Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1910. Volgno. 193. Bij de hieronder volgende nota van wijzigingen zullen wederom gelden voor de bestrijding van het besmettelijk hoofdzeer bij schoolloerlingen worden aangevraagd. Volgno. 194. Ten opzichte van hetgeen onder dit volgno. is te kennen gegeven over het salaris van den keurmeester van den keuringsdienst voor voedingsmiddelen, vereenigen Burgemeester en Wet houders zich geheel met het daarop in de sectie gegeven antwoord. De meening dat het keurings rapport gedrukt wordt, moet op een misverstand berusten. Maandelijks wordt aan Burgemeester en Wethouders rapport door de deskundigen uit gebracht en eenmaal, nadat de dienst drie maanden had gewerkt, is het over die drie maanden opge maakt overzicht, nadat liet eerst aan den Raad was overgelegd, aan de bladen ter publiceering aange boden. In geen van die gevallen werd echter over een gedrukt stuk beschikt. Onder dit volgno. en voorts bij Volgno. 196 worden enkele opmerkingen gemaakt over de werking der verordening, regelende de politie op den invoer, vervoer, verkoop en de keuring van vleesch. viscb en garnalen. Het zij Burgemeester en Wethouders veroorloofd hier aan te halen een passage uit de memorie van toelich ting voor het laatste ontwerp tot wijziging dier verordening bij gelegenheid van de organisatie van den keuringsdienst voor voedingsmiddelen (bijlage no. 84 van 1909 bladzijde 338), waarmede zij zich geheel vereenigen. De Commissie voor het ont werpen van strafverordeningen schrijft hier „In handen onzer Commissie is nog gesteld een „reeds in 1905 bij den Raad ingekomen voorstel „van de Gezondheidscommissie tot het in het leven „roepen eener verordening op de vleeschkeuring „alhier. De nadere behandeling van dat voorstel „is iu onze Commissie opgeschort gebleven, doordat „de Regeering plannen koesterde op dit punt een „rijksregeling te doen tot stand komen. Bovendien „is het vraagstuk in onze gemeente in een geheel „andere phase gekomen sinds de aanneming in den „Raad eener motie die zich in beginsel voor de „stichting van een abattoir uitsprak. Het geheele „onderwerp moet toch aan de orde komen en op „eene andere wijze dan thans is voorgesteld, zoodra „aan de in die motie vervatte uitspraak is voldaan* „Ook de Gezondheidscommissie stelde zich zelve „op dit standpunt. Het komt dus gewenscht voor „voor het tegenwoordige op de voorstellen dier „Commissie niet nader in te gaan." Volgno. 197. Hier moge worden volstaan met verwijzing naar het gesprokene in de raadsverga deringen van 81 October 1906 (Handelingen blz. 250 bij volgno. 174), 18 November 1906 (Hande lingen blz. 271) en 27 November .1906 (Handelin gen blz. 275), alsmede naar hetgeen is aangeteekend door Burgemeester en Wethouders in de Memorie van Antwoord op het begrootingsverslag voor 1907, bijlage no. 27 van 1906, volgno. 174. Volgno. 205. Aan den Gemeenteraad behoeft wel niet te worden medegedeeld welke gelegenheid voor hot ontvangen van algemeen onderwijs in de gemeente bestaat voor jongens die de gewone lagere school hebben doorloopen. Dat op dit punt, naast de burgeravondschool, school 12 met den vervolgcursus voor handel en administratie en de Rijks Hoogere Burgerschool, aan nog andere inrichtingen behoefte zal bestaan, zal zeker verre van algemeen worden gevoeld. Inmiddels is bij Burgemeester en Wethouders in behandeling een voorstel tot reorganisatie van dien vervolgcursus in den zin dat deze nog meer op het verstrekken vaD handelsonderwijs zal worden inge richt, terwijl de band met de dagschool losser zal worden gemaakt. Het prae-advies op een reeds bij den Raad aan hangig adres tot afzonderlijke belooning der akte handwerken kan binnenkort worden tegemoetgezien. Volgno. 