Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1911.
8 M. voorbij de pont, om de hoek in de gracht,
waar alle vuil zich thans verzamelt, weg te nemen.
Ook werd nog door hetzelfde lid Burgemeester
en Wethouders in overweging gegeven om, op
verschillende daarvoor geschikt bevonden terreinen,
een hoeveelheid zand te deponeeren, teneinde de
kinderen daarin te laten spelen, om hen het gemis
van openbare speeltuinen eenigszins te vergoeden.
In de tweede en derde sectie werd door enkele
leden de wenschelijkheid betoogd om bij de ver
schillende takken van dienst, welke daarvoor in
aanmerking kunnen komen, zooals in Leipzig dat
reeds geschiedt, het premiestelsel in te voeren, door
de werklieden, in dienst der gemeente, in de ge
legenheid te stellen opmerkingen of voorstellen te
doen, in het belang der exploitatie. Hierop werd
geantwoord dat die gelegenheid volgens het
werkliedenreglement bestaat en alhoewel officieel
daar geen belooning voor is gesteld, dit toch nu
en dan wel wordt gegeven.
In de tweede sectie werd geklaagd over de
straatprostitutie en zou men gaarne zien dat mid
delen werden beraamd om daar zoo goed mogelijk
een einde aan te maken. In sommige stadsgedeelten
schijnt het optreden der souteneurs zeer sterk
te zijn.
Yerder is in deze sectie nog opgemerkt dat
geruimen tijd geleden door de heeren Beekhuis en
Feddema een voorstel was gedaan om faecaliën op
andere wijze te doen loozen dan op tonnen. In verband
hiermede werd nog kenbaar gemaakt, dat enkele j
gebouwen reeds beerputten hebben, zelfs die recht
streeks op de riolen loozen. Medegedeeld werd
dat binnenkort de Raad daaromtrent voorstellen kan
tegemoet zieD.
Nog werd in deze sectie gewezen op den hinder
veroorzaakt door de stoomcaroussels in de kermis
en vooral 's nachts wanneer elke drie minuten de
fluiten tweemaal een oorverdoovend lawaai maken
en werd verzocht voor de volgende verpachting bij
het stellen der voorwaarden hiermede rekening te j
willen houden.
In de derde sectie werd geklaagd over het j
hinderlijke vervuilen der straten door losloopende
honden veroorzaakt en verzocht het toezicht
daarop scherper te stellen. Als bezwaar is hier
tegen in gebracht de weinige ruimte vooral bij de
kleine menschen, welke deze dieren voor hun I
bedrijf gebruiken.
Yerder werd nog in dezelfde sectie gevraagd of
de gemeente-politie niet krachtig genoeg is om
de orde te handhaven bij de opstootjes der timmer
liedenstaking.
In de tweede en derde sectie werd gevraagd of
de begraafplaats niet te klein is en dient te worden
uitgebreid, waarop is medegedeeld, dat sommige
perken nog wel 30 a 40 jaar voldoende ruimte
bieden, doch Burgemeester en Wethouders niettemin
tot uitbreiding wenschen over te gaan, terwijl reeds
plannen daarvoor in bewerking zijn.
In de derde sectie betuigden enkele leden hun
leedwezen, dat in de commissiën, die de Raad
benoemt, zoo weinig middenstands-menschen worden
aanbevolen, waarop de voorzitter antwoordde, dat
Burgemeester en Wethouders daarop geen invloed
hebben. Ook werd in deze sectie nog gevraagd of
er thans ruimte te min is op het aschland en de
compost nu weer naar een terrein bij het Nieuwe
Kanaal moet worden vervoerd en aldaar opgeslagen.
Verder werden nog inlichtingen verzocht omtrent de al
of niet voldoende belooning van de schoonmaaksters
der scholen.
In de tweede sectie sprak een lid zijn teleur
stelling uit over het slinken der reserves. In 1911
was het bedrag der reserves van gasfabriek, bouw
terreinen enz. f 32,912.Voor 1912 wordt daar
van f 12,000genomen voor de gewone middelen
en waar de gasfabriek in de naaste toekomst ver
moedelijk niet zooveel winst zal opleveren en voor
onvoorziene uitgaven voor 1912 slechts f 7080.835
is geraamd, ziet dat lid de toekomst niet zoo
schitterend voor zich, terwijl hij vraagt of het niet
gewenscht is nu reeds den hoofdelijken omslag te
verhoogen en een zeer voorzichtig beheer aanbeveelt.
