Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911.
Hij wordt hierin bijgestaan door een of meer
ambtenaren, belast met de inning en administratie
der belasting en het toezicht op de lokalen en plaatsen
waarin of waar tooneelvertooningen of andore open
bare vermakelijkheden worden gegoven, waarvoor
bolasting is verschuldigd of vermoed wordt ver
schuldigd te zijn. Deze ambtenaren worden door
Burgemeester en Wethouders aangesteld en ontslagen
en van eene instructie voorzien. Zij hebben de
bovoegdheid tot het opmaken der in artikel 275 der
gemeentewet genoemde processenverbaal.
Art. 2.
Iedor, die voornemens is eene tooneelvortooning
of andere openbare vermakelijkheid te geven, moet
vóór den dag, waarop zij zal plaats vinden, van dit
voornemen, onder overlegging van de door de be
voegde macht verleende vergunning in de gevallen
waarin deze wordt vereischt, schriftelijk kennis geven
ter secretarie der gemeente, afdeeling Financien.
Deze kennisgeving, waarvoor formulieren kosteloos
aan bedoelde secretarie verkrijgbaar zijnmoet
bevatten eene aanduiding van de plaats waar, en
van den tijd waarop, de tooneelvertooning of andere
openbare vermakelijkheid zal worden gegeven en
van alle bijzonderheden, welker wetenschap voor
de toepassing dezer belasting noodig is. Van de
inlevering der kennisgeving wordt, desverlangd, een
bewijs afgegeven.
Art. 3.
De ambtenaren, belast met de heffing en het
toezicht op de invordering der belasting, hebben
steeds vrijen toegang tot alle tooneelvertooningen
en andere openbare vermakelijkheden, in het heffings-
besluit of deze verordening bedoeld. Zij zijn bevoegd
bij de toegangen tot de plaats, waar de vertooning
of vermakelijkheid wordt gehouden te eischendat
de toegangsbewijzen, zoo deze worden gevorderd,
vertoond worden.
Art. 4.
De ondernemers van tooneelvertooningen of andere
openbare vermakolijkhedon, bedoeld bij artikel 2
letter A der verordening op de heffing, mogen, met
uitzondering van hen, dio ambtshalve recht van
toegang hebben, niemand toelaten dan voorzien van
een toegangsbewijs, dat vanwege het bestuur der
gemeente vooraf is gestempeld.
Elk toegangsbewijs, in welken vorm ook opge
maakt, moet aanwijzing bevatten van het daarvoor
verschuldigde bedrag en indien er verschillende
rangen zijn, van den rang waarvoor het geldig is.
Art. 5.
Ondernemers van tooneelvertooningen of andere
openbare vermakelijkheden kunnen op aanvraag
hetzij kosteloos van de gemeente verkrijgen ge
stempelde registers voor af te geven toegangsbe
wijzen, hetzij hunne bewijzen, mits deze vanwege
254
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911. Hyl. 110.
Burgemeester en Wethouders vooraf zijn goedge
keurd, ter stempeling aan het bestuur der gemeente
inleveren.
Gestempelde registers moeten ten minste drie
dagen, voordat daarvan gebruik moet worden ge
maakt, ter secretarie, afdeeling Financiën, worden
aangevraagd, terwijl de door Burgemeester en Wet
houders goedgekeurde toegangsbewijzen aldaar ten
minste 24 uur vóór den aanvang der uitgifte ter
stempeling moeten worden aangeboden.
Art. 6.
De belasting moet worden betaald
a. voor zoover zij verschuldigd is uit hoofde
van het bepaalde in artikel 2 letter A der heffings
verordening, onmiddellijk bij de ontvangst der gestem
pelde registers van toegangsbewijzen of der gestem
pelde toegangsbewijzen.
Tegen inlevering der ongebruikte registers of
toegangsbewijzen, mits binnen acht dagen na afloop
der vermakelijkheid voor welke zij golden, wordt
het bedrag der deswege betaalde belasting tegen
kwitantie teruggegeven.
b. voor zooveel zij verschuldigd is uit hoofde van
het bepaalde in artikel 2, letters B, C, D en E der
heffingsverordening, bij vooruitbetaling.
Van elke betaling van belasting wordt eene
kwitantie afgegeven.
Art. 7.
Ingeval tusschen een belastingplichtige en de
ambtenaren, bedoeld in artikel 1, verschil bestaat
over de toepassing der heffingsverordening, is eerst
genoemde bevoegd de beslissing van Burgemeester
en Wethouders in te roepen, mits vooraf de belasting,
gelijk zij berekend is, voldaan zij.
Wanneer Burgemeester en Wethouders ten gunste
van den belastingplichtige beslissen, wordt hem het
te veel betaalde op kwitantie teruggegeven.
Art. 8.
Als ontduiking of overtreding ter zake van
plaatselijke belasting wordt beschouwd het niet of
niet tijdig doen van aangifte, het afgeven van toe
gangsbewijzen, die niet van gemeentewege zijn
gestempeld, het toelaten van personen die geen
gestempeld geldig toegangsbewijs hebben kunnen
vertoonen of het zich aan de betaling der belasting
onttrekken.
Art. 9.
Deze verordening treedt in werking den 1 Januari
1911, met welk tijdstip wordt ingetrokken de ver
ordening op de invordering eener belasting op
tooneelvertooningen en andere openbare vermake
lijkheden (gemeenteblad no. 3 van 1903), vastgesteld
bij raadsbesluit van 27 Maart 1888 en gewijzigd bij
raadsbesluit van 10 December 1895.
Leeuwarden, 19
De Raad voornoemd,
255