Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1910. van H. C. Beekman, alhier, als schriftelijk ge machtigde van A. F. Zijlstra te Welsrijp, het zui delijke gedeelte van de perceelen 1093 en 1092, onder bijbetaling van 25. van E. Rodenhuis, alhier, het zuidelijke gedeelte van de perceelen 1091 en 1090, onder bijbetaling van 75. van H. C. Beekman, alhier, als schriftelijk ge machtigde van H. Hofman te Assen, het zuidelijke gedeelte van de perceelen 1089 en 1088, doch wat den grond betreft tot geen grootere breedte dan van 2 meter ten noorden van het water, onder bijbetaling van 15. van C. Goud, alhier, het zuidelijke gedeelte van perceel 1072, onder bijbetaling van 30.en voorts onder voorwaarde, dat de uitkomende wal- beschoeiïng voor genoemd perceel zijn eigendom blijft en het mestgat op zijn erf wordt gedicht; van A. Ottema, alhier, het zuidelijke gedeelte van perceel 2653, onder bijbetaling van 300. van H. C. Beekman, alhier, als schriftelijk ge machtigde van J. van der Werf, weduwe H. Vliet- stra, te Ermelo, het zuidelijke gedeelte van de per ceelen 1071, 1070 en 1066, onder bijbetaling van 25.— II. in ontvangst te nemen van de navolgende personen, eigenaren van perceelen in de omgeving van het Pieterseliowaltje, kadastraal sectie F, de achter ieders naam vermelde bedragen als bijdrage in de kosten van slootdomping en straataanleg aldaar, als van H. Meulenkamp te Breda, eigenaar van perceel 2219 5. van de erven B. J. Bekhuis, als mede-eigenaren van de perceelen 2239 en 2212 50. van J. FI. Mink, als eigenaar van perceel 1101 2.50; van A. Eijgelaar, als mede-eigenaar van de per ceelen 1102 en 1103 15. van M. Wijbenga, als mede-eigenaar van de per ceelen 1081, 1082, 1083, 1084, 1085, 1086 en 1087 f 30.- van A. Ottema, als gemachtigde van de erven P. S. Weijer, eigenaren van perceel 1075 25.— van F. A. de Jong, vrouw van K. J. Wielinga, eigenares van perceel 1076 f 10. van de vereeniging „Eigen Brood Bovenal", al hier, eigenares van perceel 2486 179.50; III. eene ruiling van grond aan te gaan met de afdeeling Leeuwarden van do provinciale Friesche Werklieden vereeniging, waarbij de gemeente in eigendom verkrijgt het kadastrale perceel sectie F no. 1910, groot 40 c.A., bekend als bleek en in eigendom afstaat het gedeelte van het kadastrale perceel no. 2138, in dezelfde sectie, als op de teekening A met de letters a, b, c, d is aangeduid, ter grootte van 98 cA. en ter breedte langs den weg gemeten van 8 M., onder de navolgende voorwaarden a. de afdeeling doet afstand van de verdere, nog tot 3 Januari 1913 loopende, huur van het aan de gemeente toebehoorende perceel sectie F no. 2139; b. de gemeente betaalt toe eene som van 300.— c. op kosten der gemeente wordt, ten behoeve van het stichten van een nieuwe karrenbergplaats door de afdeeling, de juiste plaats nader in ge meenschappelijk overleg aan te wijzen, in het trot toir vóór het in eigendom te verkrijgen terrein een inrit gemaakt d. de op deze ruiling vallende kosten komen voor rekening der gemeente IV. aan te nemen a. van J. Laverman, alhier, de verklaring van afstand van het recht van vrije vaart door de sloot langs het Pieterseliowaltje naar en van de Dokku mer Ee ten behoeve van na te noemen perceel en in te gaan op zijne bereidverklaring om te gedoogen dat de ten noorden van zijn eigendom sectie F no. 2395 loopende sloot, die voor de helft zijn eigendom is en blijft, op kosten der gemeente wordt gedempt; h. van de vereeniging „Eigen Brood Bovenal", alhier, de bereidverklaring om te gedoogen dat de ten noorden van haar eigendom sectie F no. 2486 loopende sloot, die voor de helft haar eigendom is en blijft, op kosten der gemeente wordt gedempt, mits, eveneens op kosten der gemeente, een houten hek op de eigendomsgrons wordt geplaatst, ter hoogte van het andere dit terrein omgevende hekwerk V. eene ruiling van grond aan te gaan A. met A. J. de Roos alhier, waarbij de gemeente in eigendom verkrijgt het op de teekening gemerkt C met de letters s t u aangegeven gedeelte van perceel sectie F no. 1276, ter grootte van 50 cA., de juiste grootte door een landmeter van het kadaster op te meten, en in eigendom afstaat de op gemelde teekening met de letters u v en w x ij aangegeven gedeelten van perceel no. 2138, ter gezamenlijke grootte van 50 cA., de juiste grootte eveneens nader door een landmeter van het kadaster op te meten, onder de volgende voorwaarden a. de zich op den zuidwesthoek van het perceel van de Roos bevindende aardhoop wordt ten behoeve van de demping van hot Pieterseliowaltje kosteloos aan de gemeente afgestaan b. voor zoover voor den voorgenomen straat- aanleg noodig, dempt de gemeente op hare kosten de