Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1910.
plaatsen achter de wallen blijft staan en werd het
verzoek gedaan hierin te voorzien door het aan
brengen van openingen in de rollagen der wal-
muren.
Volgno. 148. In alle sectiën werd de wensche-
lijkheid uitgesproken om de Potmargebrug te ver
nieuwen.
Rapporteurs sluiten zich hier geheel bij aan,
vooral nu de tramplannen gewijzigd zijn.
In de eerste sectie werd aangedrongen op riet-
aanplanting ter bescherming van den wal bij
Wij laarderburen
In de derde sectie werd het nuttig geoordeeld
een pont te leggen tusschen de 1ste en 2de Kanaal-
bruggen, wat den verkoop van bouwterreinen
zeker zou bevorderen.
Mede werd op spoedige verwijdering der publieke
pompen aangedrongen en op het maken van eene
aanlegkade voor schepen aan den Westersingel.
Rapporteurs meenen dat, mocht er behoefte be
staan aan meerdere kaderuimte, deze singel daar
voor het eerst in aanmerking dient te komen.
Volgno. 149. In de eerste en tweede sectie werd
aan Burgemeester en Wethouders hulde gebracht
voor de verfraaiing der plantsoenen en trottoirs,
eene hulde waarbij de commissie van rapporteurs
zich volgaarne aansluit.
Volgno. 155. Wenschelijk werd het geacht door
een lid der eerste sectie, om op de algemeene
begraafplaats eene wachtkamer aan te brengen
voor de belangstellenden bij begrafenissen.
Volgno. 164. In de tweede en derde sectie werd
geinformeerd welk deel voor de oeververbetering
aan den Noordersingel in aanmerking komt en
tevens de vraag gesteld of dit wel noodig is.
Volgno. 170. In alle sectiën was men belang
stellend naar de werkzaamheden der commissie
voor de verplaatsing van het Aschland en werden
eenige bezwaren ingebracht tegen de voorgestelde
uitgave van 7000.voor het maken van loodsen
etc. Be commissie van rapporteurs acht, waar
voorloopig nog wel niet voorstellen tot verplaatsing
van het Aschland den Raad zullen bereiken, deze
uitgaven gewenscht, daar zij volgens bekomen
inlichtingen noodzakelijk zijn. In de tweede en
derde sectie werd geklaagd over de omstandigheid,
dat op Zondag van wege de gemeentereiniging de
grachten worden schoongemaakt. Eveneens over
het onoordeelkundig inladen van asch in de pramen.
In de tweede sectie werd gevraagd of de aan
schaffing van een nieuwen tonnenwagen niet ver
meerdering van personeel eischt.
Volgno. 173. In de eerste sectie werd op ver
hooging van salaris van den commissaris van politie
aangedrongen.
Volgno. 174. In de tweede sectie werd geklaagd
over de schandelijke, veelvuldige en aanhoudende
dieverijen bij de door de beurtschepen uitgeladen
goederen en aangedrongen op scherpe waakzaam
heid der politie, terwijl in de eerste en tweede
sectie de wensch werd uitgesproken den inspecteur
van politie, die een politiehond houdt, eene ver
goeding voor dat dier toe te kennen.
Volgno. 176. Een lid der tweede sectie vestigt
de aandacht op het laantje naar de Israëlitische
begraafplaats en vraagt daar verbetering der ver
lichting.
Volgno. 193. Hierbij wenscht een lid der derde
sectie onder no. 193a aan te brengen een post
groot f 800.als uitgave ter bestrijding van be
smettelijk hoofdzeer. Naar aanleiding van het
behandelde in den Raad te dezen aanzien onder
steunt de commissie van rapporteurs dit voor
stel.
Volgno. 194. In dezelfde sectie werd door het
zelfde lid te kennen gegeven dat het salaris van
den keurmeester te laag is voor de vele en goede
werkzaamheden die hij bewijst. Geantwoord werd
hierop dat de keuringsdienst voor een jaar op proef
is ingesteld en de Raad dan weer zal moeten be
slissen. In de tweede sectie vond de wensch dat
aan de leden van den Raad het gedrukt rapport
omtrent den keuringsdienst wordt gezonden, alge
meene instemming. Verder werd nog aangedrongen
op afschaffing der noodslachting, waartegen bij
meerderen echter bezwaar bestond.
Volgno. 196. Boor een lid der tweede sectie
werd gevraagd of verscherpt toezicht op de vleesch-
keuring mogelijk is. Medegedeeld is hierop dat
veel vleesch werd afgekeurd en het toezicht goed
is te noemen.
Volgno. 197. Aangedrongen werd in de tweede
sectie op intrekking der verordening op de publieke
vrouwen en de huizen van ontucht.
