302 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1910. Maar een veel krachtiger motief is nog gelogen in de belangrijke vermeerdering van werkzaamheden der wethouders sedert 1874 in de eerste plaats, maar allermeest in het laatste tiental jaren. Be commissie heeft bij de bespreking van deze aangelegenheid de zeer gewaardeerde voorlichting van den heer burgemeester en van den oud-wet houder mr. C. Beekhuis ingeroepen, welke voor lichting met de meeste welwillendheid is verleend. Men bedenke, dat van het einde van 1900 tot 1909 de bevolking van Leeuwarden met 3x/2 duizend zielen is toegenomen, welke toeneming een uit breiding van alle takken van dienst ten gevolge heeft gehad. De wethouder van finantiën heeft het gemeente budget in dien tijd met ettelijke tonnen gouds zien toenemen en telken jare rust op zijne schouders de steeds moeilijker arbeid om de gemeentebegrooting sluitende te maken. De wethouder van onderwijs ziet van jaar tot jaar de schoolbevolking toenemen, en moet daartoe de noodzakelijkheid onder de oogen zien van school gebouwen te vergrooten, of nieuwe te stichten. De ombouw van de gemeentescholen 10, 11, 8, 7 en 6 en de nieuwbouw van school 12 leverden daarvan in de laatste tien jaar het bewijs. De eindelooze mutatie van onderwijzend personeel ver- eischt voortdurend zijn zorg. En eindelijk de wethouder aan wien de leiding van de gemeentebedrijven is toevertrouwd Welk een veelzijdige zorg en werkzaamheid eischen de administratie van de gasfabriek met haren totalen ombouw van de laatste jaren de gemeentereiniging welker terrein te klein is, zoodat de wethouder zelf onlangs een plan van betere inrichting daarvan aan het oordeel van den Baad heeft onderworpende veemarkt, het waag- en beursgebouw, de Prinsentuin! Al die inrichtingen zijn in omvang en beteekonis toegenomen, kosten den wethouders voortdurend tijd en arbeid, om ze aan hare bestemming te doen beantwoorden. Dat daarvan talrijkere en langere vergaderingen van het college van burgemeester en wethouders het gevolg zijn, wie zal het betwijfelen De tijden zijn voorbij, dat men burgemeester en wethouders met den secretaris na afloop van hunne vergadering eene wandeling door de stad zag doen, om hun oog te laten gaan over alles wat hunne aandacht waardig was. In die vergaderingen brengt elk der wethouders de belangen van zijn departement ter tafel en wenscht zijne verantwoordelijkheid door het geheelo college gedekt te zien. In die vergaderingen werden in de laatste jaren de gewichtige voorstellen en verordeningen voorbereid, die den Baad ter be handeling zouden worden voorgelegd, waarvan de commissie slechts behoeft te noemenhet voorstel tot stichting van een abattoir, van eene electrische centrale, de bouwverordening, ter uitvoering van de woningwet, met alles wat daaraan annex is, plannen tot uitbreiding van de stad, uitgifte van bouw terreinen, bouwvergunningen enz. De moeilijke arbeid voor het ontwerpen van een werklieden- reglement vereischt, do verordening op de arbeids beurs liggen ieder lid van den Baad nog versch in het geheugen. Maar ook in de raadsvergaderingen is de taak van het college van bux-gemeester en wethouders verzwaard. Door de steeds toenemende controle van den Baad op de werkzaamheden van het collogo van burgemeester en wethouders, door de bespreking van allerlei detailkwesties, is voor de wethouders de noodzakelijkheid geboren van al hunne hande lingen meer dan vroeger rekenschap te geven, eene taak vermoeiend en tijdroovend tevens. Do jaar- lijksche discussion bij de behandeling van de ge meentebegrooting in de sectiën en in den Baad getuigen daarvan luide. Waar het dus wel geen nader betoog zal behoeven, dat de woi-kzaamheden van do wethouders sedert 1874 verbazend in omvang zijn toegenomen, zal het evenmin verwondering wekken, dat de commissie eenparig van oordeel is, dat do salarissen der wethouders moeten worden vei'lioogd. Een salaris van 1200.komt haar alleszins billijk voor. Zij wil daarmede niet geacht worden te beweren, dat daarmede in werkelijkheid de moeilijke taak dor wethouders is beloond. Zij blijft die betrekking evenals vroeger als een eereambt beschouwen. Maar zij wil in dit voorstel aan den Baad alleen zien een bewijs van waardeering voor 't geen door de wethouders in het belang van do gemeente Leeu warden wordt verricht. Zij heeft derhalve de eer aan den Baad voor to stellen te besluiten burgemeester en wethouders uit te noodigen om bij gedeputeerde staten de noodige stappen te doen, tot vaststelling van de jaarwedden der wothoudei-s op 1200. Leeuwarden, 28 December 1910. J. BA ABT DE LA FAILLE, Rapporteur. C. L. B. J. FEITZ. L. ZANDSTBA. •t

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1910 | | pagina 154