Bijlage no. 28.
1:1
Bijlage tot het verslag der handelingen van den
HEFFING van schoolgeld voor het openbaar
lager onderwijs (bijlagen nos. 7 en 21).
Litt. A.
Voorstel van
Burgemeester en Wethouders.
Aan den Gemeenteraad.
De kennisneming van de bij raadsbesluit van 22
Augustus 1.1., no. 311R/154, vastgestelde verordening
tot het heffen van schoolgelden voor het openbaar
lager onderwijs heeft Gedeputeerde Staten, aan
wie ze was ingezonden ter verkrijging van de
vereischte koninklijke goedkeuring, aanleiding ge
geven tot het maken van eene opmerking. Zij
volgen hierbij geheel het rapport van den districts
schoolopziener, die door dat college ter zake om
advies was verzocht. Het stuk drukken wij hierna
onder Litt. C. af.
De schoolopziener acht het daarbij wenschelijk
dat, in aansluiting aan hetgeen bepaald is voor de
scholen 2, 3 en 4, ook voor school 12 de school-
geldplichtigen met een inkomen boven de/1400.
nog nader in categorieën zullen worden onderver
deeld, met inkomens nl. van 2500.tot/4500.
en van boven 4500.die dan onderscheidenlijk
40.en 50.schoolgeld zullen hebben te
betalen. Aangenomen was volgens het besluit
van 22 Augustus 1.1. de klassificatie van beneden
1000.inkomen 15.schoolgeld); 1000.
tot 1400.25.en boven 1400.(/30.
Onder Litt. D. volgt het antwoord van ons college
op de gemaakte opmerking. Gedeputeerde Staten
hebben bij hun besluit van 5 dezer, no. 58, 2e afd.,
evenwel, na opnieuw het gevoelen van den school
opziener te hebben vernomen (litt. E.), te kennen
gegeven, dat zij aan de voorgestelde hoogere hef
fing voor school 12 tegenover de door het gemeente
bestuur geopperde bezwaren, die hun wel te onder
vangen toeschijnen, de voorkeur blijven geven,
zoodat andermaal wordt verzocht de stukken aan
aad van Leeuwarden, 1911. Bijl. 110. 28.
Uwe Vergadering over te leggen en in alle geval
de voordracht van een naderen datum van vaststolling
te voorzien.
Gevolg gevende aan die uitnoodiging brengen
wij het dossier thans bij U ter tafel en verbinden
daaraan, teneinde de invoering met 1 Januari a.s.
der geheele schoolgeldregeling ten slotte niet in
gevaar te brengen, het navolgend voorstel.
Ingevoerd worden de beide door Gedeputeerde
Staten gewenschte categorieën van schoolgeld-
plichtigen, evenwel alleen voor ingezetenen van
Leeuwarden. Vastgehouden worde dan aan het bij
de besluiten van 22 Augustus 1.1. ook bij de andere
scholen doorgevoerde beginsel en dat ook reeds bij
de Middelbare Meisjesschool geldt, dat schoolgeld-
plichtigen van buiten niet volgens hun inkomen
worden aangeslagen, doch een voor eens vastgestelde
som, tot dusverre steeds het maximum-schoolgeld,
betalen. Men blijft dan geheel los van een mogelijk
verschil dat in de berekening van het belastbaar
inkomen tusschen de belastingverordeningen van
andere gemeenten en die van Leeuwarden mocht
bestaan en behoeft mede van wellicht minder scherpe
ramingen van het inkomen aldaar niet afhankelijk
te zijn. Als vaste aanslag voor buitenleerlingen,
tevens te beschouwen als een middensom indien
ook van hen de bedragen die zich tusschen/15.
en 50.bewegen waren te heffen, worde dus de
eenmaal vastgestelde som van f 30.behouden.
Zonder dat de eigen ingezetenen overmatig worden
belast, gelooven wij dat bij dit stelsel de minste
kans wordt geloopen, dat de school van de ver
andering nadeel ondervindt, terwijl daarbij nog de
naar omstandigheden best mogelijke aansluiting
verkregen is aan het ook in de stukken genoemde
raadsbesluit van 12 Maart 1907.
Op grond van het voorafgaande geven wij U in
overweging vast te stellen het onder litt B in
ontwerp volgend besluit.
Leeuwarden, 14 October 1911.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. PATIJN, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
Litt. B.
ONTWERP.
De Raad der gemeente Leeuwarden
Gelezen het besluit van Gedeputeerde Staten van
Friesland d.d. 5 October 1911, no. 58 2e afd.;
Gelet op het voorstel van Burgemeester en Wet
houders
besluit
I. aan art. 4 der verordening, houdende bepa
lingen, waarop kunnen worden aangegaan gemeen-
303