Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1910.
Art. 7.
1. Burgemeester en Wethouders zenden
binnen veertien dagen na hunne in artikel 5
bedoelde zitting den ontworpen legger met de
bij hen ingekomen bezwaarschriften en het
proces-verbaal, in het vorige artikel bedoeld,
aan den gemeenteraad en voegen bij die stukken
een verslag, waarin zij hun gevoelen over de
ingebrachte bezwaren mededeelen.
2. Een afschrift van dat verslag wordt
op de secretarie ter inzage voor een ieder
nedergelegd.
3. Yan de inzending en nederlegging van
hot verslag geschiedt terstond daarna openbare
kennisgeving op de wijze, omschreven in artikel
4, en bovendien schriftelijk kennisgeving aan
hen, die bezwaren tegen den legger hebben
ingebracht.
4. Een afschrift of uittreksel van het ver
slag van Burgemeester en Wethouders wordt
tegen betaling van de kosten verstrekt aan
ieder, die dit verlangt.
Art. 8.
Binnen veertien dagen na de openbare ken
nisgeving, in het vorige artikel vermeld,
kunnen bij den gemeenteraad bezwaren tegen
den legger en de daarbij overgelegde stukken
worden ingebracht.
Art. 9.
1. De Baad onderzoekt de ingebrachte
bezwaren en stelt vervolgens den legger, na
daarin de noodzakelijk geoordeelde verande
ringen te hebben aangebracht, voorloopig vast
bij een met redenen omkleed besluit, dat bin
nen acht dagen daarna aan hen, die bezwaren
hebben ingebracht, wordt medegedeeld.
2. Door den Baad kunnen ook ambtshalve
veranderingen in den legger worden gemaakt.
Art. 10.
1. Binnen acht dagen na de voorloopige
vaststelling, in het vorige artikel vermeld,
wordt de legger gedurende veertien dagen
ter inzage van een ieder op de secretarie
nedergelegd en daarna aan Gedeputeerde
Staten gezonden.
2. De legger vermeldt de dagteekening van
de opmaking en van de voorloopige vast
stelling, de termijnen, gedurende welke hij
ter inzage heeft gelegen en de dagen, waarop
ingevolge artikel 11 dezer verordening kennis
geving is gedaan.
Art. 11.
Van de voorloopige vaststelling, van het
ter inzage leggen, bedoeld in het vorige artikel,
76
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1910. Bijl. no. 4.
en van de inzending aan Gedeputeerde Staten,
geschiedt kennisgeving op de wijze, in artikel
4 omschreven, en onder mededeeling van de
bepaling, opgenomen in het volgende artikel.
Art. 12.
Binnen drie weken na de in het vorige
artikel bedoelde kennisgeving kunnen bij
Gedeputeerde Staten bezwaarschriften tegen
den legger worden ingediend.
Art. 13.
1. De legger wordt door Gedeputeerde
Staten na onderzoek van de bezwaarschriften
en naar aanleiding van de hierop gevolgde
beslissingen definitief vastgesteld en ten blijke
hiervan gewaarmerkt.
2. Gedeputeerde Staten geven aan het
gemeentebestuur kennis van de definitieve
vaststelling van den legger en van de daarin
door hen, naar aanleiding van de ingekomen
bezwaarschriften, aangebrachte veranderingen
of aanvullingen.
3. Op verlangen van Gedeputeerde Staten
geschiedt gelijke kennisgeving door tusschen-
komst van het gemeentebestuur aan hen, die
bij Gedeputeerde Staten bezwaarschriften heb
ben ingediend.
Art. 14.
Binnen veertien dagen na de terugontvangst
van den door Gedeputeerde Staten definitief
vastgestelden legger, wordt hij door Burge
meester en Wethouders afgekondigd bij open
bare kennisgeving op de wijze, in artikel 4
omschreven.
Art. 15.
De legger treedt in werking acht dagen na
zijne afkondiging.
Art. 16.
Een ieder is bevoegd ter secretarie inzage
te nemen van den legger en afschriften of
uittreksels daarvan op zijne kosten te vorderen.
Art. 17.
De vastgestelde legger wordt zoodra noodig
door Burgemeester en Wethouders met inacht
neming van de bepalingen, vervat in de arti
kelen 316, aan eene herziening onderworpen.
Art. 18.
Bij overgang van den eigendom van of van
een zakelijk recht op onderhoudplichtige
perceelen of in geval van het vestigen van
zoodanig recht, wordt door Burgemeester en
Wethouders ambtshalve of op verzoek van
77