282 283 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1910. ter uitvoering van het Werkliedenreglement zullen hebben te nemen, het nadeel voor enkele werklieden kan worden vermeden als waarop hier ter plaatse in het sectierapport wordt gewezen. Ontveinzen kunnen zij zich echter niet, dat volgens de letter van dat reglement het vinden eener oplossing niet gemakkelijk zal vallen. Van de Directie der Nederlandsche Tramweg- Maatschappij zijn inderdaad sinds het raadsbesluit van 26 April 1910, waarbij de route Spanjaards laan voor de lijn station Vrouwenpoortde Bleek werd uitgeschakeld en dat door Burgemeester en Wethouders te harer kennis word gebracht, nog geene nadere plannen ingekomen. Burgemeester en Wethouders sluiten de oogen niet voor de voor de gemeente bij den tramaanleg betrokken belangen zij blijven hun aandacht op deze zaak gevestigd houden en zullen niet nalaten zich met de Directie in verbinding te stellen, zoodra de omstandigheden dit geraden maken. Wanneer dit tijdstip aange broken moet worden geacht, zagen zij evenwel gaarne aan het beleid van hun college overgelaten. Ter uitvoering van de nieuwe Algemeene Politie verordening is door Burgemeester en Wethouders hot Algemeen Politiebesluit uitgevaardigd, dat in gemeenteblad no. 16 van dit jaar is opgenomen. Daarin zijn ook de straten aangewezen, waarin het rijden met rijwielen in één of beide richtingen verboden is. Zij hebben dit besluit nochtans niet vastgesteld dan na den Commissaris van Politie te hebben gehoord, die een verbod, als hier thans in overweging wordt gegeven, blijkbaar niet noodig oordeelde. Ook Burgemeester en Wethouders achten dit in deze straten, die, wel is waar niet breed, toch voor de passage met rijwielen bezwaarlijk kunnen worden gemist, met het oog op de veilig heid van het verkeer niet bepaald noodzakelijk. Inmiddels zullen zij met den Commissaris nog nader maatregelen als de hier gewenschte bespreken. Met motorrijwielen mag de Peperstraat slechts in de richting Nieuwestad worden bereden. Plannen voor de uitbreiding der Veemarkt en voor een bad- en zweminrichting zijn bij Burge meester en Wethouders in voorbereiding. Onder de artikelen worden hier en daar wederom zaken ter sprake gebracht waaromtrent de Raad, in sommige gevallen zelfs meermalen, zich reeds met beslistheid heeft uitgesproken. Zoo bij volgno. 93, verhooging van het presentiegeld voor de leden van den Raad een voorstel in dien zin werd in 1908 (Handelingen blz. 225) met 14 7in 1909 (Handelingen blz. 224) met 16 3 stemmen ver worpen. Volgno. 219 voeding en kleeding aan behoeftige schoolkinderen. Opvoering van den post tot 1000.is in 1905 (Handelingen blz. 237), in 1907 (Handelingen blz. 235), in 1908 (Handelingen blz. 248) en in 1909 (Handelingen blz. 240) verworpen thans wordt weder voor die verhooging gepleit. Volgno. 223 kosten van schoolreisjes. Verhooging van den post tot f 1000.is ten vorigen jare met. 18 4 stemmen verworpen (Handelingen blz. z39) wederom wordt thans op verhooging aangedrongen. Volgno. 244. Na zeer uitvoerige discussiën is ten vorigen jare (Handelingen blz. 224) een voorstel om de lijst van vaste bedeelden bij de Stads-armen- kamer aan den Raad te doen overleggen zelfs buiten overweging gelaten. Op die overlegging wordt thans opnieuw aangedrongen. De Raad houde Burgemeester en Wethouders ten goede zoo zij niet hunnerzijds, in het voetspoor der leden hier aan het woord, telkens op deze af gedane zaken terugkomen. UITGAVEN. 1 olgnu. 90. Burgemeester en Wethouders mee- nen zich over het hier door Rapporteurs gedaan voorstel van beschouwingen te moeten onthouden. Volgno. 