220. Volgens het stelsel van het op het Koninklijk besluit van 19 November 1900, Staats blad no. 202, gegrond raadsbesluit van 27 Augustus 1901 (Handelingen bladz. 101) wordt voor voeding en kleeding. die niet rechtstreeks aan leerlingen der lagere scholen wordt verstrekt, subsidie ver leend, zooals artikel 10, jeto art. 2, van het Konink lijk besluit bepaalt, aan vereenigingen, commissies en schoolbesturen. Deze laatste omschrijving is ook in dit volgno. gevolgd, doch het uitgetrokken bedrag is tot dusver nimmer besteed, hoewel de besturen der beide Roomsch Katholieke scholen, waarvan sprake is in het aangehaalde raadsbesluit, in 1901 kennis hadden gegeven op den steun der gemeente in dezen prijs te stellen. Volgno. 241. De openbare muziekuitvoeringen, die steeds op de Langepijp worden gegeven, ge schieden immer onder voorbeeldige orde van de zijde van het publiek. Het is gewenscht ze daar, een geschikt stadscentrum waaraan men gewend is geraakt, te houden, omdat het geenszins zeker is dat elders een even gunstig resultaat met het geven der uitvoeringen zou worden verkregen. Volgno. 245. Het prae-advies, aan Burgemeester en Wethouders verzocht, op een ten vorigen jare bij de behandeling der begrooting voor 1910 ge daan voorstel van den heer Baart de la Faille tot verhooging van de salarissen der stadsgeneesheeren, ;s tot dusver aangehouden op de hier ter plaatse reeds vermelde gronden. Sinds werd mede naar Burgemeester en Wethouders gerenvoyeerd een adres der jaarlijks van gemeentewege aangestelde vroed vrouwen, pleitende voor verbetering harer positie. De behandeling van een en ander zal thans niet lang meer op zich behoeven te laten wachten. Zie inmiddels het onder volgno. 208 aangeteekende in bijlagen 27 en 29 van 1909. 284 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1910. Bijl. 110. 21. Volgno. 272. Uitgaven voor veterinair toezicht. Aan het in de sectie medegedeelde op de onder dit volgno. gestelde vraag hebben Burgemeester en Wethouders nader niets toe te voegen. Volgno. 274. Tegenover de premie voor brand- assurantie, ten vorigen jare f 750.985 bedragende, staat een verzekerd kapitaal van 1,964,192. onder welke som niet is begrepen de gasfabriek en de aan de gemeente behoorende zathen. Voor het overige verwijzen Burgemeester en Wet houders naar de discussiën in de vergadering van 2 November 1908 over dit onderwerp gevoerd, meer in 't bijzonder naar wat toen door Wethouder Komter is opgemerkt (bladz. 217 en 222). Volgno. 285. Ook hier, evenals onder den vol genden ter sprake komenden post, kan wederom naar vroegere mededeelingen worden verwezen. Ten opzichte der pensioenregelingen naar wat voorkomt op blz. 81 van bijlage no. 4 van 1908 over de vorming van een pensioenfonds. De daar gevoerde beschouwingen van Burgemeester en Wethouders zijn toenmaals blijkbaar gedeeld en het uit den Raad voort gekomen voorstel om tot een definitief opgezet fonds te geraken vervolgens verworpen. Dat aan de voorbereiding eener rijksregeling voor gemeente ambtenaren wordt gearbeid, kan blijken uit een bericht dezer dagen in de bladen, dat het daarover, met behulp dor door de gemeenten verstrekte ge gevens, opgemaakt rapport ter perse is en aan alle gemeentebesturen zal worden toegezonden. Dit dient te worden afgewacht voor dezerzijds nadere stappen kunnen worden gedaan. INKOMSTEN. Volgno. 