Art. 22. Art. 19. In het algemeen is hij steeds verpligt om be- Hij is verplicht om betrekkelijk de onderwerpen trekkelijk de onderwerpen van zijn beheer aan van zijn beheer aan den Raad, Burgemeester en Burgemeester en "Wethouders aan den Raad of Wethouders of de door hun college aan te wijzen Commissiën uit zijn midden, alle gevorderde hulp personen, alle gevorderde hulp en inlichtingen te en inlichtingen te geven, waartoe hij in staat is. geven, waartoe hij in staat is. Art. 7. Behoudens het bepaalde bij het 2e lid van artikel 116 der Gemeentewet, en bij art. 22 dezer instructie, geeft hij, zonder schriftelijke toestemming van Burgemeester en Wethouders aan niemand, wie het ook zij, inzage, afschriften of uittreksels van-of uit eenige registers of stukken betrekkelijk zijn beheer. Art. 28. Door den Ontvanger worden aangelegd en geregeld bijgehouden de volgende registers 1. Een memoriaal, waarin naar orde des tijds, zonder witte vakken, kantteekeningen of tusschen- regels al de ontvangsten en uitgaven worden ge boekt. 2. Een register van ontvang en een register van uitgaaf, waarin dagelijks de posten in het memoriaal geboekt, worden overgebracht en wel gecombineerd voor zoover zij behooren tot een en het zelfde artikel der begrooting. O O In deze registers worden de ontvangsten en uit gaven, tot den loopenden en den vorigen dienst betrekking hebbende, in afzonderlijke kolommen uit getrokken. Zij worden met het einde van elk jaar afgesloten. 3. Twee grootboeken, het eene voor de ont vangsten het andere voor de uitgaven, ingerigt volgens de indeeling der begrooting. Op deze grootboeken wordt ieder post van ont vang en uitgaaf dagelijks uit de registers van ont vang en uitgaaf overgebragt. 4. Een register van alle Gemeente-eigendommen, welke verhuurd of verpacht zijn of opkomsten af werpen, gelijk mede van de aan de Gemeente ver schuldigde renten, regten enz. met aanteekening der verhuringen, verpachtingen, verleende kwijt scheldingen enz. mitsgaders de gedane betalingen. 5. Een register der geldleeningen en andere gemeentelijke schulden, tot aanteekening der be taalde renten en gedane aflossingen. 6. Een register van opgenomen en afgeloste kapitalen door de bank van leening. 7. Een register van opgenomen en afgeloste kapitalen uit de spaarbank. 8. Alle zoodanige andere registers, boeken, staten enz. als de Raad of Burgemeester en Wethouders zullen bevinden te behooren. Art, 24. Op den laatsten werkdag van elke week na de Art. 20. Behoudens het bepaalde bij artikel 116 der ge meentewet en het vorige artikel dezer instructie geeft hij, zonder schriftelijke toestemming van Bur gemeester en Wethouders, aan niemand inzage, af schriften of uittreksels van of uit eenige stukken of registers betrekkelijk zijn beheer. Art. 21. Behalve de in artikel 1 der voorschriften betref fende de inrichting der boekhouding van de ontvan gers der gemeenten in de provincie Friesland genoemde boeken, worden door hem gehouden a. een register van de verhuurd of verpacht wordende gemeente-eigendommen b. een register van aan de gemeente verschuldigde erfpachten, grondpachten, eeuwige renten enz. c. een register van aan de gemeente verschuldigde retributiën, recognitiën enz. d. een register van geldleeningen, waarin tevens worden aangeteekend de betaalde coupons en afgeloste obligatiën e. een rekening-courant met de Stads Bank van Leening een rekening-courant met de Kasvereeniging te Amsterdam of eenig ander door Burgemeester en Wethouders, overeenkomstig de verschillende plans van geldleeningaldaar aan te wijzen kantoor, en bovendien alle zoodanige boeken, staten en registers als hem door Burgemeester en Wethouders worden aangewezen. Hij richt zijne administratie naar hunne voor schriften in. In de onder a, b en c genoemde registers wordt tevens van de betalingen melding gemaakt, terwijl de onder b en c vermelde registers jaarlijks in de maand Maart aan de secretarie der gemeente ter bijwerking worden ingezonden. Art. 22. Op den laatsten werkdag van elke week wordt 264 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911. Bijl. no. 23. sluiting van het kantoor, wordt door den Ontvanger door hem aan Burgemeester en Wethouders inge- vervaardigd en dadelijk aan Burgemeester en Wet- zonden een opgave van den stand der kas naar een houders ingezonden eene opgave der iu kas zijnde door hun college voorgeschreven model, benevens gelden en van het geldswaardig papier. eene lijst van de in de afgeloopen week ter betaling aangeboden bevelschriften tot betaling. Art. 25. De ontvanger verleent, desgevorderd, zijne hulp aan Burgemeester en Wethouders bij het opmaken der kohieren van de plaatselijke directe belastingen. Art. 26. Art. 23. Alle boeken, registers en gedrukte stukken, voor Alle kantoorbehoeften, losse gedrukte stukken, het beheer der gemeentelijke geldmiddelen, worden staten, journalen, grootboeken, registers enz., voor den Ontvanger vanwege de Gemeente kosteloos zijne administratie benoodigd, worden hem op kosten verstrekt Yan gemeente verstrekt of te dier zake door hem De boeken en registers hier bedoeld worden ge- gedane verschotten bij bevelschrift teruggegeven, waarmerkt door den Burgemeester. Art, 28. Art. 24. Bij ongesteldheid of afwezigheid van den Ont- Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis vanger, wordt de waarneming van het kantoor, be- wordt hij op de volgende wijze vervangen houdens zijne verantwoordelijkheid, aan een door bij ongesteldheid of afwezigheid met verlof door hem, in overleg met Burgemeester en Wethouders, een in overleg met Burgemeester en Wethouders aangewezen persoon opgedragen. door hem, onder zijne verantwoordelijkheid aan- Is niemand vooraf door hem aangewezen dan gewezen persoon stellen Burgemeester en Wethouders terstond ten bij ontstentenis door een door Burgemeester en zijnen koste een persoon voor die waarneming aan. Wethouders aangewezen persoon. Bij ontstentenis geschiedt de aanwijzing steeds door Burgemeester en Wethouders. Art, 25. Overgangsbspaling. De in de artikelen 3, 2e lid, en 5 bedoelde ver goedingen worden eerst met ingang van 1 Januari 1912 uitgekeerd. Tot dat tijdstip blijft de bestaande regeling van de vergoeding van bureaubehoeften van den ge meente-ontvanger gehandhaafd. Art. 26. Deze instructie treedt in werking op den dag van uitgifte van het gemeenteblad waarin zij is geplaatst. Met dat tijdstip vervalt de instructie voor den gemeente-ontvanger te Leeuwarden, vastgesteld bij raadsbesluit van 9 April 1868 (Gemeenteblad no. 10 van 1868), laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 10 Januari 1905 (Gemeenteblad no. 4 van 1905). Leeuwarden, 19 De Eaad voornoemd, 265

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1911 | | pagina 131