zich tuschen de perceelen 2138 en 1276 bevin dende sloot c. naar genoegen van Burgemeester en Wet houders wordt ten koste der gemeente, voor zoover 246 Bijl ago tot hot verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1910. Bijl. ÏIO. /O. noodig, ten behoeve van het terrein van de Roos, een voldoende veekeerende scheiding gemaakt ten oosten van de door te trekken Willem Sprenger- straat d. de gemeente verleent, ten behoeve van even- tueelen aanbouw op perceel 1276 aan de verlengde Willem Sprengerstraat, uitgang en aansluiting op riool- en gasbuizen in die straat B. met A. Ottema, alhier, waarbij de gemeente in eigendom verkrijgt de kadastrale perceelen sectie F nos. 1895 en 1897, respectievelijk groot 18 en 18 cA. en bekend als bleeken en in eigendom afstaat het kadastrale perceel no. 2138, in dezelfde sectie, als op de teekening B met de letters, n, o, p, r is aangeduid, ter grootte van 63 cA. en ter breedte langs den weg gemeten van 4 M., onder voorwaarde dat de kosten der ruiling voor rekening der gemeente komen en, tenzij in overleg met de huurders, door haar het geruilde niet eerder dan 12 Mei 1911 kan worden aanvaard; VI. van M. Wiemers, alhier, in koop over te nemen het kadastrale perceel sectie F no. 1909, ter grootte van 16 c.A., bekend als bleek, en, voorzoover volgens de teekening voor straataanleg noodig, tegen een koopsom naar f 4.per cA., de juiste grootte nader op te meten, onder voor waarde, dat door de gemeente om het overblij vende der perceelen een houten hek wordt ge plaatst, gelijk aan hetgeen door haar elders aan de Woudstraat is geplaatst en de kosten van over dracht komen voor rekening der gemeente VII. tot afbraak van do in het raadsbesluit van 19 April 1.1. no. 130R/55 sub A 2 genoemde aan de gemeente behoorende kadastrale perceelen, voor zoover bebouwd VIII. als bouwterrein in erfpacht uit te geven de gedeelten der kadastrale perceelen gemeente Leeuwarden, sectie F nos. 2138, 2090, 2139, 2079, 2080, 2081, 2082, 2085, aangeduid als bouwblokken I tot en met IX op de bij dit besluit behoorende situatiekaart en te bepalen dat als „Bepalingen, betreffende de uitgifte van bouwterreinen, gelegen aan de oostzijde van Oldegalileën (terrein, voorheen verhuurd aan H. S. Ritman) en toebehoorende aan de gemeente Leeuwarden" zullen worden gesteld de bij raadsbesluit van 9 Juni 1908 no. 186R/84, goedgekeurd bij resolutie van Gedeputeerde Staten van 6 Augustus d.a.v. no. 47, vastgestelde „Bepa lingen betreffende de uitgifte van bouwterreinen, gelegen aan de noordzijde van den Hoekstersingel (terrein der voormalige Bleekerij) en toebehoorende aan de gemeente Leeuwarden", met dien verstande a. dat artikel 1 zal luiden als volgt De uit te geven bouwterreinen zijn gelegen ten oosten van Oldegalileën te Leeuwarden, op de bij deze bepalingen behoorende situatiekaart in roode arqure aangewezen en verdeeld in de blokken I tot en met IX. b. dat in artikel 2, le lid, in plaats van „4^2 wordt gelezen „4 c. dat artikel 3 zal luiden als volgt 1. Op alle blokken moet het terrein steeds tot eene diepte in erfpacht genomen worden als door Burgemeester en Wethouders wordt bepaald. 2. Op de blokken VIII en IX moet het terrein tot de volle diepte in erfpacht genomen worden. d. dat in artikel 9, le lid, in plaats van „een maand", wordt gelezen „twee maanden". e. dat in artikel 16J, le lid gelezen wordtin plaats van„op 2.50 M. uit den weg", op 2 en 2.50 M. uit den weg" en het aldaar sub c bepaalde vervalt. f. dat aan het le lid van artikel 20 wordt toe gevoegd do volgende zinsnede Dit verzoek is verplicht en moet worden inge willigd vóór tot het vervreemden of bezwaren van een gedeelte van het recht wordt overgegaan. en aan het 3e lid, na vervanging van de punt door een komma, „voor wier schuld het recht op het geheele terrein verbonden is." g. dat de aan het slot der „Bepalingen" opge nomen „Lijst bedoeld in artikel 2" zal luiden als volgt Blok IV per centiare 6.- V VI VII VIII IX 6.— 6.50 6.50 7.- 7.— De blokken I, II en III worden voorshands niet in uitgifte gebracht. terwijl de daaropvolgende bepaling omtrent de vermindering van de waarde bij aanvragen van 10002000 en van boven 2000 cA. behouden blijft, doch vervalt hetgeen als „Nota" is bepaald IX. als „voorafgaand raadsbesluit" bedoeld in het eerste lid van artikel 27 der Woningwet, ten behoeve van het met bouwverbod bezwaren van de sub A 4 van het raadsbesluit van 19 April 1.1. genoemde perceelen, vast te stellen het in ontwerp overgelegde besluit X. in afwachting van eventueele nadere voor stellen tot begrootingswijziging in verband met het 247

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1910 | | pagina 126