Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911.
de toelating van kinderen uit die gemeenten tot
openbare lagere scholen te Leeuwarden
en daartoe vast te stellen het besluit dat hierna
als ontwerp 1 is afgedrukt
BB. tot vaststelling eener verordening tot het
heffen en op de invordering van schoolgelden voor
het openbaar lager onderwijs volgens het ontwerp 2
CC. te bepalen, dat, waar in de sub AA bedoelde
verordeningen behouden zijn de uitdrukkingen als
„scholen der eerste klasse" en „scholen der tweede
klasse", met 1 Januari 1912 onder de eerste ook
begrepen is en onder de laatste niet langer valt
de tegenwoordige openbare lagere school no. 4.
Leeuwarden, 21 Juni 1911.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
ZIMMERMAN, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
ONTWERP 1.
Art. 1 (oud).
Vanwege de gemeente wordt openbaar lager
onderwijs gegeven in scholen, die naar den omvang
van het onderwijs en de heffing van schoolgeld, in
vier klassen worden verdeeld.
Art. 2, le lid, (oud).
Het getal scholen is ten minste
twee
van de eerste klasse
tweede
derde
vierde
a een
b vier
vier
(dagschool voor voort
zet lager onderwijs) één.
De Raad der gemeente Leeuwarden
overwegende, dat het met het oog op de bij zijn
besluit van 11 April 1911 no. 15lR/68 in beginsel
aangenomen gewijzigde Massificatie der openbare
lagere scholen in deze gemeente noodzakelijk is de
bestaande verordeningen te wijzigen
dat ook uit anderen hoofde daarin enkele ver
anderingen gewenscht zijn
gezien het voorstel van Burgemeester en Wet
houders
besluit
a. de verordening tot regeling van het openbaar
lager onderwijs in de gemeente, gemeenteblad 1904
no. 6, gelijk zij is gewijzigd bij gemeenteblad 1905
no. 32, te wijzigen als volgt
I.
Aan artikel 1 wordt een nieuw tweede lid toesre-
voegd, luidende
De scholen der derde klasse zijn in de eerste
plaats bestemd voor die leerlingen, voor wie het
onderwijs aan een der scholen van de tweede of
derde klasse wordt gevraagd en die op grond van
onvermogen kosteloos worden toegelaten.
II.
Na artikel 1 wordt ingevoegd een nieuw artikel
Ibis luidende
De scholen der eerste klasse hebben zeven, die
der tweede en derde klasse zes, die der vierde klasse
drie leerjaren.
Burgemeester en Wethouders kunnen, al naar mate
de behoefte, aan een of meer van de scholen der tweede
en derde klasse een zevende leerjaar toevoegen.
III.
Het eerste lid van artikel 2 wordt gelezen als volgt:
Het getal scholen is ten minste
van de eerste klasse a twee
n v v v b eeQ
tweede vier
vier
udiuo (dagschool voor meer
uitgebreid lager onderwijs) een.
i)
derde
vierde
240
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911. 1X0. L
Art. 4 (oud).
De scholen der eerste klasse zijn bestemd tot
voorbereiding voor hooger of voor middelbaar onder
wijs, die der tweede en derde klasse voor eind
onderwijs en die der vierde klasse voor voortgezet
lager onderwijs.
Art. 5, derde zinsnede, (oud).
school der 2de klasse a in
het lezen,
het schrijven,
het rekenen,
de beginselen der Nederlandsche taal,
die der vaderlandsche geschiedenis,
die der aardrijkskunde,
die van de kennis der natuur,
het zingen,
de nuttige en fraaie handwerken voor meisjes,
de beginselen der Fransche taal,
het handteekenen en
de gymnastiek.
Art. 6 (oud).
De raad bepaalt, na den arrondissements-school-
opziener en de commissie van toezicht op het lager
onderwijs te hebben gehoord, in welke vakken het
onderwijs door uitsluitend daarmede te belasten
onderwijzers en of het in een ander dan voor de
school bestemd gebouw zal worden gegeven.
Art. 8, le lid, (oud).
Het hoofd der school wordt bij tijdelijke verhin
dering vervangen door een onderwijzer met hoofd-
acte, die den titel voert van „eerste onderwijzer".
Hij wordt aangewezen door burgemeester en wet
houders.
Art. 16 (oud).
Bij het inwerking treden dezer verordening blijven
bestemd voor de scholen der
eerste klasse de tegenwoordige scholen nos. 2 en 3
tweede klasse a de tegenwoordige school no. 4
tweede klasse b de tegenwoordige scholen nos.
1, 5, 6 en 7
derde klasse de tegenwoordige scholen nos. 8, 9,
10 en 11.
De school der vierde klasse wordt genummerd
met no. 12.
Art. 17, 2e lid (oud).
De bepaling van artikel 9, le alinea, geldt niet
voor het benoemde hoofd van school no. 12.
IV.
In artikel 3, le lid, artikel 5, le en 2e zinsnede,
en artikel 7, 2e lid, wordt in plaats van de woorden
„eerste klasse" gelezen „eerste klasse a".
V.
Ai'tikel 4 wordt gelezen als volgt
De scholen der eerste klasse a zijn bestemd tot
voorbereiding voor hooger of middelbaar, de school
der eerste klasse b tot voorbereiding voor hooger,
middelbaar of meer uitgebreid lager, die der tweede
en derde klasse voor eind- en die der vierde klasse
voor meer uitgebreid lager onderwijs.
VI.
In de derde zinsnede van artikel 5 wordt ge
lezen in plaats van „der 2de klasse a"„der eerste
klasse
worden tusschen de woorden „vaderlandsche" en
„geschiedenis" ingevoegd de woorden „enalgemeene";
worden na de woorden „die van de kennis der
natuur" ingevoegd de woorden „de wiskunde"
en vervallen tusschen de woorden „nuttige" en
„handwerken" de woorden „en fraaie".
In de vierde zinsnede vervallen de woorden
„klasse F'.
VII.
In het eerste lid van artikel 6 worden de woorden
„De raad bepaalt" vervangen door de woorden
„Burgemeester en Wethouders bepalen".
VIII.
In het eerste lid van artikel 8 wordt voor
„tijdelijke verhindering" gelezen „ontstentenis".
In het tweede lid van dat artikel wordt voor
„wet op het lager onderwijs" gelezen „wet tot rege
ling van het lager onderwijs".
IX.
In het eerste lid van artikel 9 vervallen de
woorden „en der tweede klasse a".
X.
Artikel 16 wordt gelezen als volgt:
Bij het in werking treden dezer wijziging blijven
bestemd voor de scholen der
eerste klasse a de tegenwoordige scholen nos. 2 en 3
b school no. 4;
tweede
derde
vierde
scholen nos. 1, 5, 6 en 7
8,9, lOen 11
school no. 12.
XI.
In het tweede lid van artikel 17 wordt voor
„benoemde" gelezen „tegenwoordige".
241