Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911. besluit vast te stellen de volgende A. VERORDENING tot het heffen van eene belasting op tooneelvertoo- ningen en andere openbare ver makelijkheden. Art. 1. Er wordt ten behoeve van de gemeente geheven eene belasting op tooneelvertooningen en andere openbare vermakelijkheden, waaronder deze ver ordening verstaat alle tooneel- en bioscope-voor- stellingen, voordrachten, muziek- of zanguitvoeringen, danspartijen, gymnastiekuitvoeringen, hardrijderijen, harddraverijen, wedrennen, veldspelen, tentoonstel lingen, café-chantants, café-concerts, vertooningen van zeldzaamheden en alle verdere vertooningen en uitvoeringen, tenzij uitdrukkelijk bij deze verordening vrijgesteld, welke tegen betaling van entree voor het publiek toegankelijk worden gesteld. Muziek- of zanguitvoeringen, met uitzondering van uitvoeringen waarbij de muziek of zang uit sluitend door automatische instrumenten wordt voortgebracht, danspartijen, café-chantants, café- concerts enz., welke voor het publiek opengesteld worden in koffiehuizen en dergelijke inrichtingen, vallen mede onder deze verordening, ook zonder dat doorvoor entree wordt geheven. Art. 2. De belasting bedraagt A. Yoor voorstellingen enz., niet vallende onder letter B, C, D, of E van dit artikel, waar toegang wordt verleend op vertoon van toegangsbewijzen of tegen betaling van entreegelden, vijf percent van de entreegelden, om het even of in die gelden] eén gedeelte van den prijs der vertering is begrepen. Het ontvangen bedrag voor toegangsbewijzen wordt verhoogd met de waarde, die vertegenwoordigd wordt door de vrij biljetten, met uitzondering van die, welke met voorkennis van Burgemeester en "Wethouders worden afgegeven ten behoeve van ver pleegden in gestichten. Entreebiljetten, afgegeven tegen verminderden prijs aan bepaalde personen, worden berekend voor de volle waarde. B. Yoor het houden van doorloopend voor het publiek openstaande of toegankelijk gestelde lokalen, waarin muziek- of zanguitvoeringen, danspartijen of andere soortgelijke publieke vermakelijkheden gegeven of gehouden worden en die bekend zijn onder de benaming van danshuis, café-chantant, café-concert, enz., per jaar 25.per 3 maanden 10.per maand 4.en per dag 0.40. C. Voor carroussels, hippodromes en daarmede gelijk te stellen inrichtingen, per dag 0.50 per vierkanten meter oppervlakte van de voor het publiek bestemde ruimte. D. Voor draaimolens, geen grootere middellijn 252 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911. I^ïjl. 710. hebbende dan 12 Meter langs den grond gemeten, 2.50 per dag; met grootere middenlijn ƒ5.per dag. E. Voor vermakelijkheden langs de straat, zooals straatmuziek, liedjeszingen, goochelen, gymnastische voorstellingen, poppenkasten enz., het vertoonen van vreemde of zeldzame dieren of andere voor werpen in kisten, manden of op andere wijze wanneer dit geschiedt gedurende de jaarmarkt, 1.—indien één persoon de vertooning of ver makelijkheid geeft, en indien meerdere personen daartoe medewerken, voor eiken persoon bovendien f 0.25 b. wanneer dit geschiedt op andere tijden, per dag 0.25, onverschillig het getal medewerkende personen. Art. 3. De belasting is verschuldigd door den ondernemer of bestuurder op wiens naam of voor wiens rekening de vermakelijkheid wordt gegeven en, bij afwezig heid van dezen, door dengene, die in zijne plaats optreedt. Wordt zij gegeven door eene in deze gemeente gevestigde vereeniging, dan is de belasting ver schuldigd door het bestuur der vereeniging. Art. 4. De belasting is niet verschuldigd wegens openbare vermakelijkheden, die van gemeentewege gegeven worden. Van de vermakelijkhedenwaarvan de netto opbrengst bestemd is voor een weldadig doel, wordt de belasting gerestitueerd, mits voor noodzakelijk te maken kosten niet meer wordt afgetrokken dan 50 °/0 der bruto-opbrengst. De belasting is evenmin verschuldigd wegens tentoonstellingen, uitsluitend strekkende tot bevor dering van wetenschap, kunst of een ander alge meen belang. Art. 5. Deze verordening treedt in werking den 1 Januari 1911, met welk tijdstip wordt ingetrokken de ver ordening tot het heffen eener belasting op tooneel vertooningen en andere openbare vermakelijkheden (gemeenteblad no. 3 van 1903), vastgesteld bij raadsbesluit van 27 Maart 1888, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 3 Mei 1888, no. 10, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 10 December 1895, welke wijziging is goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 22 Januari 1896, no. 9. B. VERORDENING op de invordering der belasting op tooneelvertooningen en andere openbare vermakelijk heden. Art. 1. Do invordering der belasting op tooneelvertoo ningen en andere openbare vermakelijkheden ge schiedt door of namens den gemeente-ontvanger, over eenkomstig de artikelen 258262 dor gemeentewet. 253

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1911 | | pagina 125