5. Burgemeestei en Wethouders zelve willen niets liever dan op den duur te geraken tot een naar de eischen ingericht controle-bureau voor de regeling van en behandeling der reclames tegen de aanslagen in den hoofdelijken omslag en mogelijk andere belastingen. Doch zij staan nog geheel op het standpunt, meer uitvoerig ontwikkeld in den aanhef van bijlage no. 24 van 1908, naar de lezing waarvan zij mogen volstaan te verwijzen. Zie ook de mededeeling van Wethouder Komter op bladz. 251 der Handelingen van 2 November 1908. Volgno. 7. Ten vorigen jare is door Burgemeester en Wethouders aangaande een belasting op de open bare vermakelijkheden medegedeeld dat zij, na het onthaal dat eene ontwerp-verordening, als bedoeld, bij den Raad in 1903 heeft gevonden (Handelingen 1903 blz. 2 en 20, bijlage 23 van 1902), nog niet den moed hadden kunnen vinden terzake opnieuw met voorstellen te komen. Indien door den Raad de wenschelijkkeid tot invoering eener dergelijke beffing evenwel wordt uitgesproken en bij de algemeene instemming die blijkens het sectierapport daarmede bestaat, meenen zij zoodanige uitspraak tegemoet te mogen zien dan zullen Burge meester en Wethouders gaarne het onderwerp in studie nemen en hunne overwegingen te zijner tijd aan den Raad aanbieden. Volgno. 29. Bij gemis aan nadere omschrijving van wat aan het onderhoud der boereplaatsen ont breekt, is het voor Burgemeester en Wethouders moeilijk om op de gemaakte opmerkingen in te gaan. Voor meer bepaalde mededeelingen houden zij zich aanbevolen. Voor het toezicht op de ge bouwen zorgt de Directie der gemeentewerken dat op de landerijen is sinds jaren opgedragen aan den heer Jacob de Jong te Wirdum, die zich ge regeld en naar tevredenheid van Burgemeester en Wethouders van zijn taak kwijt. Volgno. 49. De verantwoording op dezen post van over het voorvorige dienstjaar te weinig ge noten rijksbijdrage ter zake lager onderwijs geschiedt ingevolge het verlangen van Gedeputeerde Staten. Ook Burgemeester en Wethouders meenden aan vankelijk dat deze ontvangst beter ouder volgno. 83 ware geplaatst. Volgno. 63. Het laatste gedeelte van de door de heeren de Boer aan de Spanjaardslaan aangelegde straten en daaronder valt het hier bedoelde gedeelte der Paul Krugerstraat is nog niet aan de gemeente overgedragen, omdat de onderhouds- gelden daarvoor nog niet zijn betaald. Volgens de Bouwverordening komen voor rekening der betrokkenen zoolang de kosten der straatverlichting, die echter evenmin werden voldaan. Moet niettemin de gemeente thans de verlichting betalen? Als zij daartoe overgaat, komt zij èn in strijd met haar eigen verordening èn wordt een vaak zoo noodige prikkel voor de bouwondernemers gemist. Burge meester en Wethouders ontveinzen zich niet, dat aldus meermalen onschuldigen kunnen worden ge troffen. Daarom is sinds in de Bouwverordening de bepaling opgenomen, dat de aan de straten gebouwde huizen niet mogen worden bewoond vóór de straten zijn overgedragen en de verschuldigde bedragen zijn betaald. In de toekomst kan een toestand, als thans aan de Paul Krugerstraat bestaat, dus niet meer voorkomen. Inmiddels is er kans dat de gemeente hier het haar toekomende krijgt uitgekeerd en in verband daarmede zullen Burge meester en Wethouders zeker niet nalaten die maatregelen ten opzichte der verlichting te nemen als de omstandigheden geraden maken. Zij zouden evenwel gaarne zien dat de Raad het hun niet moeilijk maakt in dit geval voor de rechten der gemeente op te komen. NOTA VAN WIJZIGINGEN INKOMSTEN. Volgno. 9. Hoofdstuk fl, Afdeeling VI, artikel 2, Kadegeld, nader uit te trekken op 2300.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1910 | | pagina 145