Bijlage no. 6.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1910. Bijl. no. 6.
DEMPING VAN HET PIETERSELIEWALTJE eu
exploitatie van een perceel gar-
deniersland aan Oldegalileën als
bouwterrein.
Aan den Gemeenteraad.
Toen in het vorige voorjaar de eigenaars of
andere belanghebbenden bij de woningen langs het
Pieterseliewaltje door ons college werden aange
schreven om dat water van de onreinheid, die zich
sinds de vorige uitruiming daarin weder had ver
zameld, voldoende te zuiveren, is naar aanleiding
daarvan onder de betrokkenen eene actie ontstaan,
die geleid heeft tot het dd. 18 Mei 1909 tot Uwe
Vergadering gericht adres van H. C. Beekman, dat
vervolgens in onze handen ten fine van prae-advies
werd gesteld. In dat adres wordt medegedeeld,
dat alle eigenaren bereid zijn den noodigen grond
aan de gemeente af te staan om tot de demping
der sloot en aanleg van een voldoende straat ter
plaatse, volgens een vroeger plan van den Directeur
der Gemeentewerken, te geraken, onder bijbetaling
in de kosten van een en ander van een door allen
te zamen bijeengebracht bedrag van f 2550.
Enkele betrokkenen, zoo wordt verder medegedeeld,
verbinden aan hunne bereidverklaring zekere voor
waarden zij worden hieronder nader onder de
oogen gezien terwijl de Woningvereeniging
eindelijk, op grond van gemis aan daartoe be
stemde fondsen, bezwaar heeft moeten maken ook
harerzijds in het plan iets bij te dragen. Adressant
verzoekt thans den Raad „in beginsel en onder
voorbehoud der bovenuiteengezette medewerking
van belanghebbenden tot verbetering ter plaatse
te besluiten voor rekening der gemeente, op den
voet van het vorenbedoelde plan van den Directeur
der Gemeentewerken, waarna adressant aan Uwe
Vergadering zal overleggen door de rechthebbenden
op zegel geteekende verklaringen van afstand van
benoodigden grond en water a f 1.per perceel
ten behoeve der gemeente Leeuwarden, alsmede
verklaringen van belanghebbenden bij de verbete
ring, waarin aan de gemeente bijdiagen ter zake
worden toegezegd."
Het plan van den Directeur, waar adressant naar
verwijst, is aan Uwe Vergadering bekend. Naar
aanleiding toch van een verzoek van belanghebbende
eigenaren van perceelen aan het waltje tot demping
daarvan, nam zij eene afwijzende beschikking bij
besluit van 31 October 1906 (Handelingen blz. 215)
en daarmede waren de voorstellen van den Directeur
die hij reeds, vóór destijds het verzoek tot demping
was ingekomen, bij ons college had ingediend, van
de baan. Wat de verbetering van het Pieterselie
waltje betreft de plannen hadden een nog
verdere strekking en beoogden ook exploitatie van
aan Oldegalileën liggend land als bouwterrein
zou de gemeente, al naarmate van hot ingrijpende
der te nemen maatregelen, zich daarbij een uitgaaf
van ruim f 4200.— of ruim 6900.hebben
moeten getroosten.
Hoewel in hoofdzaak aan de toenmalige projecten
gelijk, hoeft de Directeur ze thans minder kost
baar en dus eenvoudiger opgezet en begroot
nu de kosten op f 5200.zoodat voor rekening
der gemeente, daar de bijdragen der particu
lieren f 2550.beloopen, een som van f 2650.
overblijft. In de omstandigheid, dat het offer der
gemeente en der eigenaren geen noemenswaard
verschil meer oplevert, ligt, naast het minder kost
bare dor te treffen voorzieningen, de reden waarom
de gemeente hare medewerking volgens onze mee
ning, die gedeeld wordt door de Commissie voor
Openbare Werken, nu niet langer behoort te ont
houden. Daarenboven is nu de steun van alle
betrokkenen toegezegdin 1906 stond slechts die
van sommigen vast. Waarom de uitgaven nu
minder zullen beloopen dan toen, ligt voornamelijk
hierin, dat de eigenaren aan den afstand thans
geen te bezwarende voorwaarden hebben verbonden.
De uitdieping, die aan de demping moet vooraf
gaan, is nu op 35 cM., tegen destijds lager
beneden Friesch Zomerpeil gedacht. Een ontworpen
zijstraatje, waarvoor eerst had moeten worden ont
eigend, is nu weggelaten. Voor het overige is de
straat op 7 Meter breedte, waaronder ter weerszijden
trottoirs van 1 Meter, gehouden. De rooilijn, die ten
noorden moet worden aangewezen, is op 3 Meter
afstand van den noordkant der straat getraceerd.
Evenals in 1906 heeft ook thans de Directeur
aan zijn advies verbonden het voorstel om het
terzelfder hoogte als het Pieterseliewaltje aan de
oostzijde van Oldegalileën liggend gardeniersland
in exploitatie te brengen. Het perceel, kadastraal
bekend als no. 2138 in sectie F, is voor het tegen
woordige verhuurd aan H. S. Ritman, doch, volgens
Uw besluit van 14 December 1909, juist met het
oog op de thans aan de orde zijnde plannen, slechts
tot 15 November 1910. De gunstige ervaring,
opgedaan met de uitgifte in erfpacht van de ter
reinen op de voormalige „Bleekerij", die een groote
vraag naar niet te duren bouwgrond in deze om
geving aan het licht heeft gebracht, maakt een
gunstige uitkomst van een dergelijke exploitatie
zeer waarschijnlijk. Ontworpen zijn zes straten:
drie oostwest en drie noordzuid strekkendede
meest zuidelijke van eerstgenoemde is in het ver
lengde van het te dempen Pieterseliewaltje gedacht.
Gevormd worden aldus 9 bouwblokken, waarvan die
sub IV tot IN reeds dadelijk in uitgifte kunnen komen.
Voor dien straataanleg zullen de navolgende trans
actiën moeten worden aangegaan.
115