Volgno. 205. Boor een lid der eerste sectie werd
het wenschelijk geacht, dat voorzien wordt in voort
gezet onderwijs aan jongens, die het Lager Onder
wijs en herhalingsonderwijs genoten hebben, terwijl
in de tweede sectie eene stem opging om het salaris
der onderwijzeressen met acte handwerken te ver-
hoogen.
Volgno. 219. In de tweede sectie meenden enkele
leden dat de hier uitgetrokken som onvoldoende
was voor klompen en kleeding en waren voor ver
hooging tot 1000.Anderen waren het hier
mede niet eens en verklaarden zich daartegen.
Volgno. 220. In dezelfde sectie is door een lid
de vraag gesteld welke vereenigingen of commissies
in dit volgno. zijn bedoeld.
Volgno. 223. Aangedrongen werd in de tweede
sectie op verhooging van den post voor school
reisjes tot 400.a 1000.en dit vooral met
het oog op de tusschenscholen. Verzekerd werd
echter dat de voorgestelde som voldoende is.
Volgno. 241. Een lid der tweede sectie drong
aan de openbare muziekuitvoeringen op verschil
278
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1910. Bijl. no. 20.
lende plaatsen in de stad te houden. Meerderen
hadden hiertegen bezwaar.
Volgno. 244. In de eerste en tweede sectie werd
met ingenomenheid begroet dat in het armhuis thans
gehuwde lieden samen kunnen wonen. Een lid
der tweede sectie drong aan op overlegging der
lijst van de vaste bedeelden.
Volgno. 245. Een lid der derde sectie wenscht
het salaris der beide stadsgeneesheeren verhoogd
te zien. Be voorzitter beval aan te wachten op
de invoering van het instituut schoolartsen en te
zien of de stadsgeneesheeren daardoor ook meer
werk zullen krijgen, 't Zelfde lid gaf te kennen
dat stads-vroedvrouwen dienden aangesteld te wor
den. Geantwoord werd hierop dat de noodzakelijk
heid niet was gebleken en geen ambtenaren meer
moesten worden aangesteld dan noodig is.
Volgno. 272. In de derde sectie werd de vraag
gesteld waarom voor het veterinair toezicht ter
veemarkt een memoriepost is geplaatst. Be moge
lijkheid is toch niet uitgesloten dat een bedrag
noodig kan zijn. Medegedeeld werd dat het altijd
een memoriepost is geweest en alleen in 1909 en
1910 door de ziekte van mond- en klauwzeer vele
uitgaven zijn noodig geweest.
Volgno. 274. Kan, zoo werd in de tweede sectie
gevraagd, de gemeente zelf de risico van brand
schade niet dragen Rapporteurs meenen dat, bij
de lage premie die hier wordt betaald, die risico
voor de gemeente te groot is.
Volgno. 285. Aangedrongen werd in de tweede
sectie op definitieve regeling der pensioenen.
INKOMSTEN.
Volgno. 5. In de eerste sectie is aangedrongen
op het aanstellen van een beambte om de belasting
plichtigen te controleeren, ten einde de juistheid
der aanslagen te bevorderen.
Volgno. 7. In alle sectiën werd het denkbeeld
geopperd eene belasting op de publieke vermake
lijkheden in te voeren, welk idee bijna algemeene
instemming vond. Be commissie van rapporteurs
verzoekt Burgemeester en Wethouders naar de
mogelijkheid om een dergelijke heffing in te voeren
een onderzoek in te stellen.
Volgno. 8. In de eerste sectie werd het ver
moeden uitgesproken dat de raming der bruggelden
wel eens te hoog kon zijn, zulks met het oog op
de opbrengst in de jaren 19061908; de scheep
vaart neemt niet toe.
Volgno. 23. Eveneens werd door hetzelfde lid
de raming der schoolgelden voor het middelbaar
onderwijs te hoog geacht, wegens het kleiner
worden van het aantal leerlingen.
Volgno. 29. In de tweede sectie werd er op ge
wezen dat het onderhoud der boerenplaatsen veel
te wenschen overlaat en betoogd dat ten deze de
zuinigheid de wijsheid bedriegt. Het denkbeeld
werd geopperd om een deskundige te belasten met
het toezicht op de boerenplaatsen.
Volgno. 49. In de tweede sectie werd gevraagd
of de 350 voor over 1909 te weinig ontvangen
rijksbijdrage in zake lager onderwijs, niet onder
volgnummer 83 moet vermeld worden.
Volgno. 63. In de tweede sectie werd gevraagd
naar de verlichting in de Paul Krugerstraat en na
de informatie, dat de straatlantaarns daar steeds
nog niet branden, door meerderen de wensch geuit
aan dezen toestand een einde te maken.
Leeuwarden, 20 October 1910.
C. BEEKHUIS,
Rapporteur der eerste sectie.
Mr. J. W. TIJSMA,
Rapporteur der tweede sectie.
W. FRANSEN Jzn.,
Rapporteur der derde sectie.
Algemeen Rapporteur.
279