Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1910. Art. 2 sub b, motor- en rijwielverordening. Nieuw. Nieuw. Nieuw. belet behoorlijk vooruit te zien, tenzij die wagen bovendien door ten minste één persoon wordt getrokken. Art. 100. ƒ10. 1. Het is verboden aan bestuurders van motorrijtuigen of rijwielen te berijden a. een verhoogde voetstraat b. een niet verhoogde met klinkersteenen bevloerde, langs de rijstraat loopende voetstraat. 2. Het verbod in het vorige lid vervat is niet van toepassing a. bij het in de breedte oversteken van de voetstraat om een bepaald erf,gebouw of vaartuig, waarheen de motorrijtuigen of rijwielen bestemd zijn of vanwaar zij komen, te naderen of te verlaten, met dien verstande, dat het over steken van de verhoogde voetstraat slechts daar geoorloofd is, waar deze als inrit is ingericht b. voor zoover bij het uitwijken het rijden over de niet verhoogde voetstraat noodzake lijk is c. voor zoover ten aanzien van motorrij tuigen op meer dan twee wielen bij het uitlaten of innemen van personen of het lossen of laden van goederen het rijden op de niet verhoogde voetstraat noodzakelijk is d. ten aanzien van motorrijtuigen op twee wielen en rijwielen wat de niet langs de huizen loopende niet verhoogde voetstraat betreft. Art. 101. f 10. Het is verboden op de straat op een motor rijtuig op twee wielen of een rijwiel een last te vervoeren, die uitsteekt a. in de lengte meer dan één Meter buiten den voorkant of achterkant daarvan b. in de breedte buiten de stuurkruk. Art. 102. ƒ10. Het is verboden op een rijwiel of motorrij tuig op twee wielen anders te rijden dan met ten minste één hand aan de stuurkruk. Art. 103. ƒ10. Het is verboden een rijwiel of motorrijtuig op twee wielen te gebruiken tot het vervoer van meer personen dan waarvoor het krachtens den aard zijner inrichting bestemd is. VIJFDE AFDEELING. Straf- en slotbepalingen. Art. 104. 1. Overtreding van artikelen 2, 19, 27, 28, 29, 30, 31b, 33b, 46, 68, 63,66,69, 76, 78, 81, 82, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste ƒ25. 94 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1910. Bijl. no. 4. 2. Overtreding van artikelen 20, 32, 34, 37, 40, 61, 62, 64, 65, 74, 79, 83, 88, 92, 93, 94, 96, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste ƒ15. 3. Overtreding van artikelen 21, 24, 26, 31a, 35, 38,42, 48, 51, 52, 53, 54, 55, 56, 57, 70, 71, 73, 75, 77, 80, 84, 85, 86, 87, 89, 95, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste ƒ10. 4. Overtreding van artikelen 22, 23, 25, 33a, 36, 39, 41, 43, 44, 45, 47, 49, 50, 59, 60, 67, 68, 72, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste ƒ5. 5. In de gevallen, bedoeld in de artikelen 35, 36, 61 kunnen de voorwerpen, waarmede de overtreding is gepleegd, voor zooverre zij den veroordeelde toebehooren, worden ver beurd verklaard. Art. 105. 1. De zorg voor de naleving van deze verordening wordt opgedragen aan de ambte naren van politie. 2. In het bijzonder wordt opgedragen de zorg voor de naleving van de bepalingen der artikelen 2, 63, 69, 76, 77 en 78 aan den gemeente lijken inspecteur voor het woningtoezicht en den aan de 2e afdeeling van den dienst der Ge meentewerken werkzaam gestelden opzichter; 19, 20 en 21 aan den directeur en den hoofd opzichter van Gemeentewerken en de opzichters aan de 1 e afdeeling van den dienst dier werken, behalve den opzichter der gemeenteplantsoenen 26, 69, 76, 77 en 81 aan den directeur, den terreinopzichter en de opzichters der Stads reiniging 43 en 95 aan de gaarders der bruggelden 43, 48 en 51 aan den opzichter der gemeente plantsoenen. 3. Aan de ambtenaren, belast met de zorg voor de naleving der artikelen 34, 61, 62, 63, 76, 77 en 78, wordt ter naleving dier artikelen de last verstrekt woningen, erven en vaartuigen te allen tijde binnen te treden, ondanks den wil der bewoners of gebruikers, mits, voorzoo ver het woningen betreft, met inachtneming van de voorschriften der wet van 31 Augustus 1853 (Staatsblad no. 83). Art. 106. Indien hij, aan wien bij eenig voorschrift dezer verordening eene verplichting opgelegd of een verbod gesteld wordt, is een rechtspersoon, zijn de bestuurders van die rechtspersoon voor de nakoming van dat voorschrift aansprakelijk.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1910 | | pagina 50