B D Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911. Art. 3 (oud). Op de scholen der derde klasse worden geene kinderen toegelaten dan met goedkeuring van burge meester en wethouders. Art. 10 (oud). Aan de leerlingen van de scholen der tweede en der derde klasse, die de school doorloopen en zich goed gedragen hebben, wordt door de commissie van toezicht op het lager onderwijs, op Voordracht van het hoofd der school een getuigschrift uitgereikt. Op de getuigschriften van de leerlingen, die be kwaam worden geacht tot het volgen van de lessen aan de school der vierde klasse, wordt eene aan- teekening gesteld, die hun den toegang verleent tot genoemde school. Een zoodanig getuigschrift met aanteekeningkan aan de leerlingen van de school der tweede klasse a reeds worden verleend, na het doorloopen van het zesde leerjaar. Kinderen, niet afkomstig van eene der in het eerste lid bedoelde scholen, worden op de school der vierde klasse alléén toegelaten, als zij, bij een door het hoofd dezer school in te stellen onderzoek, blijken hebben gegeven aldaar het onderwijs met vrucht te kunnen volgen en een bewijs overleggen van het hoofd der school, waarvan zij afkomstig zijn, dat zij zich aldaar goed hebben gedragen. Art. 13 (oud). Aan de leerlingen, die het hoogste leerjaar van de school der eerste klasse voor meisjes doorloopen hebben, wordt eene verklaring van bekwaamheid tot het volgen der lessen aan de school van mid delbaar onderwijs voor meisjes uitgereikt. Deze verklaring is voorwaardelijk, indien de be kwaamheid in niet meer dan twee der leervakken te wenschen overlaat. b. te bepalen dat deze wijzigingen in werking treden den 1 Januari 1912, met dien verstande, dat de daardoor noodig geworden wijzigingen van leerplannen in werking kunnen treden op eene nader te bepalen tijdstip in het jaar 1912. a. de verordening ter uitvoering van de ver ordening tot regeling van het openbaar lager onderwijs in de gemeente, gemeenteblad 1904, no. 14, gelijk zij is gewijzigd bij gemeenteblad 1905, no. 35, te wijzigen als volgt I. In het 3e lid van artikel 2 vervallen de woorden „klasse II. Artikel 3 vervalt. III. Na artikel 4 wordt ingevoegd een nieuw artikel 4bis, luidende Aan iedere school, genoemd in artikel 1, is zooveel mogelijk een gymnastieklokaal verbonden. IV. Het derde lid van artikel 10 wordt gelezen als volgt Een zoodanig getuigschrift met aanteekening kan, ten behoeve van de toelating tot het eerste leerjaar van die school, aan de leerlingen van de school der eerste klasse b reeds na het doorloopen van de zesde en, ten behoeve van de toelating tot het tweede leerjaar, na het doorloopen van de zevende klasse worden verleend. V. In het vierde lid van artikel 10 worden tusschen de woorden „eerste" en „lid", ingevoegd de woorden „en derde". VI. De aanhef van artikel 13 wordt gelezen als volgt Aan de leerlingen, die het hoogste leerjaar van de school der eerste klasse a voor meisjes en aan de vrouwelijke leerlingen, die de desbetreffende afdeeling van het hoogste leerjaar van de school der eerste klasse b doorloopen hebben, wordt enz. 242 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911. THjl- HO. 21. Laat deze in meer dan twee vakken te wenschen over, dan wordt de verklaring niet uitgereikt. De beoordeeling van een en ander geschiedt door de commissie van toezicht op het lager onder wijs of door één of meer liarer leden, daartoe aan te wijzen, gehoord het hoofd der school en de onderwijzeressen in het hoogste leerjaar. C Art. 1, 2e lid (oud). Deze jaarwedden zijn twee honderd gulden hooger voor de hoofden van de scholen der eerste klasse en der tweede klasse a, en vierhonderd gulden hooger voor het hoofd van de school der vierde klasse. Art. 3, II (oud). II. aan de school der vierde klasse bij een diensttijd van minder dan vijf jaren900. van vijf en meer, doch minder dan tien jaren1000. van tien en meer, doch minder dan vijf jaren1100. van vijftien en meer jaren1200. Art. 5, le lid, c (oud). c. van 100.voor het geven van onderwijs aan de school der vierde klasse, in één of meer der vakken beginselen van de kennis der natuur, die der wiskunde en het handteekenen. Art. 12 (oud). De belooning van hen, die krachtens artikel 33 der Wet tot regeling van het Lager Onderwijs de betrekking van onderwijzer van bijstand tijdelijk waarnemen, wordt berekend aan de scholen der eerste, der tweede en der derde klasse, naar 500.per jaar voor lien die minder, en 600.per jaar voor hen die meer dan twee jaren praktisch bij het Lager Onderwijs zijn werkzaam geweest aan de school der vierde klasse, naar f 900. per jaar. VII. In het vierde lid van artikel 13 worden tusschen de woorden „de" en „onderwijzeressen" gevoegd de woorden „ouderwijzers of". b. te bepalen dat deze wijzigingen in werking treden den 1 Januari 1912, met dien verstande dat de daardoor noodig geworden wijzigingen van leer plannen in werking kunnen treden op een nader te bepalen tijdstip in het jaar 1912. a. de verordening tot regeling der jaarwedden en der verdere inkomsten van het onderwijzend personeel aan de scholen van openbaar lager onder wijs te Leeuwarden, gemeenteblad 1908 no. 24, gelijk zij is gewijzigd bij gemeenteblad 1911 no. 12, te wijzigen als volgt I. Het tweede lid van artikel 1 wordt gelezen als volgt Deze jaarwedden zijn twee honderd gulden hooger voor de hoofden van de scholen der eerste klasse en vijfhonderd gulden voor het hoofd van de school der vierde klasse. II. Artikel 3, II, wordt gelezen als volgt II. aan de school der vierde klasse bij een diensttijd van minder dan vier jaren 950. van vior en meer, doch minder dan acht 1025. van acht en meer, doch minder dan twaalf 1100. van twaalf en moer, doch minder dan zestien 1200. van zestien en meer,doch minder dan twintig 1300. van twintig en meer jaren 1350. III. In artikel 5, eerste lid, c, worden tusschen de woorden „der" en „vierde" iugelascht de woorden „eerste klasse b en de school der". IV. De laatste zinsnede van artikel 12 wordt gelezen als volgt aan de school der vierde klasse naar 900. per jaar voor hen, die minder en ƒ1000.per jaar voor hen, die meer dan vier jaren praktisch bij het lager onderwijs zijn werkzaam geweest. b. te bepalen dat deze wijzigingen in werking treden den 1 Januari 1912. a. de verordening, houdende bepalingen, waar op kunnen worden aangegaan gemeenschappelijke 243

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1911 | | pagina 120