ONTWERP. A. vermeld staat en wordt bijgehouden B. zijn opgenomen 1 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1910. De Raad der gemeente Leeuwarden gezien het voorstel van Burgemeester en Wet houders en het gewijzigde voorstel van de com- mistie ad hoe besluit vast te stellen het navolgend REGLEMENT voor de werklioden in dienst der gemeente Leeuwarden. HOOFDSTUK I. Algemeene bepalingen. Art. 1. 1. Dit reglement bevat de algemeene voorwaar den, waarop werklieden in dienst der gemeente worden aangenomen, waarop zij in dien dienst werkzaam zijn en waarop hun dienstbetrekking een einde neemt. 2. Bovendien worden door Burgemeester en Wethouders met betrekking tot de voor eiken tak van dienst afzonderlijk geldende voorwaarden bij zondere voorschriften vastgesteld. 8. Deze voorschriften mogen niet in strijd zijn met dit reglement. 4. De vaststelling der bijzondere voorschriften en van do daarin aan te brengen wijzigingen ge schiedt niet dan nadat deze ten minste 4 weken te voren op een door Burgemeester en Wethouders te bepalen wijze aan do werklieden in dienst der gemeente en hunne organisatiën bekend zijn gemaakt, die desgewenscht hunne opmerkingen schriftelijk ter kennis van Burgemeester en Wethouders kunnen brengen. Art. 2. 1. Onder werklieden in den zin van dit regle ment worden, met uitzondering van hen die als gepensionneerde werklieden van deze gemeente opnieuw en bij wijze van uitzondering voor voor hen passende werkzaamheden in dienst genomen zijn of worden, alle personen verstaan, die zes weken achtereen of langer in directen dienst der gemeente werkzaam zijn, wier werktijd overeenkomt met de normale werktijden bij de verschillende takken van dienst waartoe zij behooren, wier loon niet bij de maand of langer wordt betaald en die als zoodanig voorkomen op een door den gemeenteraad te dien einde vastgestelde lijst. 2. Onder directen dienst wordt verstaan de dienstbetrekking, waarin de betrokkene door het gemeentebestuur of door het hoofd van een tak van dienst is aangesteld. Art. 8. 1. De werklieden worden onderscheiden in vaste, tijdelijke en aankomende. 2. Vaste werklieden zijn zij die geacht worden voor do werkzaamheden van den betrokken tak van dienst voortdurend noodig te zijn en in 't bezit zijn eener schriftelijke aanstelling als zoodanig van Burgemeester en Wethouders. 3. Tijdelijke werklieden zijn zij, die door de hoofden der takken van dienst voor een bepaald tijdvak of voor een bepaald werk worden aangenomen. 4. Aankomende werklieden zijn tijdelijke werk lieden beneden de 20 jaar. Art. 4. 1. Tweemaal per week op door Burgemeester en Wethouders vast te stellen dag on uur wordt aan de werklieden gelegenheid gegeven aan het hoofd van den tak van dienst, waarbij zij werkzaam zijn of aan dengene, die hem vervangt, de mede- deelingen of verzoeken te doen, die zij in hun be lang of dat van don dienst achten. Zij zullen het doen van dezo mededeelingen of vorzoeken kunnen opdragen aan een of meer hunner medewerklieden bij denzelfdon tak van dienst, of aan het bestuur van een hunner organisatiën. 2. Betreffen de mededeelingen of verzoeken in het persoonlijk belang evenwel een klacht, dan moet deze door den werkman, wien het aangaat, zelf binnen 4 X 24 uren na het voorvallen van het feit, dat tot do klacht aanleiding gaf, worden ingebracht. 3. Wordt na het aanhooren van een mondelinge klacht door het hoofd van den betrokken tak van dienst de mededeeling dezer klacht schriftelijk ge vorderd, dan wordt daaraan binnen 2 X 24 uren na deze vordering door den klager persoonlijk voldaan, bij gebreke waarvan do klacht niot nader wordt onderzocht. Art. 5. 1. Onder feestdagen in den zin van dit reglement worden verstaan de Tweede Paaschdag, de Hemelvaartsdag, de Tweede Pinksterdag, de beide Kerstdagen, de Nieuwjaarsdag, de namiddagen van den eersten en van den tweeden Maandag in de kermis, de namiddag van den verjaardag van H. M. de Koningin, en iedere andere dag, die bovendien als zoodanig door Burgemeester en Wethouders wordt aangewezen. 