Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1910. ONTWERP. De Baad der gemeente Leeuwarden overwegende dat herziening wenschelijk is van art. 2 van het besluit tot heffing van rechten onder den naam van leges, vastgesteld bij raadsbesluit van 8 Augustus 1899 (Gemeenteblad no. 17 van 1899), laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 22 October 1907 (Gemeenteblad no. 26 van 1907) gelet op de artikelen 104, 238 en 240 der gemeentewet alsmede op het voorstel van Burgemeester en Wethouders besluit I. Artikel 2 van het besluit tot heffing van rechten onder den naam van leges te wijzigen als volgt: Art. 2. (bestaand) Wegens het verstrekken vanhet jaarverslag van den toestand der gemeente, de begrooting der plaatselijke inkomsten en uitgaven, de rekening van de inkomsten en uitgaven der gemeente, den staat van hetgeen naar burgerlijk recht eigendom der gemeente is, elk raadsbesluit of elke verordening, bestekken en voorwaarden van aanbesteding, voor waarden van verhuringen en verpachtingen en alle stukken in aard en strekking met de boven vermelde overeenkomende, wordt een recht geheven, a. indien deze stukken geheel gedrukt zijn, van 40 cent per vel druks 4° formaat en van 20 cent per vel druk 8° formaat, gedeelten naar evenredig heid, maar van ten minste 10 cent voor elk stuk b. indien deze stukken gedeeltelijk gedrukt zijn van 10 cent boven het sub a bedoelde recht voor elke bladzijde, waarin bijvulling plaats heeft c. indien deze stukken geheel of grootendeels geschreven zijn, van 3/i cent voor eiken regel schrift van twaalf lettergrepen. Wegens het verstrekken van afschriften van in het gemeentearchief berustende stukken, dagteeke- nende vóór het jaar 180C, wordteen recht geheven van 2 cent voor eiken regel van twaalf lettergrepen. Yoor nasporingen in de in het archief berustende doop-, ondertrouw-, overlijdens- of begrafenisregisters over het tijdvak, voorafgaande aan de invoering van den burgerlijken stand wordt voor ieder uur daaraan besteed, gedeelten van een uur voor geheel gerekend, een recht geheven van 50 cent. Yoor elk bewijs van inschrijving in de registers van den burgerlijken stand wordt, behalve wanneer het wordt afgegeven bij de aangifte van een geboorte en zonder gelijktijdige inschrijving in een zooge naamd familieboekje, een recht geheven van 25 cent. Voor elke inlichting uit het bevolkingsregister, in het bijzonder belang van den aanvrager te geven, wordt een recht geheven van 25 cent. Het recht bedraagt A. voor afschriften van of uittreksels uit stukken, bedoeld bij de artikelen 72, 175, 182, 203, 219 en 229 der Gemeentewet en alle andere stukken van welken aard ook, wat afschriften betreft, voor zoover van een en ander geen afdrukken verkrijgbaar zijn gesteld, voor elke beschreven bladzijde van ten minste 27 regels, elk van ten minste 12 letter- gropen, de bladzijden en lettergrepen door elkander genomen en gedeelten voor geheel gerekend, f 0.25. B. voor gedrukte stukken 1. voor het jaarverslag van den toestand der gemeente, met bijlagen, register en inhoud, per exemplaarƒ2.50; 2. voor de begrooting der plaatselijke inkomsten en uitgaven met memorie van toelichting, per exemplaar0.75 3. voor het kohier der inkomstenbelasting, per exemplaar1. 4. voor de lijst van kiezers a. van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Provinciale Staten en den Gemeenteraad, per exemplaar4.50 b. van patroons der Kamer van Arbeid per exemplaar0.25 c. van werklieden der Kamer van Arbeid, per exemplaar0.50 5. voor elk abonnement a. op het verslag van 's Raads handelingen, per jaargangƒ1. b. op de daarbij behoorende bijlagen, per jaar gang i.— c. op het verslag en de bijlagen gezamenlijk, met register en inhoud, per jaargang 1.50 6. voor afzonderlijke exemplaren van het verslag der handelingen en van de bijlagen, per vel van 4 bladzijden (folio formaat), gedeelten van een vel voor geheel gerekend, voor zoover onder voren staande niet begrepen,0.15 7. voor afzonderlijke nummers van het gemeente- 292 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1910. JBijl110. 23. Het recht in de drie vorige alinea's bedoeld wordt blad, per vel van 4 bladzijden (octavoformaat), ge niet geheven van hen, die van hun onvermogen doen deelten van een vel voor geheel gerekend, f 0.025, blijken, en eveneens niet van instellingen van wel- doch ten minste voor elk nummer f 0.05 dadigheid of daarmede gelijk gestelde vereenigingen. 8. voor bestekken en voorwaarden van aanbe- Voor elk abonnement op het verslag van's raads steding, voorwaarden van verhuringen en verpach- handelingen met de daarbij behoorende bijlagen, is tingen, per vel van 4 bladzijden (octavoformaat!, een recht verschuldigd van 60 cent per jaargang, gedeelten van een vel voor geheel gerekend, 0.05 9. voor alle andere stukken, per vel van 4 blad zijden, gedeelten van een vel voor geheel gerekend in octavoformaat0.05 in folioformaat0.15. C. voor nasporingen in de in het archief berus tende doop-, trouw- en begrafenisboeken over het tijdvak, voorafgaande aan de invoering van den burgerlijken stand voor ieder uur daaraan besteed, gedeelten van een uur voor geheel gerekend, 0.50. D. voor elk bewijs van inschrijving in de regis ters van den burgerlijken stand, behalve wanneer het wordt afgegeven bij de aangifte van een ge boorte en zonder gelijktijdige inschrijving in een zoogenaamd familieboekje,0.25. E. voor elke inlichting uit het bevolkings register, in het bijzonder belang van den aanvrager te geven,0.25. F. voor afschriften van in het gemeente-archief berustende stukken, dagteokenende vóór het jaar 1813, voor eiken regel van twaalf lettergrepen, 0.02. Het recht, onder C, D, E en F bedoeld, wordt niet geheven van hen, die van hun onvermogen doen blijken en eveneens niet van instellingen van weldadigheid of daarmede gelijk gestelde vereeni gingen. Onder afschriften of uittreksels worden in dit artikel verstaan geheel geschreven, of gedeeltelijk geschreven en gedeeltelijk gedrukte stukken, als mede die stukken, welke niet met de hand zijn geschreven, doch machinaal zijn bewerkt. Ten opzichte van gedeeltelijk geschreven en ge deeltelijk gedrukte stukken wordt voor de toepas sing van het onder A bepaalde het gedrukte als ge schreven aangemerkt. II. Te bepalen, dat deze wijziging in werking treedt met den 1 Maart 1911, met uitzondering van de bepaling onder I B 5, die in werking treedt den 1 Januari 1911. Leeuwarden, 191 De Raad voornoemd. 293

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1910 | | pagina 149