Het antwoord hierop luidde dat tegenwoordig
weinig bouwterrein wordt verkocht en men nu
dikwijls uit de reserves moet putten. Wanneer die
reserve niet meer kan worden aangesproken zal
men naar andere maatregelen dienen om te zien.
UITGAVEN.
Yolgno. 89. Een lid der derde sectie wenscht het
presentiegeld voor de leden van den Raad te ver
hoogen. Rapporteurs meenen ook thans wederom
te mogen volstaan met verwijzing naar het ver
handelde bij de begrooting voor 1910 en het alstoen
genomen besluit. (Zie bijlage 20 van 1910).
Yolgno. 90. In de eerste sectie meende een lid
dat het salaris voor een tijdelijk klerk bij het archief
a 312.te laag is en wenscht dat te verhoogen
tot f 500.Een lid der derde sectie zag gaarne
dat den commies belast met den hoofdelijken omslag
enz. een toelage van f 100.per jaar werd toe
gekend, terwijl een ander lid meende dat bedoelde
ambtenaar meer gebaat zou zijn indien zijn werk
kring eenigszins werd verlicht. Geantwoord werd
op het eerste dat de verordening het salaris regelt.
Yolgno. 92. Gevraagd werd door een lid der
tweede sectie of het de bedoeling is het urinoir bij
de Raadzaal van waterspoeling te voorzien wijl de
toestand daar thans onhoudbaar is men wees op
den veel gunstiger toestand van urinoirs op het
station Zwolle.
Yolgno. 125. Door de voorzitters der sectiën werd
medegedeeld dat in verband met de verordening op
298
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gem
de salarisregeling het salaris van den opzichter-
teekenaar met f 100.moet worden verhoogd en
alzoo van 1000.op 1100.worden gebracht.
In de tweede sectie werd door een lid zijn bevreem
ding uitgesproken dat zoo herhaaldelijk zooveel
buitengewone opzichters worden gevraagd, vraagt
of dit wel noodig is en of de noodige zuinigheid
in dezen wel voldoende wordt betracht. Het ant
woord hierop was dat voor de buitengewone werken
buitengewoon toezicht noodig was en de gewone
opzichters met werk waren overladen. Nog werd
gevraagd naar de salarisregeling van een gepen-
sionneerd brugwachter, die nu in dienst is als tijdelijk
opzichter.
Yolgno. 136. Gevraagd werd in de tweede en de
derde sectie of niet een maaier meer moest worden
aangesteld om de gazons in de plantsoenen in orde
te houden. Dezen zomer toch kon men bij het station
de bloemperken soms niet zien wegens het hooge
gras. Verder is de opmerking gemaakt dat do gazons
in het Rengerspark noodig dienen te worden be
gierd en wenscht men het grasgewas te benutten
voor de paarden van do gemeentereiniging.
Volgno. 137. Een lid der derde sectie stelde de
vraag waarom de loonen der brugwachters nog niet
geregeld waren, waarop door den voorzitter werd
medegedeeld dat Burgemeester en Wethouders met
die rogoling nog niet gereed zijn.
Volgno. 143. Geklaagd werd in do tweede en
dorde sectie over het gemis van eon wandelpad aan
den Ilarlingerstraatweg langs do harddraversbaan.
Thans toch worden de beide harddraversbanen zoo
wel als de straatweg gebruikt als rijwegen en nog
wel in beide richtingen. Het vole gebruik van
motorrijwielen wordt voor de voetgangers gevaar
lijk on or komen dan ook moerdoro, gelukkig tot
nog toe maar kleine, ongevallen voor. Rapporteurs
zijn geheel van hetzelfde gevoelen en meonon Bur
gemeester en Wethouders in overweging te mogen
goven in dezen toestand de noodige verbeteringen
aan to brongon. Voorts werd nog door onkolo leden
aangodrongon op verbetering van de bestrating op
het Vliet.
