VERORDENING tot het heffen van 122 123 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1910. een hoofdelijken omslag naar het inkomen ten behoeve der gemeente Leeuwarden, van den 2 April 1901, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 23 September 1901, no. II, ge wijzigd bij raadsbesluiten van den 27 October 1903 en 22 September 1908 en goedgekeurd bij Koninklijke besluiten van den 3h December 1903, no. 76 en II December 1908, no. 18. Art. 1. Ten behoeve der gemeente wordt jaarlijks een hoofdelijke omslag naar het inkomen geheven tot een bedrag van ten hoogste f 300,000.Dit bedrag kan echter tengevolge van het opmaken van supple- toire kohieren, met ten hoogste 8 percent worden overschreden. Art. 2. Jaarlijks bij de vaststelling van de begrooting der inkomsten en uitgaven der gemeente voor het volgend dienstjaar bepaalt de raad, hoeveel ten honderd van het totaal bedrag der cijfers van aanslag over dat dienstjaar tot het vinden van de benoodigde som zal worden geheven.*) Indien bij de vaststelling van het primitief kohier blijkt, dat het totaal der aanslagen meer dan 2 percent hooger is dan het bij de begrooting geraamde onzuiver bedrag, bepaalt de raad, hoeveel percent van iederen aanslag zal worden ingevorderd, met dien verstande, dat daardoor het totaal bedrag der belasting op ge meld kohier uitgetrokken, niet daalt beneden het onzuiver bedrag in de begrooting geraamd, noch dit bedrag met meer dan 2 percent overtreft. Het aldus vastgestelde percentage wordt mede toegepast op de aanslagen voorkomende op de supple- toire kohieren. Art. 3. Belastingplichtig is ieder, die tijdens het belasting jaar in de gemeente zijn hoofdverblijf heeft of valt onder art. 245, 2°, 3° en 4° der gemeentewet, voor zoover zijn jaarlijksch inkomen meer dan 450. bedraagt en voorts wat het tijdvak van aanslag be treft, met inachtneming der daarvoor bij gemeld wetsartikel bepaalde regelen. Minderjarigen zijn niet belastingplichtig dan voor hetgeen zij trekken uit eigen kapitaal, vruchtgebruik, lijfrente, pensioen of voor hetgeen zij zelf verdienen. Art. 4. Iedere belastingplichtige wordt ambtshalve naar zijn vermoedelijk zuiver inkomen gerangschikt in eene der klassen van de volgende tabel Het bedrag ten honderd voor 1910 is 3,75 van de cijfers in artikel 5 vermeld. le klasse van boven 450 tot en met 500 2e 11 ii 71 71 500 17 ii 17 71 550 3e 11 71 71 17 550 11 71 71 17 600 4e 11 17 71 71 600 11 11 17 71 700 5e 11 11 11 71 700 11 11 11 71 800 6e 11 11 11 800 77 11 11 11 900 7e n 71 11 71 900 11 11 11 71 1000 8e n 11 11 77 1000 17 71 17 11 1200 9e 11 11 :i 71 1200 11 11 11 11 1400 10e ii 11 ii 11 1400 71 11 11 11 1600 11e ii n ii 71 1600 77 71 11 11 1900 12e n ii ii 77 1900 11 11 11 2200 13e ii ii ii 11 2200 71 1? 11 11 2500 14e ii ii ii 71 2500 11 11 17 11 2800 15e 71 ii ii 71 2800 71 11 17 71 3200 16e ii ii ii 11 3200 71 11 11 11 3600 17e ii ii 17 3600 71 11 11 77 4000 18e ii ii ii 17 4000 77 11 11 11 4500 19e ii ii 71 17 4500 71 11 11 11 5000 20e ii ii 71 71 5000 11 11 11 71 5500 21e ii 77 71 71 5500 71 11 71 6000 22e ii 77 71 11 6000 17 11 71 7? 6750 23e ii 17 17 11 6750 11 11 11 17 7500 24e ii 71 71 11 7500 11 11 11 71 8250 25e ii 11 11 71 8250 11 11 11 11 9000 26e ii 71 71 71 9000 77 71 71 11 10000 27e ri 71 7) 71 10000 77 71 71 11 11000 28e n 71 71 71 11000 71 71 71 12000 29e v 71 11 77 12000 71 7? 