Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1910.
dijk, St. Jacobstraat, Eewal, "Wortelhaven,
Yoorstreek (westzijde), Amelandspijp, Voor
streek (oostzijde), Hoeksterend, Rijksbrug;
b. het Station der Staatsspoorwegen en den
Overijsselschen straatweg naar den Harlinger
of den Stienser straatweg en omgekeerd
Stationsweg, Sophialaan, Willemskade (zuid
zijde), Verlaatsbrug, Westersingel, Harlinger-
singel en Spanjaardslaan
c. den Groninger straatweg naar den Stien
ser straatweg of den Harlinger straatweg en
omgekeerd Rijksbrug, Hoeksterend, brug bij
de Gasfabriek (Hoeksterbrug), Noorderweg,
Noorderbrug, Spanjaardslaan en Harlinger-
singel.
Oud art. 83. Art. 92.
ƒ15. 1. Het is aan den bestuurder van een met
één of meer trekdieren bespannen voertuig
met krommen disselboom of met een dissel
boom, die niet geheel tusschen die trekdieren
doorloopt, of dat niet is voorzien van een
lemoen, of aan den bestuurder van aan elkander
gekoppelde of vastgemaakte voertuigen of
landbouwwerktuigen verboden daarmede te
rijden
a. op een binnen de buitengrachten gele
gen straat
b. op een buiten de buitengrachten gelegen
straat in strijd met een daartoe door Burge
meester en Wethouders vastgesteld verbod
betreffende die straat.
2. Het verbod sub a geldt niet wanneer
wordt gehandeld krachtens door Burgemeester
en Wethouders verleende schriftelijke ver
gunning en de daarbij gegeven voorschriften
worden in acht genomen.
Oud art. 81, 3°. Art, 93.
ƒ15. Indien een voertuig, trekdier of motorrijtuig
op meer dan twee wielen zoodanig stilstaat
op de straat, dat daardoor die straat wordt
versperd of het verkeer daarop belemmerd,
moet de bestuurder daarvan terstond zooveel
ruimte maken door verplaatsing van dat voer
tuig, trekdier of motorrijtuig, dat het doorgaand
verkeer ongehinderd kan geschieden.
Oud art. 82. Art. 94.
ƒ15. Bij harddraverijen, volksfeesten, schouwbur
gen, concerten, markten, bij stations van open
bare middelen van vervoer, bij markten of
andere plaatsen van vereeniging of samen
komst van menschen, zijn de bestuurders van
rijtuigen of motorrijtuigen op meer dan twee
wielen, waarmede bezoekers worden gebracht
of gehaald, verplicht hunne rijtuigen of motor-
rijtuigen op te stellen in volgorde van aan
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1910. Bijl. ÏIO.
komst en in die volgorde op te rijden tot het
uitlaten of opnemen van bezoekers. Daarbij
moeten die bestuurders inachtnemen de nadere
aanwijzingen, welke hun ter plaatse door de
ambtenaren van politie worden gegeven.
Oud art. 80. Art. 95.
ƒ10. Het is aan bestuurders van voertuigen of
trekdieren, motorrijtuigen of rijwielen verboden,
nadat een brug is geopend en weder vastgezet,
zich met hun voertuig, trekdier, motorrijtuig
of rijwiel daarop te begeven, voordat aan de
voetgangers, die voor die brug hebben ge
wacht, de gelegenheid is gegeven die brug
over te gaan.
Art. 7 politieverordening op het begraven. Art. 96.
ƒ15. 1. Bestuurders van rijtuigen, trekdieren,
motorrijtuigen en rijwielen zijn verplicht, indien
zij een begrafenisstoet op hun weg ontmoeten,
hunne rijtuigen, trekdieren, motorrijtuigen of
rijwielen ter zijde van den weg te doen stil
houden totdat de stoet voorbij is.
2. Bestuurders van motorrijtuigen en rij
wielen mogen slechts op straten van ten minste
8 Meter breedte, de trottoirs en bermen niet
medegerekend, een hen vooruitgaanden be
grafenisstoetvoorbij rijden en met geen grootere
snelheid dan die van een paard in matigen
draf.
Art. 97.
/'10. 1. Indien in een nauwe straat twee voer
tuigen, welke beide personen of goederen
bevatten, of ledig zijn, elkaar ontmoeten zonder
dat zij elkaar kunnen passeeren, is de bestuur
der van het voertuig dat het kortst die
straat is opgereden, verplicht met zijn voertuig
terug te gaan.
2. Indien van de beide elkaar ontmoetende
voertuigen slechts één personen of goederen
bevat, is de bestuurder van het ledige voertuig
verplicht daarmede terug te gaan.
Art. 98.
ƒ10. 1. De bestuurder van een met een trekdier
bespannen voertuig is verplicht te zorgen, dat,
wanneer de straat met sneeuw is bedekt, dat
trekdier is voorzien van een luidklinkende bel.
2. Ingeval meer trekdieren vóór een voer
tuig zijn gespannen, moet ten minste één
dier trekdieren van een luidklinkende bel zijn
voorzien.
Art. 99.
ƒ10. Het is verboden op de straat een handwagen
voort te duwen, indien de inrichting of de
vracht daarvan den voortduwenden persoon
Oud art. 81, 1°.
Oud art. 84.
Nieuw.
93