140. Nu tengevolge de beslissing van den Raad de gaarders der bruggelden onder de werking van het Werkliedenregiement gebracht zijn, kan de verordening omtrent deze ambtenaren (gemeenteblad uo. 18 van 1904) niet onveranderd blijven of zal wellicht geheel behooren te worden ingetrokken. Voorstellen dienaangaande zullen den Raad te zijner tijd bereiken. Volgno. 148. Burgemeester en Wethouders blij ven ook in dit stadium van de plannen tot tram- aanleg naar Suameer bij hun reeds ten vorigen jare uitgesproken meening, dat dienaangaande eerst zekerheid behoort te worden verkregen voor een besluit tot vernieuwing van de Potmargebrug, waar van de noodzakelijkheid hunnerzijds intussclien niet wordt ontkend, moet worden genomen. Het denkbeeld om tot voortzetting der reeds aangebrachte verbeteringen aan de langs de Tijnje gelegen gemeentelanden onder Wijl aard erb uren tot rietplanting over te gaan zullen Burgemeester en Wethouders nader overwegen, doch zij meenen hier in herinnering te moeten brengen, dat op de be grooting voor 1909 slechts een bedrag van 1000. voor voorzieningen onmiddellijk nabij de spoorbrug voldoende geoordeeld is, in overeenstemming destijds met het gevoelen van de Commissie voor openbare werken. Of het inleggen van een pont ter verbinding van de noord- en zuidzijde der Emmakade ter hoogte van het Emmaplein den verkoop der bouwterreinen zal bevorderen, meenen Burgemeester en Wethouders te moeten betwijfelen. Hiertoe zal pas moeten worden overgegaan als de bebouwing, en dus ook het personen-verkeer, er aanleiding toe geeft. Onlangs is wederom tot het verwijderen van enkele publieke pompen, n.l. die op het Zaailand en bij de Oldehove, order gegeven. Thans bestaan nog zes publieke pompen, waarvan op ieder der Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1910. Bijl. no. 2L vijvers twee. Een is geplaatst op het brandriool aan de Huidenmarkt ten behoeve der Veemarkt en een in de Kogelschans, welke laatste voor de omgeving nog niet kan worden gemist. Het maken eener aanlegkade langs de geheele lengte van den Westersingel is ook reeds bij Burge meester en Wethouders besproken, nadat de Com missaris van Politie dit denkbeeld aan de hand had gedaan. Het plan, door den Directeur der Gemeentewerken op 41000.zonder, en op 59500 mét bijkomende bestrating begroot, is om de kosten evenwel voorloopig ter zijde gesteld, nu de noodzakelijkheid ervan nog niet dringend is gebleken. Volgno. 149. Burgemeester en Wethouders spre ken hunne erkentelijkheid uit voor het hun hier gebi'achte woord van hulde. Volgno. 155. Een verblijfkamer is op de Alge meene Begraafplaats aanwezig en ingevolge het medegedeelde in bijlage 5 van 1907, bladzijde 104, bij gelegenheid van de herziening van enkele verordeningendie op die inrichting betrekking hebben, is aan den Directeur de bevoegdheid gegeven bij minder gunstige weersgesteldheid of in bijzondere gevallen dat vertrek voor de wachtenden open te stellen. Zie ook artikel 23 der verordening op de inrichting en het gebruik van de Algemeene Begraaf plaats en de begrafenissen in de gemeente Leeu warden (Gemeenteblad 1907, no. 6). Inmiddels zal de Directeur nogmaals met den hier uitgesproken wensch in kennis worden gesteld. Volgno. 164. Gelijk bij schrijven aan den Gemeenteraad van 26 Maart 1910 no. 713/54, afgedrukt in de Handelingen van 19 April van dit jaar, bladzijde 67, is medegedeeld, ligt het in het voornemen om, in overeenstemming ook met het gevoelen van de Commissie voor de openbare werken, geleidelijk tot verbetering van den wal langs den Noordersingel, van den rioolmond bij de Stienser- straat af tot aan de Noorderbrug, over te gaan. Dit werk was in zijn geheel op f 3200.