2. De feestdagen zullen, evenals de Zondagen, zooveel mogelijk rustdagen zijn. Art. 6. Zon- en feestdagen worden geacht te beginnen 208 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1910. Bijl. no. 11. te zes uur in den voormiddag van dien dag en te eindigen te zes ure in den voormiddag van den volgenden dag. Art. 7. Onder nacht wordt in dit reglement bedoeld de tijd tusschen namiddags 10 uur en den volgenden voormiddag 6 uur. HOOFDSTUK II. Aanstelling. Art. 8. 1. De aanstelling geschiedt: a. van vaste werklieden door Burgemeester en Wethouders op aanbeveling van het hoofd van den betrokken tak van dienst b. van tijdelijke werklieden door het hoofd van den betrokken tak van dienst. 2. De vaste werklieden ontvangen behalve het in art. 11 genoemde dienstboekje eene schriftelijke aanstelling van Burgemeester en Wethouders. 3. De tijdelijke werklieden ontvangen geene schriftelijke aanstelling, doch alléén oen dienstboekje. Art. 9. 1. Om tot vasten werkman te worden aangesteld, moet men a. de bekwaamheid bezitten om de op te dragen werkzaamheden te kunnen uitvoeren b. van goed ordelijk en zedelijk gedrag zijn c. bij de indiensttreding den leeftijd van ten minste 20 jaar hebben bereikt en niet ouder zijn dan 32 jaar d. ten minste 52 weken onafgebroken in tijde- lijken dienst der gemeente tot tevredenheid hebben doorgebracht e. voldoende lager onderwijs hebben genoten lichamelijk geschikt zijn in den zin der ver ordening, regelende het geneeskundig onderzoek van personen, die in aanmerking komen voor aan stelling in den dienst der gemeente en van hare instellingen. 2. De tijdelijke werkman wordt na onafgebroken 52 weken tot tevredenheid in dienst der gemeente te zijn geweest tot vasten werkman aangesteld, indien hij, behoudens het bepaalde sub f van het eerste lid, geacht kan worden voor de aan hem opgedragen werkzaamheden bij voortduring noodig te zijn. 3. Om tot tijdelijken werkman te worden aangesteld moet men, behalve de in het eerste lid, sub a, b en e gestelde vereischten, den leeftijd van ten minste 20 jaar hebben bereikt. Met afwijking van hetgeen bepaald is bij art. 51 4° kan de tijdelijke werkman, die na 52 weken onafgebroken dienst nog niet in vasten dienst der gemeente is overgegaan, door het betrokken hoofd van den tak van dienst, onder goedkeuring van Burgemeester en Wethouders, telkens weer voor den tijd van ten hoogste één jaar worden aangesteld. 4. Voor een aankomend werkman wordt een leeftijd van ten minste 15 jaar vereischt. 0. Tijdens zijne dienstbetrekking is de aanko mende werkman verplicht, tenzij met vrijstelling van Burgemeester en Wethouders, eenig onderwijs of eene bijzondere vakopleiding te hunnen genoege te volgen. 6. In bijzondere gevallen kunnen Burgemeester en Wethouders van het in dit artikel sub c en d bepaalde afwijken. Art. 10. 1. Indien hij, die tot vasten werkman wordt aangesteld, ouder is dan 32 jaar, geschiedt de aan stelling slechts onder voorwaarde, dat hij gedurende zoovele jaren, als hij ouder is dan 32 jaar, als pensioen-bijdrage het dubbele stort van het als zoo danig volgens de betrekkelijke verordening ver schuldigde bedrag. 2. Bij de berekening van zijn pensioen wordt zijn dienst geacht met zijn 33e levensjaar te zijn ingegaan. Art. 11. Aan eiken werkman wordt zoo spoedig mogelijk, na de in art. 15 bedoelde onderteekening, tegen ontvangbewijs kosteloos uitgereikt, een dienstboekje, waarin 1°. de naam en de voornamen van den werkman, benevens de datum waarop en de plaats waar hij geboren is 2°. de datum zijner indiensttreding 3°. de tak van gemeentedienst waarbij hij werk zaam is gesteld 4°. het loon waarop hij is aangesteld en c. q. de loonklasse waarin hij valt 5°. de datum en het nommer van het besluit van Burgemeester en Wethouders, waarbij hij als zoodanig is aangesteld, c. q. met vermelding van het bedrag dat hij wegens indiensttreding na het voleinden van het 82e levensjaar moet betalen boven hetgeen volgens de betrekkelijke verordening als pensioenbijdrage verschuldigd is 6°. de datum waarop en de reden waarom de dienstbetrekking is geëindigd 1°. dit reglement 2°. de bijzondere voorschriften van den tak van dienst, waarbij de werkman werkzaam is gestold 3°. de verordeningen en besluiten waarvan de kennis voor de werklieden van belang kan worden geacht. Art. 12. i 1 A' Indien in het in het vorig artikel bedoelde dienst- 209

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1910 | | pagina 107