Yolgno. 145. In do eerste sectie word door een
lid vorbctcring en vorbreoding gevraagd van de
Vorversbrug. Eveneens werd door een lid de wensch
uitgesproken de Oosterbrug tot eon rijbrug te ver
bouwen, terwijl oen ander lid meende dat mon daar
mede do Oosterstraton cn Peperstraat te voel zou
belasten met wagons en rijtuigen tot meerder ge
vaar voor de voetgangers, wier passage aldaar
zoor druk is. Rapportours zijn nog van oordeel dat
het in 't belang dor oponbare veiligheid zelfs wen-
scholijk is genoemde straten mot rijwielen in eeno
richting te doen berijden. In alle sectiën word
nog gevraagd of do Potmargebrug nu ook eens in
aanmerking mag komen voor verbetering of vor-
nieuwing, wat tot nu toe wachtte op de tramplannen,
van Leeuwarden, 1911. Bijl. no. 27.
hetgeen thans niet langer kan gelden voor uitstel.
Geantwoord werd hierop dat nu plannen bestonden
voor demping der Potmarge en daarom nu geen
gold voor deze brug moest worden besteed. Tegen
demping echter werden nog al bezwaren geopperd
vooral met hot oog op de industrie op de terreinen
langs die vaart, gelijk ook nu weer op de plaats der
voormalige cartonfabriok. In de tweede sectie drong
men nog aan op verbetering der afsluitingen voor de
bruggen vooral bij avond, b.v. door de kettingen wit
te maken, door sluitboomen te plaatsen of door de
lantaarns op onveilig te zetten bij het overhalen
der kettingen. Als antwoord werd hierop gegeven
dat sluitboomen hiervoor niet in aanmerking kunnen
komen wegens het gevaar dat zij opleveren voor
ongelukken, vooral voor spelende kinderen. In de
tweede en derde sectie is gewezen op den slechten
toestand van slooten aan den Grachtswal, Stienser-
weg, Poppeweg, de Poppebuurt, het Schoppershof
en de Landbuurt, bij welker laatste de toestand nu
nog slechter is dan vroeger. Medegodeeld werd
dat door Burgemeester en Wethouders verschillende
eigonaren zijn aangeschreven die slooten te dempen,
terwijl do voorgestelde verbetering aan de Landbuurt
afstuit op den onwil van eenige eigenaren. Omtrent
den voorgestelden post voor een nieuwe kademuur
aan het Noordvliet-Slot vroeg een lid of nu wordt
rekening gehouden mot de vraag van de commissie
voor de openbare werken om dion weg te ver
broeden.
Yolgno. 146. In do tweede sectie vroeg een lid
waarvoor onderheesters noodig waren aan den Poppe
weg, waarop het antwoord luidde dat deze dienen
moesten voor verfraaiing. Rapportours meenon dat
dit bepaald onnoodig is daar op zoo'n afgelegen
weg wat den eonen dag wordt geplant, den anderen
is uitgerukt. Nog werd gevraagd wanneer Burge
meester en Wethouders mededeeling zullen doen
omtrent het bekende adres van bewoners aan de
Spanjaardslaan wil mon mot het rooien van boomen
doorgaan, dan zullen vele leden dezer sectie zich
daartegen willen verklaren. Vorder werd in do
derde sectio nog geklaagd over don slechten toe
stand van hot terrein bij do Noorderbrug, speciaal
voor de woning van den stalhouder Schaap, wat
in den wintor oen ware modderpoel is.
Volgno. 159. Opgemerkt werd in de tweede sectie
dat do commissie voor de openbare werken tegen
het voorgestelde plan van den directeur der
gemeentewerken is om trottoirs in de Bleekerstraat
aan te brengen. Ook Burgomeester on Wethouders
zijn daartegen, gelijk werd medegedeeld, maar
wenschen een zoo groot mogelijk doel van de
Bleekerstraat te verbeteren, ook omdat de „IJsclub"
haar deel reeds verbeterd hooft.
Vorder wenscht men in deze sectie, dat do nog
particuliere straten zooveel mogelijk door de
gemeente zouden worden overgenomen, wat ook
299