— begroot en een som van 1350.is daarvan besteed. De verbetering is thans tot aan de Singelstraat ge vorderd, van de ovengenoemde brug af gerekend. Voor de thans uitgetrokken som kan een verder gedeelte onder ha.nden worden genomen. Het nut van het geheele werk heeft de Raad bij zijn met algemeene stemmen genomen besluit van 19 April 1.1. uitgesproken. Volgno. 170. Burgemeester en Wethouders zijn er niet toe overgegaan om op de ontwerp-begrooting 7000.voor nieuwe, te vernieuwen en te ver plaatsen loodsen op het Aschland uit te trekken, zonder zich eerst te hebben vergewist in welk stadium de plannen der betrekkelijke raadscommissie zich bevonden. Toen vernomen werd dat binnen kort van haar geene voorstellen zouden zijn te verwachten, is niet geaarzeld voor de noodzakelijke maatregelen op het bestaande terrein, zonder welke de dienst niet naar behooren is gaande te houden, de vereischte stappen te doen. Aan de werkzaamheden op Zondag, waarover onder dit volgno. wordt geklaagd, heeft de Directeur, in overleg met den betrokken wethouder, een eind gemaakt. De asch wordt gewoonlijk in kruiwagens opge haald en deze worden zoo zorgvuldig mogelijk in de pramen geledigd alleen aan het Vliet wordt de halve wijk per handkar bediend en deze wordt in de praam ledig geschept. Wellicht veroorzaakt dit bij wind den hinder waarover hier ter plaatse wordt gehandeld. Aan de opmerking zal zooveel doenlijk tegemoet worden gekomen. In den dienst met den nieuwen tonnenwagen zal met bestaand personeel, vroeger met het ledigen van urinoirs belast, kunnen worden voorzien. Volgno. 173. Men bedenke dat sinds hare vast stelling in 1884 de bezoldiging van den Commissaris van Politie in zooverre verbetering ondergaan heeft, dat hij zijne tegenwoordige woning zonder huur betaling als dienstwoning in gebruik heeft en dat hij thans ook onder de pensioengerechtigde ge meente-ambtenaren is opgenomen. Dat Burgemeester en Wethouders deze belooning voldoende vinden, mag blijken uit hun jongste voorstel omtrent de salarissen der politie-ambtenaren, waaraan zij niet ook hebben verbonden een voorstel om de Kroon in overweging te geven de wedde van den Com missaris te verhoogen. Evenmin is bij de behandeling van dat voorstel toenmaals een stem in dien zin uit den Raad opgegaan. Volgno. 174. Van de hier te berde gebrachte grieven over voortdurend gepleegde kleinere dief stallen, meer bepaald aan de laad- en loskaden, heeft de burgemeester, hoofd der politie, nota genomen. Na het raadsbesluit van 12 Maart 1907, Handel, bladzijden 38 en 39, waarbij afwijzend is beschikt op een verzoek om subsidie voor een wedstrijd van politiehonden te Breda, op grond dat van het gebruik van den politiehond hoofdzakelijk nut is te ver wachten voor justitieele doeleinden belangen waarvoor in de eerste plaats het Rijk heeft op te komen hebben Burgemeester en Wethouders geen vrijheid gevonden eene vergoeding als hier bedoeld op de begrooting uit te trekken. Volgno. 176. Overeenkomstig de in de raadsver gadering van 2 November 1908 (Handel, bladzijde 226' door den Voorzitter gedane toezegging is de klacht omtrent de slechte verlichting van het laantje bij de Israëlitische begraafplaats nabij de Span jaardslaan bij Burgemeester en Wethouders ter tafel gebracht. Tot eenige voorziening in den ge- wraakten toestand heeft dat overleg toenmaals aanleiding gegeven, doch nader zal met de Commissie voor de Gasfab:iek alsnog worden besproken in hoeverre de verbetering nog kan worden uitgestrekt.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1910 | | pagina 144