bedoelde
schadeloosstelling.
Art. 9.
Geen bijslag wordt gegeven, indien
o. de werkloosheid het direct gevolg is van werk
staking of uitsluiting in het vak van den werkmap
ter beoordeeling der commissie, het bestuur der
vereeniging, waarbij de werkman is aangesloten,
gehoord, van zijne ziekte of lichamelijke ongeschikt
heid, of indien do werklooze zich niet dagelijks
aanmeldt op de gemeentelijke arbeidsbeurs, of in
het algemeen onwillig is om voor hom, ter beoor
deeling dor commissie, het bestuur voornoemd ge
hoord, geschikten arbeid te zoeken of te aanvaarden;
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1909. ffijl. HO. i
Leeuwarden of in het laatstbedoelde geval, in
een van beide gemeenten of beide te zamen nog
geen jaar heeft gewoond, tenzij de gemeente Leeu-
warderadoel zich verbonden heeft de gemeente
Leeuwarden ter zake volkomen schadeloos te stellen,
als wanneer de werkman, die, ingezetene der ge
meente Leeuwarderadeel, bij eene in de gemeente
Leeuwarden gevestigde vereeniging aangesloten is,
in een van beide gemeenten afzonderlijk of te
zamen een jaar moet hebben gewoond
c. de werkman de aan zijne vereeniging of hare
werkloozenkas verschuldigde contributie niet ge
durende tenminste zes maanden aan de werkloos
heid voorafgaande heeft betaald, tenzij en voor zoo
ver hij in dien tijd werkloos is geweest en daarin
den bijslag genoten heeft
e. de werkman in hetzelfde kalenderjaar reeds
over 50 dagen een bijslag genoten heeft;
de werkman gedurende het aan de werkloos
heid voorafgaand jaar een vast weekloon van ten
minste 16.heeft verdiend.
Art. 10.
Over de eerste drie dagen der werkloosheid wordt
geen bijslag gegeven.
Art. 11.
De in art. 3 bedoelde commissie stelt het bedrag
van den bijslag voor elke maand vast en doet
daarvan mededeeling aan de besturen der in art. 6
bedoelde vereenigingen.
De bijslag mag niet hooger zijn dan 100 van
de door de vereeniging zelve, of, indien daarbij een
afzonderlijke werkloozenkas bestaat, door die kas
toegekende uitkeering en niet meer bedragen dan
0.50 per dag en per werkman.
De vereeniging of de werkloozenkas schiet den
bijslag voor. Na het einde der maand wordt deze
vanwege de commissie aan het bestuur der ver
eeniging of zijn gemachtigde gerestitueerd.
Art. 12.
Het in art. 1 bedoelde fonds kan bij raadsbesluit
worden opgeheven.
HOOFDSTUK III.
Overgangs- en Slotbepalingen.
Art. 13.
Met afwijking van het bepaalde bij art. 3, le lid,
laatste en voorlaatste zinsnede, worden voor de
eerste maal de vier leden der commissie voor den