71 11 13000 30e ii 71 71 77 13000 11 11 71 14000 31e ii 71 11 11 14000 77 71 17 71 15000 32e ii 11 71 71 15000 11 71 71 71 16000 33e V 71 71 11 16000 11 71 71 77 17000 34e 71 71 77 17 17000 71 77 71 18000 35e n 71 71 71 18000 11 71 71 71 19000 36e V 71 71 71 19000 71 11 71 11 20000 37e ri 77 71 71 20000 71 71 17 71 22000 38e n 71 71 71 22000 71 71 71 71 24000 39e n 71 71 11 24000 71 71 71 77 26000 40e n 71 71 71 26000 11 71 71 11 28000 41e n 71 71 71 28000 71 17 71 71 30000 42e n 11 17 71 30000 71 71 71 11 32000 43e n 11 11 71 32000 71 11 71 71 34000 44e r> 11 71 71 34000 71 71 71 71 36000 45e 71 11 71 17 36000 71 71 71 71 38000 46e 71 71 71 71 38000 71 71 11 71 40000 47e ii 71 71 77 40000 71 71 71 71 43000 48e 71 77 71 71 43000 71 71 71 71 46000 49e n 71 77 71 46000 71 Tl 71 71 49000 50e 71 77 17 71 49000 71 77 71 71 52000 51e 71 11 71 71 52000 71 71 11 71 55000 52e 77 11 77 71 55000 71 71 71 17 58000 53e 71 11 71 71 58000 71 11 71 71 61000 54e 71 77 71 71 61000 71 71 11 71 65000 55e 71 11 71 71 65000 71 71 71 71 69000 56e 11 77 71 71 69000 11 71 71 17 73000 57e 77 11 77 71 73000 11 n 17 11 77000 58e 11 11 77 17 77000 71 71 11 11 81000 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1910. ffijl. 110. S. 59e klasse van boven 81000 tot en met 85000 voor de 45e klasse naar het cijfer 63276 60e 71 11 71 n 85000 n 11 89000 46e 66776 61e 17 17 11 ii 89000 71 11 93000 47e 71151 62e 77 17 M ii 93000 n H 97000 48e 76401 63e 71 71 H ii 97000 n n 101000 49e 81651 64e 77 11 17 ii 101000 n n 106000 50e 86901 Elke 5000.— boven de 106,000.- vormt eene 51e 92151 hoogere klasse. 52e 9^401 Het middencijfer van elke klasse verminderd met 53e 102651 eene som van 450.- vormt het belastbaar inkomen. 54e 108776 Art 5. 55e 115776 56e 122776 De aanslag geschiedt naar de volgende verhouding- 57e 129776 cijfe rs 58e 136776 voor de le klasse naar het cijfe r 25 59e 143776 17 IJ 2e 77 77 77 60e 150776 77 77 3e 77 77 132 61e 157776 77 17 4e 77 17 219 62e 164776 17 77 5e 77 77 339 63e 171776 77 17 6e 77 77 464 64e 179651 77 77 7e 77 17 594 Het cijfer voor de 65e en volgende klassen wordt 77 77 8e 77 77 796 gevonden door het cijfer van iedere voorgaande 77 77 9e 7? 77 1076 klasse te verhoogen met 8750. 10e j j 1366 77 77 11e 77 71 1741 Art. 6. 7? 77 12e 77 71 2206 Onder het inkomen, waarnaar de classificatie ge 77 71 13e 77 17 2686 schiedt, is bij hoofden van echtvereenigingen begrepen 77 77 14e 77 77 3181 het inkomen der huwelijksgemeenschap en ook het 71 77 15e 17 77 3776 eigen inkomen der vrouw, indien deze binnen de 17 1? 16e 77 77 4476 gemeente haar hoofdverblijf houdt of er verblijft en 77 77 17e 77 77 5176 geene scheiding van goederen heeft plaats gehad. 18e 5964 77 77 19e 77 77 6839 Art. 7. 77 71 20e 77 77 7714 Voor de berekening van het inkomen worden in 77 71 21e 7? 7? 8589 aanmerking genomen 77 77 22e 77 77 9682 1°. alle inkomsten en voordeelen en alle genot 77 77 23e 77 7? 10995 voortspruitende uit onroerende goederen, effecten of 17 77 24e 7? 7? 12307 andere schuldvorderingen, uitstaande kapitalen, be 77 7? 25e 7? 71 13620 zoldigingen, tractementen, salarissen, toelagen, pen 77 77 26e 71 77 15151 sioenen, wachtgelden, lijf- en andere renten, jaarlijksche 7 7 77 27e 7? 17 16901 uitkeeringen uit weduwenfondsen, wegens levensver 77 77 28e 77 77 18651 zekering en dergelijke overeenkomsten of uit welken 77 77 29e 77 77 20401 anderen hoofde ook, alsmede uitkeeringen door meerder 7? 77 30e 17 77 22151 jarigen genoten van bloed- en aanverwanten. 77 77 31e 77 7? 23901 2°. emolumenten van ambten en betrekkingen, 77 71 32e 17 77 25651 belooningen voor tijdelijke diensten, de zuivere winsten 77 77 33e 77 7? 27401 en voordeelen uit beroepen, bedrijven en neringen, 77 77 34e 77 77 29151 de inkomsten uit tantièmes, dividenden van aandeelen 71 11 35e 77 11 30901 in vennootschappen, reederijen, maatschappijen en 77 17 36e 77 11 32651 coöperatieve vereenigingen, alsmede weekloonen en 11 77 77 77 37e 38e 77 7? 11 11 35276 38776 daghuren en alle verdere wisselvallige inkomsten. De inkomsten enz. sub 1° worden berekend naar 77 77 39e 77 11 42276 hun jaarlijksch bedrag, die sub 2° naar het gemiddelde 77 11 77 77 40e 41e 77 77 11 71 45776 49276 over de drie laatst voorafgaande jaren, of, zoo deze maatstaf wegens korteren duur van het genot der 77 77 42e 77 77 52776 inkomsten niet kan worden toegepast, naar dien 17 77 43e 77 77 56276 korteren duur of naar het vermoedelijk bedrag der 71 77 44e 77 77 59776 inkomsten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1910 | | pagina 64